Proportionaliteit is een woord dat afgelopen jaar voor mij steeds terugkwam. Bij elke heftige gebeurtenis die direct of indirect invloed had op het leven binnen de universiteit vroeg ik me af: hoe gaat EM hier verslag van doen?

Waar gaan we onze beperkte redactietijd aan besteden? Hoe groot is de gebeurtenis, wat speelt er ondertussen nog meer en wat zou de lezer van ons verwachten? Kortom is het proportioneel om – om met een recent voorbeeld te beginnen – alle redacteuren vol in te zetten op alles rondom het pro-Palestinakampement op de campus? Geloof me, er zou genoeg te onderzoeken en te schrijven zijn geweest, het onderwerp is er belangrijk genoeg voor, en het leeft breed en raakt veel mensen binnen de universiteit.

Maar de redacteuren waren met andere, ook belangrijke, onderwerpen bezig toen de tenten werden opgeslagen: de Europese verkiezingen, de Student van het Jaar-verkiezing (waar het ook gaat om studenten die zich naast hun studie maatschappelijk engageren), suïcidepreventie onder jongeren, mantelzorgende studenten, gerommel in de universitaire democratie, gedoe rond genderneutrale toiletten en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Dus iedere ochtend gedurende de bezetting maakten we de keus: doen we er vandaag wat mee, of kunnen we na een aantal dagen ook de focus wat verleggen? Tegelijk draaide de redactie voor het eerst in lange tijd weekenddiensten, want als er dan nieuws is, moet je er wel bij zijn anders ben je als universiteitsmedium geen knip voor de neus waard.

En dan speelt er rond de oorlog in Gaza nog wat anders. Het is een conflict dat niemand onberoerd laat, ook de redacteuren van EM niet. Je lijkt voor of tegen te moeten zijn, en als je voor de een bent, ben je automatisch tegen de ander en omgekeerd.

Ondertussen is het als journalist je taak om daartussen te laveren, een zo waarheidsgetrouw mogelijk beeld van de werkelijkheid en de gebeurtenissen zoals je die waarneemt te geven. En dat is lastig in een conflict waarin geen midden lijkt te bestaan, zelfs als je er zo indirect over schrijft als EM: beperkt tot de effecten en acties binnen de universitaire gemeenschap. Dus dan moet je ervoor zorgen dat wat je doet goed is. En dat betekent zorgvuldigheid boven snelheid, en keuzes maken. En dat houdt ook in dat je niet alle verhalen kan maken die je zou willen maken en niet elke tip of klacht kunt natrekken.

Ook na de aanslag op het Erasmus MC en de dood van een docent, maakte ik de keus dat deze gebeurtenis zo groot en heftig was, dat we dit klein moesten houden als EM. Klein in die zin dat we kozen voor verhalen van mensen dichtbij, van onze collega’s en studenten. Anders dan voor collega-media die erop zijn gericht om van incident naar incident te gaan, past het bij EM om voor de langere adem te gaan. Tijd te nemen en zo nodig te wachten tot mensen willen praten.

Afgelopen jaar attendeerde iemand me op het lemma Minimize harm in de Code of Ethics van de Society of Professional Journalists uit de VS, een van de richtlijnen waarop journalisten wereldwijd hun professionele ethische handelen baseren. Het is niet je doel als journalist om iemand te beschadigen maar het kan wel het gevolg zijn, want je primaire opdracht als journalist is om het publiek te dienen en te voorzien van betrouwbare en waarachtige informatie, ongeacht de belangen van de mensen over wie je schrijft. Maar ook dat kent z’n grenzen. Voor mij betekent minimize harm: breng geen onnodige schade toe en behandel iedereen waar je als journalist mee te maken krijgt zoals je zelf behandeld zou willen worden.

Dat vormt soms een pittige balanceeract, zeker binnen een kleine gemeenschap als de universiteit waar je lezers ook je bronnen en de hoofdpersonen in je stukken zijn. Afgelopen jaar was vol uitdagingen op dit vlak, maar het heeft ons als redactie ook doen beseffen dat journalistiek binnen de universiteit belangrijk is, en dat EM ertoe doet.

Wieneke Gunneweg_1_9.2023

Lees meer

Mag mijn naam van de website?

Een van de meest voorkomende verzoeken die binnenkomen op de redactie is de vraag van een…