Alle studenten in de enquête vinden penetratie zonder instemming grensoverschrijdend gedrag. Hetzelfde geldt voor orale seks, zoenen en aanrakingen zonder instemming. Daarnaast zijn studenten van mening dat naroepen op straat (86 procent), het opzettelijk aanraken van bil, borst of kruis in de kroeg (96 procent) grensoverschrijdend is. Ook zijn herhaaldelijke opmerkingen over iemands uiterlijk en herhaaldelijk seksueel getinte opmerkingen en grappen maken volgens 80 procent van de studenten onacceptabel.
Erasmus Magazine besteedt in een serie artikelen aandacht aan seksueel grensoverschrijdend gedrag onder studenten. Dit is deel 4.
Deel 2: ‘Het voelt alsof ik degene ben die wordt gestraft voor de aanranding, en niet de dader’
Deel 4: Studenten worstelen met seksuele communicatie
Brede definitie
Studenten hebben een brede definitie van seksueel grensoverschrijdend gedrag, concludeert universitair docent Samira van Bohemen, een onderzoeker van het Erasmus Love Lab. Van de 23 in de enquête onderzochte gedragingen, variërend van ongewenste penetratie tot seksueel getinte grapjes, vinken studenten de hele breedte van het spectrum aan. Alleen gedrag richting de eigen partner, zoals seksueel getinte opmerkingen (9 procent) en seksueel expliciete foto’s en video’s sturen (4 procent), scoren laag. Over sommige gedragingen is iets minder overeenstemming. Zo’n vier op de tien studenten vinden zoenen of aanraking zonder expliciet uitgesproken toestemming van allebei grensoverschrijdend.
“Ik heb het idee dat deze generatie studenten een breder beeld heeft over seksueel grensoverschrijdend gedrag dan bijvoorbeeld mijn generatie”, zegt Van Bohemen. Dit komt volgens haar onder andere door sociale ontwikkelingen, zoals de #metoo-beweging. “Zulke bewegingen hebben mensen wakker geschud dat ook kleine gedragingen, zoals seksueel getinte grapjes of opmerking over je seksualiteit, grensoverschrijdend gedrag zijn.”
Toch vindt een deel van de studenten de grenzen nog steeds lastig te definiëren. “Ik vind het begrip nogal vaag en contextafhankelijk”, zegt een RSM-student. Een ESHCC-student is het daarmee eens. “Het ligt enorm aan de situatie. Al mijn vrienden zijn gay, daar maken we voortdurend grapjes over onder elkaar. Dat is natuurlijk iets totaal anders dan wanneer een onbekende, of zelfs een docent, een ongepaste opmerking maakt.”
Bekenden versus onbekenden
Studenten maken onderscheid tussen gedrag tegenover bekenden en onbekenden. Hoe beter je iemand kent, hoe meer de grens vervaagt. Dit is vooral zichtbaar in online gedrag. Vier van de tien studenten vinden het sturen van seksueel expliciete foto’s of video’s naar bekenden een no-go. Dit percentage is hoger wanneer het om onbekenden gaat: 90 procent vindt pikante foto’s en video’s naar onbekenden sturen grensoverschrijdend.
Dat is logisch, vindt universitair hoofddocent Daphne van de Bongardt, die bij het Erasmus Love Lab onderzoek doet naar romantische relaties en seksualiteit van jongeren. “De interpersoonlijke relatie is zo belangrijk bij zulke ervaringen. Als een vreemde jou betast in de tram dan is dat heel duidelijk grensoverschrijdend gedrag. Je hebt geen enkele voorgeschiedenis om daaraan te twijfelen. Maar hoe dichterbij iemand staat, hoe ingewikkelder het wordt. Zeker als je al wat intieme aspecten hebt in je relatie met diegene.”
Het Centrum voor Seksueel Geweld biedt hulp aan iedereen die een ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt. Je kunt gratis en anoniem chatten of bellen met 0800-0188.
De universiteit heeft vertrouwenspersonen voor medewerkers en studenten waar je ongewenst gedrag kunt melden. Zij luisteren naar je verhaal en kunnen je helpen en doorverwijzen. Daarnaast is er een klachtenregeling ongewenst gedrag.
Verbale versus non-verbale instemming
Alle studenten vinden dat het niet oké is om aan te dringen of door te gaan met een seksuele activiteit als de ander aangeeft niet (door) te willen. Toch zijn slechts zes van de tien studenten van mening dat er expliciete instemming moet plaatsvinden. Niet alle studenten hebben dus behoefte aan uitgesproken instemming: 42 procent vindt namelijk dat non-verbale communicatie over instemming met seks net zo duidelijk is als verbale. “Verbale instemming vragen voor seks acht ik niet noodzakelijk als uit de gehele stemming en lichaamshouding blijkt dat de ander het ook wil”, beredeneert een masterstudent aan het Erasmus MC. Een ESL-student: “Checken lijkt me overbodig als overduidelijk blijkt dat de ander wel wil doorgaan.”
