Vader kijkt toe vanaf de blauwe ‘m’ van het Erasmus-logo helemaal bovenaan de rechter torens. Vanuit bed kun je zeggen, want de slechtvalken slapen graag op de blauwe letters op de dertigste verdieping (120 meter hoogte). De moeder van het gezin is goed te spotten – vrouwen zijn bij de slechtvalken duidelijk groter, ongeveer zo groot als een buizerd – veertig tot zestig centimeter. De mannen zo groot als een zwarte kraai. Drie van de vier jonge slechtvalken van dit jaar krijgen deze woensdagochtend vliegles. Gillend vliegen ze rondjes om het gebouw. “Je hoort het bedelende jong goed roepen”, vindt ook ecoloog Garry Bakker van Bureau Stadsnatuur. “Dit is hun ochtendritueel.”
Dertig jaar geleden waren slechtvalken in heel Europa bijna uitgestorven. Broedplaatsen van de vogels werden angstvallig stilgehouden om de dieren te beschermen. Door het plaatsen van hoge nestkasten en het herplaatsen van vogels zijn ze nu terug van weggeweest. Op het Erasmus MC zijn twee kasten geplaatst. Daarvoor zat een slechtvalkkoppel in de goot van het Sophia Kinderziekenhuis, niet de meest veilige plek voor jonge baby’s.
Vader slechtvalk gaat zich er ook mee bemoeien en laat zich van de m glijden. De tijd nadert dat de kinderen zelf eten moeten vangen, ze worden langzaam minder en minder gevoerd. Jagen is een andere les voor vandaag. “Slechtvalken doen niet zoveel op een dag. Het zijn ontzettende opportunisten”, vertelt Bakker. “Een paar keer dag plukken ze een duif uit de lucht, dan is het wel weer mooi geweest.” De ogen van de slechtvalk zijn ontzettend goed. “Op een kilometer afstand kunnen ze een duif zien vliegen en inschatten: ach, wat een sukkeltje, die kan ik hebben. Ze eten alleen vogels en gaan niet achter de fitste aan.”
Eén, twee, drie jonge slechtvalken. Bakker telt nog eens. Waar zou de vierde zijn? Alle vier de dieren hebben dit jaar al een nachtje in opvangcentrum Vogelklas Karel Schot gezeten. “Het gaat bijna altijd mis tijdens de maiden flight, de eerste vlucht. Ze hebben geen idee van de gevaren op de grond, of vliegen ergens tegen een raam.” Botsingen met ramen zijn het grootste gevaar voor de familie. Van gebrek aan voedsel is geen sprake, hun maaltijden vliegen ze vanzelf tegemoet. Als het een keer moeilijker gaat, dan werken de ouders samen: de een jaagt op, de ander wacht om toe te slaan. Nu moeten de kinderen opletten om het ook te leren. Papa en mama doen het niet eeuwig voor.