Voor Mariecke van der Glas, die vier jaar als programmamanager sustainability werkte, kwam het niet verlengen van haar contract als een ‘onaangename verrassing’. Ze had in het voorjaar nog groen licht gekregen voor het werven van een extra medewerker, en ze had – nota bene deels in haar vakantie – de laatste hand gelegd aan de analyse van de opbrengst van de duurzaamheidsdialogen die de universiteit vorig jaar organiseerde, om te dienen als input voor de nieuwe strategie. Van der Glas en haar medewerkster zijn per 1 oktober uit dienst. De nieuwe medewerker neemt een deel van de taken over als interim-coördinator.
Ook geraakt door de bezuinigingen?
Deel je verhaal, zorg of oplossing met de redactie van EM.
Weggestreept
Van der Glas was zich ervan bewust dat er financieel zwaar weer aan zat te komen voor de universiteit, en dat haar tijdelijke contract na de zomer zou aflopen. Maar nadat de universiteit in 2023 de klimaatnoodtoestand uitriep en na het behalen van de derde plaats in de ranglijst van meest duurzame hogeronderwijsinstellingen, had ze niet gedacht dat de EUR het duurzaamheidsprogramma niet zou verlengen.
Het programme werd ‘met één pennenstreek’, samen met alle andere tijdelijke programma’s die onder het strategy office vielen, tijdens een bijeenkomst in juni weggestreept, zegt van der Glas. “Huppetee, we zijn nauwelijks bedankt”, zegt ze. “Het was zonder inhoudelijke overweging. Omdat duurzaamheid een kernthema wordt in de nieuwe strategie, zag ik het niet aankomen. Maar de boodschap was: er worden geen uitzonderingen gemaakt.”
Onaanvaardbaar
Dit besluit verbaasde ook de leden van het Sustainability Liaison Network, waarin een afgevaardigde zit van elk faculteit en dienst. Sven Hogervorst, strategisch hr-adviseur en waarnemend voorzitter van het netwerk, schreef daarom namens de afgevaardigden een brief aan het College van Bestuur: “Het is ontmoedigend om te zien hoe het bestuur lof krijgt toegezwaaid voor de Duurzaamheidsprijs, met foto’s prominent in beeld, terwijl de mensen die het afgelopen jaar met hart en ziel het eigenlijke werk hebben gedaan geen erkenning krijgen en alleen de boodschap dat hun contracten niet gegarandeerd zijn. Dit gebrek aan waardering en verwaarlozing voor de echte bijdragers aan het succes van onze universiteit is onaanvaardbaar”, staat in de brief die verder werd ondertekend door hoogleraar Derk Loorbach (directeur van DRIFT) en twee studenten van de Sustainability hub.
Naast hun teleurstelling over het aangekondigde vertrek van de twee medewerkers van het sustainability programma maken de briefschrijvers zich überhaupt druk over het gebrek aan voortgang en duidelijkheid in het duurzaamheidsbeleid van de universiteit.
In een brief liet het College van Bestuur, bij monde van verantwoordelijk collegelid Ellen van Schoten, weten duurzaamheid nog steeds zeer hoog op de prioriteitenlijst te hebben staan, maar dat de financiële omstandigheden zo zijn dat de taken voortaan door vaste medewerkers moeten worden opgepakt. Verder meldt de brief dat duurzaamheid ook in een volgende strategie een belangrijke pijler blijft van de missie van de universiteit.
Verkeerd signaal
Van der Glas: “Ze boden me nog wel aan om, straks als de nieuwe strategie er was, te solliciteren op een van de nieuwe profielen. Toen heb ik gezegd: ‘Daar bedank ik voor na vier jaar op deze positie te hebben gewerkt, het is beledigend.’ Ik heb verder niemand meer om uitleg gevraagd, ik was te aangedaan. Ik heb een overdrachtsdocument geschreven en heb me ziekgemeld, ik kon niet meer goed functioneren. Vanuit het College van Bestuur heb ik niks meer vernomen.”
De gevolgen van het ontslag reiken verder dan het persoonlijke drama voor Van der Glas en haar collega. Lopende projecten komen stil te liggen of lopen vertraging op, en met hun vertrek verdwijnt de kennis en ervaring en het netwerk die zij binnen de universiteit hadden opgebouwd. Van der Glas noemt het ‘een totaal verkeerd signaal naar alle mensen in de EUR die zich inzetten voor duurzaamheid’.