Seks is inderdaad voor een groot deel non-verbaal, zegt Van de Bongardt, maar toch lost verbale instemming volgens haar veel onduidelijkheden op. “Dat hoeft niet met het ondertekenen van een instemmingsformulier, maar expliciete seksuele communicatie helpt om miscommunicatie te voorkomen. We moeten met jongeren bespreken hoe je dit ‘sexy’ kunt maken, want daar hebben zij behoefte aan.”
Zulke miscommunicatie was het geval bij deze RSM-studente: “Na ongewenste penetratie heb ik mijn partner meteen erop aangesproken. Hij reageerde heel geschrokken en gaf aan dat hij niet doorhad dat ik het niet wilde. Ergens zorgde dat ervoor dat ik meer schuldgevoel kreeg, maar we hebben daarna hele duidelijke afspraken gemaakt over consent. Sindsdien checken we altijd verbaal in bij elkaar voordat we aan seksuele handelingen beginnen. Ook tijdens het uitvoeren van de seksuele handelingen doen we dat en zelfs nadien. Ik heb daardoor het gevoel dat het aanspreken wel positieve gevolgen heeft gehad.”
Verantwoordelijkheid nemen
Mirthe Verbeek (ESSB) doet promotieonderzoek naar de effectiviteit van lesprogramma’s voor jongens over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zij vindt het interessant om de houding van mannelijke en vrouwelijke studenten over het checken en aangeven van grenzen te vergelijken. Meer dan de helft van de mannelijke studenten (65 procent) vindt dat de ander zelf duidelijk moet aangeven geen seks te willen. Bij de vrouwelijke studenten ligt dat percentage lager (28 procent). Vrouwen zijn er verder stelliger over dat je actief moet checken of de ander verder wil.
Volgens Verbeek hebben die verschillen te maken met rolpatronen die worden toegeschreven aan mannen en vrouwen bij seksueel gedrag. “Van mannen wordt verwacht dat ze vaak zin hebben in seks en daar dus proactief naar op zoek gaan. Van vrouwen wordt juist verwacht dat ze zich passief opstellen en wachten tot iemand anders initiatief neemt.” Vrouwen krijgen zo een rol als ‘poortwachter’ toebedeeld. “Door deze rolpatronen wordt de verantwoordelijkheid niet gelegd bij degene die seks initieert. Van vrouwen wordt tegelijk verwacht dat ze zich seksueel niet te expliciet uiten, wat het bewaken van die poort best lastig kan maken.”
Van jongs af aan leren we deze rolpatronen, bijvoorbeeld door stereotypen in de media of door mensen om ons heen. Dat blijft een hardnekkig denkpatroon, zegt Verbeek. “Onderwijs over seksualiteit wordt daarom nog steeds vaker aan meisjes aangeboden dan aan jongens. En dat terwijl jongens ook een hoop kunnen leren, bijvoorbeeld over het herkennen van signalen, het communiceren over wensen en grenzen, en over hoe je seks leuk kunt maken voor beide partners.”
Eerlijke fouten
Dat het herkennen van wensen en grenzen moeilijk is, blijkt ook uit de ervaringen van studenten in de enquête. Een derde van de studenten heeft namelijk weleens getwijfeld of ze over iemands grens zijn gegaan.
Een ESSB-masterstudent deelt zijn ervaring van ruim tien jaar geleden: “Tijdens het zoenen ging ik meerdere keren met mijn handen plekken opzoeken, waarna zij ze weer wegduwde. Keer op keer bleef ik proberen om verder te komen. Ik denk dat ik dit deed omdat de druk die ik voelde om seks te hebben waarschijnlijk sterker was dan mijn interesse in de gevoelens van de persoon waarmee ik was. Toentertijd had ik ook het gevoel dat het er gewoon bij hoorde. Dat dit een beetje de normale dynamiek was tussen jonge man en vrouw, dat de man de vrouw moet overtuigen.”
Het stereotype man-vrouwbeeld is ook terug te zien in de ervaring van een derdejaars ESHCC-studente: “Wij vrouwen hebben nooit geleerd om de grenzen van mannen te respecteren als het op seks aankomt. Ik realiseerde me pas onlangs hoe ik ervan uitging dat mannen altijd seks willen. Ik probeer die verwachting af te leren en voer gesprekken met mijn huidige partner om er zeker van te zijn dat ik hem niet dwing om tegen zijn wil seks met me te hebben.”
