De studentenpopulatie van de Erasmus Universiteit is even divers als de stad Rotterdam. De samenstelling van het personeelsbestand van de universiteit loopt niet geheel onlogisch nog wat achter, maar dat betekent niet dat hier geen aandacht aan besteed moet worden. Diversiteit van het personeelsbestand van de universiteit is buitengewoon belangrijk. Juist omdat het zorgt voor verschillende invalshoeken.

Ook de JOVD Rijnmond, de jongerenorganisatie gelieerd aan de VVD, vindt diversiteitsbeleid belangrijk. Twee persuitingen zijn er de afgelopen periode uitgegaan bij de JOVD. Twee keer slaan ze de plank mis.

‘Onnodig’ en ‘te duur’?

In het eerste persbericht noemen de JOVD’ers het diversiteitsbeleid onder meer ‘onnodig’ en ‘te duur’. Slechts één op de tien hoogleraren aan onze universiteit is vrouw, terwijl vrouwen echt niet minder geschikt zijn. Er studeren tegenwoordig zelfs meer vrouwen dan mannen aan de universiteit. Doorgroeien naar een hoogleraarschap gebeurt nog te weinig, dus diversiteitsbeleid is nodig. Het tweede punt, dat het beleid te duur zou zijn, toont vooral aan hoe de JOVD aan standpunten komt. Ze kunnen namelijk niet vertellen wat de kosten zijn en doen het af met een verwijzing naar het bedrag dat de UvA jaarlijks vrijmaakt voor diversiteit. De JOVD heeft dus geen huiswerk gedaan. Een verzoek aan de universiteitsraad of eventueel een WOB-verzoek, had al veel duidelijkheid kunnen brengen.

Inmiddels heeft de JOVD ook gereageerd op de open brief die door 300 medewerkers is getekend. De medewerkers roepen zeer terecht op tot inclusiever onderwijs en een wijziging in het personeelsbeleid om tot meer diversiteit te komen. Vervolgens opent JOVD-voorzitter Van Putte de aanval omdat ‘quota’ averechts zouden werken. Ik vraag me nog steeds af waar ze die quota vandaan haalt, want in de open brief is hier nergens iets over te vinden. Er staat enkel:

‘Strategisch sturen in het P&O beleid op diversificatie van ons personeelsbestand door middel van transparante selectie- en bevorderings-processen waarbij het uitgangspunt niet individuele excellentie is maar toegevoegde waarde voor het team.’

Dat er opgeroepen wordt tot een quotum is een sprookje. Een diversiteitsbeleid waarin er gekeken wordt naar het functioneren van een team is zeer verstandig. Goed werkende teams, met een gelijke man-vrouwverdeling, presteren namelijk beter.

Mannencultuur

Ook betwist de JOVD dat er een mannencultuur bestaat, met de onderliggende redenering: ‘Als er een mannencultuur was geweest dan zouden die 11% vrouwelijke hoogleraren er ook niet zijn geweest’. Tja… Amerika heeft een zwarte president gehad dus bestaat racisme niet?

Laten we erkennen dat de man-vrouwverhouding als het gaat om hoogleraren een symptoom is van die huidige mannencultuur. Er zijn niet tien keer zoveel geschikte mannen als vrouwen voor de functie van hoogleraar. Maar er is wel een cultuur waar mannen zich prettiger in voelen dan vrouwen. Om de universiteit inclusiever te maken moet daar wat aan veranderen.

Wat de universiteit bijzonder maakt

Onze universiteit doet het fantastisch als je kijkt naar diversiteit van de studentenpopulatie. We zijn met Maastricht de meest internationale universiteit van Nederland en in vergelijking met andere universiteiten kent de EUR veel studenten met een andere culturele achtergrond. Daar kunnen we trots op zijn. De diversiteit van het personeelsbestand loopt helaas achter. Onderzoek laat zien dat een divers personeelsbestand zorgt voor betere onderlinge samenwerking en voor betere prestaties. Daarnaast zorgt diversiteit voor meer invalshoeken en een rijkere academische discussie. Precies hetgeen wat de universiteit bijzonder maakt. Laten we talent benutten en werk maken van een nog diversere universiteit.

Elene Walgenbach is voormalig voorzitter van de Jonge Democraten (D66) en momenteel masterstudent Bestuurskunde – Management van HR en verandering aan de EUR en kandidaat-gemeenteraadslid voor D66 Rotterdam.