Waar gaat je proefschrift over?

“Het gaat over de relaties tussen leiders en ondergeschikten, en hoe interacties tussen deze twee effecten hebben op ondergeschikten en hun teamgenoten. Meer in het algemeen zou je kunnen zeggen dat ik naar de sociale omgeving van de werkplek heb gekeken en welke rol deze speelt. ”

“Twee van mijn drie projecten gingen over kwetsend leiderschap. Dat is bijvoorbeeld gedrag waarbij een medewerker publiekelijk wordt gedenigreerd, of geen waardering krijgt voor een project dat veel tijd en moeite heeft gekost. Of wanneer werknemers gescheiden worden van hun collega’s en niet met elkaar mogen omgaan. Het derde project onderzocht de situatie waarbij werknemers het gevoel hebben dat ze meer steun krijgen van leidinggevenden dan van collega’s. In beide gevallen hebben we gekeken naar zowel negatieve als positieve effecten.”

Hoe heb je je onderzoek uitgevoerd?

“Ik deed experimenten en deed veldstudies in de vorm van enquêtes. Ik volgde bepaalde werknemers in de loop van de tijd, om te zien hoe gebeurtenissen tijdens hun werkdag de manier waarop ze zich voelden en handelden op de werkplek voorspelden. Omdat ik misbruikrelaties aan het onderzoeken was, zou het niet ethisch zijn om werknemers aan dat misbruik bloot te stellen. Daarom hebben we in de experimenten hypothetische scenario’s gebruikt, waarbij we de werknemers vroegen hoe ze zich voelden bij deze scenario’s en hoe deze hen motiveerden om te handelen.”

Wat waren je meest opmerkelijke bevindingen?

“Ik ontdekte dat werknemers die gespaard bleven terwijl collega’s het slachtoffer werden, slecht reageren op die situatie en gemotiveerd zijn om de organisatie te verlaten. Dat gaat eigenlijk in tegen de intuïtie, omdat je zou denken dat minder kwetsend gedrag een motivatie zou zijn om te blijven. Maar de angst dat collega’s je in een negatief daglicht zien, weegt zwaarder.”

“Een tweede uitkomst is dat als werknemers merken dat ze een betere relatie hebben met hun leider, ze gemotiveerd kunnen zijn om hun collega’s te ondermijnen. Dat is erg interessant, omdat het laat zien dat wanneer je iemand beter behandelt dan de rest, ze een gevoel van superioriteit krijgen en hun collega’s slecht gaan behandelen. Het verschil met de eerste bevinding is dat in dat geval de werknemer misbruik bespaard blijft, terwijl ze in het laatste geval denken meer gewaardeerd te worden.”

“In het derde project ontdekten we dat wanneer een slachtoffer gekwetst wordt en opkomt tegen de leidinggevende, het inspirerend is voor waarnemers en dat deze waarnemers eerder geneigd zijn om op een positieve manier te reageren op het slachtoffer en de kwetsende leidinggevende, dan als het slachtoffer niet voor zichzelf opkomt.”

Hoe kwam je erop te beginnen met dit doctoraat?

“Ik heb zes jaar neurowetenschappen gestudeerd en mijn master in Leiden gedaan. Ik was erg verrast toen onze professor op onze eerste dag van de master vroeg hoeveel mensen wilden promoveren, dat ik in een klas van twintig een van de twee was die hun hand niet opstak. Ik wou nog niets overhaasten. Maar ik hou heel erg veel van lezen en natuurlijk is het leuk om dingen te leren. Ik kon geen betere baan bedenken dan betaald te mogen lezen en leren, en dat is het doctoraat. En wat betreft het onderwerp: Ik heb een jaar na mijn master in een neurowetenschappelijk laboratorium gewerkt, maar dat was niets voor mij. Ik was meer geïnteresseerd in sociale interacties en relaties. Toevallig werd mijn promotie zo gefinancierd dat het onderzoek zich richtte op organisaties. ”

Vond je het doctoraat moeilijk?

“Ja. De kwaliteit van het werk dat van mij werd verwacht, was erg hoog, aangezien het doel was om papers te publiceren in de beste tijdschriften in ons vakgebied. Daarnaast ben ik opgegroeid in Californië en het was moeilijk om mijn beste vrienden en familie jarenlang niet te zien. Maar aan de andere kant heb ik tijdens dit proces ook mijn vrouw ontmoet, zij was ook aan het promoveren. Zij komt uit Duitsland en we zijn niet van plan om terug te gaan naar de Verenigde Staten. Maar dat vind ik helemaal niet erg.”

Ik las in je dankbetuiging dat jij en je begeleider samen gingen sporten?

“Ja. Hij is erg actief en erg gespierd. Ik ben ook wel sportief, maar veel minder gespierd. Vaak hielden we vergaderingen in de sportschool en bespraken we zaken terwijl we naast elkaar op de loopband renden. Het was echt leuk, want het helpt om creatief te zijn als je bloed door je lijf stroomt. Sporten heeft me zeker geholpen tijdens het doctoraat. Ook naar de sauna gaan was voor mij dé manier om alle stress helemaal te laten verdwijnen. Misschien komt het doordat ik uit Californië kom, maar door warmte voel ik mij beter op mijn gemak. Een manier vinden om te ontspannen is belangrijk, alles uitzweten was het beste wat ik kon doen.”

Promotie Pieter van den Heede 0221-004 – Levien Willemse

Lees meer

Deze wetenschapper promoveerde op games over de Tweede Wereldoorlog

Pieter Van den Heede promoveerde vorige week op games over de Tweede Wereldoorlog:…