“Eenmaal op de redactie aangekomen stond die zwaan pal voor het raam. In eerste instantie dacht ik: oh, wat leuk, een zwaan! Maar tegelijkertijd had ik in mijn achterhoofd een verhaal van EM over een zwaan die op precies dezelfde plek vast zat. Ik zag geen verwondingen, maar wel o-ver-al zwanenkak. Het beest zat er al een poosje, zoveel was duidelijk.”
Esther besloot de beveiliging te bellen die doorverwees naar de dierenambulance, die weer doorverwees naar de Zwanengroep Zuid-Holland. “Zij kwamen gelijk vanuit Brielle deze kant op. Hun analyse: het beest had ruimte nodig om op te stijgen; dat doen ze altijd met een aanloopje. Maar die ruimte was er niet (door de hoge muren om het dak, red.).”
Vrijpostige zwanen
Edwin Vosselman (54) en zijn 14-jarige zoon (‘vanwege corona zit hij toch al hele dagen thuis, kan die net zo goed mee’) zagen de zwaan gelijk al met zijn kopje over het muurtje van het plateau kijken toen ze aan kwamen rijden. “Een stom gezicht, dat zie je niet iedere dag. Ik benaderde hem voorzichtig. Met een stok dreef ik hem in een hoek zodat hij niet als een dier in het nauw een rare sprong zou maken en zich zou verwonden. Daar ving ik hem.”

Vosselman bestiert sinds 2018 de zwanengroep Zuid-Holland. Daarvoor reed hij een aantal jaren op de dierenambulance. Dit jaar redde Vosselman al zo’n vijftig zwanen. “Allemaal geheel vrijwillig. Mijn spulletjes heb ik zelf bij elkaar gezocht, een bootje kreeg ik onlangs ter beschikking gesteld. Ik ben afgekeurd, maar wil toch mijn steentje bijdragen aan de maatschappij. In mijn geval door dieren bij te staan die het nodig hebben.”
Hij ziet de zwanen door corona wel wat vrijpostiger worden. “Ik heb het idee dat ze wat meer de bewoonde wereld in trekken. Onlangs moest ik nog een zwaan redden uit een bloembak in Spijkenisse waarvan ik dacht: wat moet je in godsnaam in een bloembak, dat is niet de meest handige plek om te broeden. En vandaag dus de zwanen op de campus.”
‘Geen hartje, hartje, kissie, kissie’
In de vijver naast het Erasmus Paviljoen had Vosselman bij aankomst al een andere zwaan zien zitten. “Dat zou maar zo de partner kunnen zijn, bedacht ik. Dus ik met de gevangen zwaan naar de waterkant. Wat bleek: ze spraken met elkaar in wat wij ‘zwanentaal’ noemen. Ze gaven een soort van knik vanuit de nek, de zwanenbegroeting, en ze maakten vriendelijke geluiden. Daaruit konden we opmaken: die horen bij elkaar.”
Over het algemeen zijn zwanen ‘redelijk’ monogame dieren, zegt Vosselman, dus besloot hij de knobbelzwaan los te laten bij zijn – vermoedelijke – geliefde. En ja hoor, hij toonde geen enkele agressie. Integendeel: “Nadat de zwaan eerst wat gedronken en gegrondeld (eten op z’n Zwaans, red.) had, deden ze een liefdesdans, draaiden wat om elkaar heen en maakten zelfs een hartje met hun halzen. Dat is toch mooi?”
Esther heeft ook nog even langs het water staan kijken. “Nog minstens een kwartier, naar hoe ze om elkaar heen zwommen en elkaar begroetten. Zo van: leuk dat je er weer bent. Niets hysterisch, geen eindeloze hartje, hartje, kissie, kissie, maar gewoon: we zijn weer compleet. Het was een soort van sprookje op een lege campus, daar kan ik voorlopig wel op teren.”



Super actie Esther en Edwin! En leuke fotos 🙂
Leuk verhaal! ♥
Reageren niet meer mogelijk.