Aanjager nodig
Het verhaal is dat het nu ‘in de lijn’ wordt belegd, dus dat faculteiten en diensten de duurzaamheidsinitiatieven overnemen. Van der Glas is hier sceptisch over: “Ik snap niet hoe de universiteit haar duurzaamheidsambities gaat rondbreien zonder mensen die het aanjagen en coördineren. Want als er tijdens een overleg tussen een faculteit en het CvB 25 punten op de agenda staan, dan bungelt duurzaamheid meestal ergens onderaan. Ik heb daar in mijn tijd hier nog weinig uit zien voortkomen.”
Van der Glas noemt als concreet voorbeeld de Sustainability Student Travel Grant, een samenwerking met studentenorganisaties om studiereizen binnen Europa duurzamer te maken door geld beschikbaar te stellen voor duurzaam reizen, dus niet vliegen. “We hebben daar veel moeite in gestoken en de groep studenten en collega’s die meedacht was heel enthousiast. Dat project is gecanceld wegens gebrek aan fondsen en ondersteuning. Een grote teleurstelling voor ons en de betrokkenen”, zegt Van der Glas.
Ook het Sustainability Liaison Network is sinds het vertrek van de twee medewerkers na de zomer niet meer bij elkaar gekomen. Het ontbreken van centrale coördinatie van alle duurzaamheidsinitiatieven van de universiteit baart Hogervorst zorgen. “Wie is binnen de universiteit nu verantwoordelijk voor een integrale aanpak? Juist in een versnipperde organisatie als de EUR is dat hard nodig. En ook in het landelijk overleg heeft de universiteit nu geen vertegenwoordiging”, zegt Hogervorst.
En hoewel er wel een werkgroep duurzaamheid is voor de strategie 2025-2030, vraagt hij zich af waarom voor het thema duurzaamheid, net als bij diversiteit en inclusie, niet een apart centrum is opgezet. “Alles wat in gang is gezet na de duurzaamheidsdialogen loopt nu vertraging op.”
Paar stappen terug
Ook Derk Loorbach vreest dat met het aanstellen van een interim-duurzaamheidscoördinator – de medewerker die Van der Glas en haar collega zelf hebben aangenomen – het duurzaamheidsbeleid ‘een paar stappen terugzet en een herhaling van zetten betekent’. “Ook op de duurzaamheidstop van 11 oktober zag je dat er veel beweging is en er ideeën zijn, maar over wat écht moet veranderen op de universiteit wordt de besluitvorming uitgesteld.”
Loorbach ziet dat de universiteit grote stappen heeft gezet als het gaat om operationele zaken zoals het reisbeleid, de catering en het energiegebruik van gebouwen, ‘maar ik mis de verbinding met de core business van de universiteit, namelijk onderwijs en onderzoek, want dan wordt het ingewikkeld’. “Deze instelling is nog steeds ingericht op economische groei, maar we moeten naar een economische transitie en dat bereik je via onderwijs en onderzoek, maar dat lijkt aan deze universiteit niet te lukken.”
Toch wil Loorbach hoopvol blijven over de positie van duurzaamheid in de nieuwe strategie van de universiteit die komend jaar klaar moet zijn. “Het gebrek aan visie en de reactieve, administratieve houding in deze kwestie vind ik teleurstellend. Maar misschien is het in die context wel goed het allemaal wat praktischer in te steken dan groots en meeslepend.”
Reactie College van Bestuur
“Van meet af aan is afgesproken dat de contracten voor bepaalde tijd zouden zijn. De strategisch initiatieven van strategie 24 hebben ook altijd een beperkte looptijd gehad. Deze strategie loopt dit jaar af en daarmee ook de strategische programma’s. Aan de nieuwe strategie wordt op dit moment gewerkt. De nieuwe strategie start vanaf september 2025. Onduidelijk is nog of er specifieke rollen voor nodig zijn, laat staan wat daar profielen voor zijn.
“We kunnen ons goed voorstellen dat medewerkers teleurgesteld kunnen zijn over deze beslissing. De contracten van medewerkers van de strategische programma’s waren tijdelijk, omdat die programma’s en financiering ervan ook een bepaalde looptijd hadden. Er zijn dus ook geen structurele gelden voor deze programma’s. Er is veel gedaan om collega’s met tijdelijke contracten te helpen via Job2Job aandacht, extra trainingen, extra ruimte voor opvolging met en via leidinggevenden.
“Het College van Bestuur heeft aan de genoemde medewerker expliciet gevraagd of er behoefte bestond aan een aanvullend gesprek. De medewerker heeft aangegeven dat niet op prijs te stellen.”
“Over het concrete voorbeeld van de Sustainability Student Travel Grant. Het klopt dat er een gebrek aan fondsen was. Er was wel geld, maar dat moest worden gebruikt voor eind 2024. Er is toen besloten het project uit te stellen. En dus niet te stoppen.”