Seks is ingewikkeld, zegt Van de Bongardt. En vaak gebeurt grensoverschrijdend gedrag omdat degene die het doet niet goed weet waar iemands grens ligt. “Hoe moet je dat weten als je niet goed hebt geleerd hoe je een seksuele relatie moet aangaan, en dat de ervaring, de wensen en de grenzen van een ander heel anders kunnen zijn dan die van jou?”, zegt ze. “Een goede vuistregel is dat je bij elke partner elke keer checkt wat de ander wil. Als je dat niet doet, dan kun je soms in de fout gaan.”
Iemand aangesproken
Meer dan een derde van de respondenten (35 procent) heeft weleens iemand aangesproken op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Degene die aangesproken wordt reageert vaak defensief, vertellen studenten. “Vooral verontwaardiging: ‘want dan kan je helemaal niets meer’ of ‘het is toch een grapje’”, vertelt een masterstudent van de ESSB. Bij een andere student eindigde na het aanspreken een vriendschap. Maar niet altijd wordt het slecht ontvangen. Een ESHCC-student sprak tijdens een feest iemand aan die haar bovenbeen aanraakte. “Hij snapt mij en verontschuldigde zich.”
Een derdejaars ESSB-student heeft een keer iemand aangesproken die de billen aanraakte van een meisje dat hij kende. “Het vereiste wel agressie vanuit mijn kant, maar het is goed afgelopen. Hij bood zijn excuses aan, ook al was het met veel ‘ja, maar’.”
Volgens Verbeek zit in de motivatie om iemand op seksueel grensoverschrijdend gedrag aan te spreken hem in de perceptie van controle over de uitkomst. “Dat wil zeggen: of je denkt dat het zin heeft om iemand hierop aan te spreken. En als je iemand hebt aangesproken, stopt het gedrag dan ook echt, of wordt het gebagatelliseerd met iets als ‘Het is toch een grapje’? Het kan een gevoel van machteloosheid geven en een verminderde motivatie om het nog eens te doen, als je merkt dat iemand aanspreken geen zin heeft.”
En daarom moeten we volgens Van de Bongardt als gemeenschap duidelijke afspraken hebben over wat acceptabel is en wat niet. “De universiteit kan bijvoorbeeld al beginnen met duidelijke communicatie over ongewenst gedrag tijdens de Eurekaweek, waarin studenten worden geïnformeerd over wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is en welke sancties eraan verbonden zijn als je die grenzen over gaat. Samen kunnen we ervoor zorgen dat de EUR een veilige en prettige plek wordt voor iedereen.”
Onlangs heeft de universiteit een manifest van Amnesty International om seksueel geweld onder studenten tegen te gaan ondertekend. Ook ligt er een actieplan, gericht op bewustwording onder studenten en professionalisering in het behandelen van meldingen. “We willen graag een gesprek voeren met studenten over instemming: wat is consent? Hoe ga je met elkaar om? Hoe geef je en vraag je dat?”, vertelt Gwen de Bruin van het Diversity and Inclusion Office, die betrokken was bij het opstellen van het actieplan. “Maar ook over waar je terecht kan op de universiteit als er iets is gebeurd.”
Onderdeel van het actieplan zijn trainingen voor en gesprekken met studenten. “We willen graag tijdens de Eurekaweek beginnen met een campagne over hoe we met elkaar omgaan en waar je grensoverschrijdend gedrag kan melden. We willen alle momenten benutten waarop we studenten tegenkomen”, vertelt De Bruin.
293 studenten vulden tussen 24 maart en 10 april de enquête van Erasmus Magazine in. Daarin kregen ze vragen over hun ervaringen met seksuele grensoverschrijding en meldingen daarvan, hun eigen gedrag en ideeën over wat seksueel grensoverschrijdend is. Vrouwelijke studenten zijn oververtegenwoordigd in het onderzoek. 66 procent van de respondenten is vrouw, tegenover 55 procent van alle EUR-studenten. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor LHBTI+-studenten, hoewel dat moeilijk te zeggen is aangezien niet bekend is welk deel van de studenten tot de LHBTI+-gemeenschap behoort.
Door die oververtegenwoordiging is het mogelijk dat seksueel grensoverschrijdende ervaringen iets vaker gerapporteerd zijn, want uit andere onderzoeken blijkt dat vrouwen en LHBTI+-personen vaker grensoverschrijdende ervaringen rapporteren. Tegelijkertijd zien we geen grote verschillen met de uitkomsten op vergelijkbare vragen in eerder onderzoek onder studenten.
Wil je meer weten over de aanpak van het onderzoek? Lees dan deze uitgebreide verantwoording. Of lees hier de uitgebreide reactie van rector magnificus Annelien Bredenoord.