Voor de derde keer bezette OccupyEUR een ruimte op de campus. Hoewel het dit keer geen verrassing was (9 mei stond bij alle betrokkenen al even in de agenda), verliep het protest volgens een vergelijkbaar patroon als de vorige twee keren. Er was veel vrolijkheid en ludieke acties in de hal voor de Aula. De jaren zeventig waren er niks bij. Tot op het laatst de politie er weer aan te pas kwam en het protest, net als de eerste keer, grimmig eindigde.

Ook de eisen van de demonstranten waren nog hetzelfde: als hoofdeis het verbreken van alle banden met de fossiele industrie, en verder een breed scala aan sociale misstanden waaraan de universiteit een einde moet maken volgens de demonstranten. Wel kwamen er een paar concrete eisen bij. Maar ook nu vond er geen goed gesprek plaats tussen de protesterende studenten en medewerkers en het College van Bestuur.

Het deed me denken aan het eeuwenoude rijmpje: ze dronken een glas, ze deden een plas en alles bleef zoals het was. Doodzonde.

Het bestuur komt niet verder dan voor de derde keer te vragen of een vertegenwoordiging van de demonstranten met hen om tafel wil. Terwijl OccupyEUR zich erop beroept geen organisatie te zijn volgens een klassiek hiërarchisch organisatiemodel, dus geen vertegenwoordigers te kunnen afvaardigen. En zo blijft dus alles zoals het was.

Of niet? De universiteit heeft op een aantal punten wel versneld een aantal maatregelen ingevoerd en aangekondigd. Allereerst het uitroepen van de klimaatnoodtoestand. En de aankondiging van de plantaardige campus, energiebesparende maatregelen en de organisatie van veertien dialogen over duurzaamheid.

Het zal voor de demonstranten van OccupyEUR niet genoeg zijn, en dat moet misschien ook niet want de veranderingen gaan traag en de banden met de fossiele industrie blijven vooralsnog buiten schot. Dus de druk blijft op de ketel.

Wat mij dan wel verbaast, is hoe statisch OccupyEUR zelf handelt. Als gezegd zijn de protesten vreedzaam en ludiek, maar vooralsnog niet heel uitnodigend richting de brede universitaire gemeenschap. De groep tijdens de bezettingen is na drie keer nauwelijks gegroeid. Zowel studenten als medewerkers zou je toch moeten kunnen activeren om zich aan te sluiten bij de protesten? Je maakt mij niet wijs dat de betrokkenheid bij de klimaatproblemen en duurzaamheid niet bij een bredere groep leeft.

Waarom gaat Occupy niet in discussie met hun medestudenten van, bijvoorbeeld, de Recruitment Days die nog steeds de Shells van deze wereld uitnodigen voor praatjes, workshops en bedrijfspresentaties? Waarom nodig je geen onderzoekers uit die samenwerken met de fossiele industrie om elkaars kant van het verhaal te horen?  Probeer verandering teweeg te brengen daar waar het gebeurt in onderwijs en onderzoek. Juist als je wars bent van hiërarchie moet je het heil niet van een bestuur verwachten, maar van het volk zelf.

Illustration fossil companies x EFR and STAR samenwerking fossiele industrie_Migle Alonderyte

Lees meer

Dit is hoe STAR en EFR omgaan met sponsoring door fossiele bedrijven

Kunnen workshops van Shell en Total voor studenten nog tijdens een klimaatnoodtoestand?…

Lees 9 reacties