In 2019 en 2020 kregen de vertrouwenspersonen van de universiteit twintig meldingen van studenten over seksueel grensoverschrijdend gedrag per jaar. Officiële klachten bij de Commissie Ongewenst Gedrag komen weinig voor. Tussen 2016 en 2020 waren dat er tien, slechts een van die klachten werd gegrond verklaard. Het aantal meldingen is volgens de vertrouwenspersonen zo laag, dat er geen zicht is op de omvang van de problematiek met ongewenst gedrag.
Erasmus Magazine besteedt in een serie artikelen aandacht aan seksueel grensoverschrijdend gedrag onder studenten. Dit is deel 3.
Deel 2: ‘Het voelt alsof ik degene ben die wordt gestraft voor de aanranding, en niet de dader’
Deel 3: De universiteit heeft nauwelijks zicht op seksueel grensoverschrijdend gedrag onder studenten
Deel 4: Wat studenten verstaan onder seksueel grensoverschrijdend gedrag
“Over het werkelijke aantal incidenten waarbij studenten slachtoffer zijn van ongewenst gedrag op de campus is niets bekend”, schrijven de vertrouwenspersonen in hun jaarverslag over 2019. “We vermoeden dat de problematiek groter is dan we zien.” Ze pleitten daarom voor onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag onder studenten. Die oproep herhalen ze in het jaarverslag van 2020 nog eens.
Onderzoek bevestigt vermoeden
Onderzoek van EM laat zien dat het probleem inderdaad veel groter is dan bekend bij de universiteit, in ieder geval op het gebied van seksueel grensoverschrijdend gedrag. In een enquête onder bijna driehonderd studenten zeggen twee op de drie studenten weleens seksueel grensoverschrijdende ervaringen te hebben sinds ze aan de Erasmus Universiteit studeren. Bijna de helft van die studenten maakt weleens mee dat dat gedrag komt van een medestudent of een docent.
Toch meldt maar een klein deel zich bij de universiteit, bijvoorbeeld bij een vertrouwenspersoon, studieadviseur of studentenpsycholoog. Van de studenten die aangeven dat ze seksuele penetratie of orale seks tegen hun wil hebben meegemaakt heeft 80 procent dat niet gemeld, bij andere vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag meldt meer dan 90 procent het niet.
Er zijn veel manieren waarop mensen de seksuele grenzen van anderen overschrijden. Dat kan digitaal gebeuren, bijvoorbeeld via seksueel getinte opmerkingen op social media of dickpics. Of verbaal: bijvoorbeeld catcalling, seksueel getinte grappen of opmerkingen over iemands seksuele voorkeur of uiterlijk. Veel studenten maken ook fysiek grensoverschrijdend gedrag mee. Denk aan ongewenst aangeraakt of gezoend worden, bijvoorbeeld tijdens het uitgaan. Maar ook aan verkrachting.
“Dit onderzoek bevestigt wat wij al vermoedden”, zegt Debra Young, een van de centrale vertrouwenspersonen op de Erasmus Universiteit. “Seksueel grensoverschrijdend gedrag komt veel voor en wordt vaak niet gemeld. Dat heb je ook gezien bij The Voice. Dat is onder medewerkers en studenten op de universiteit niet anders.”
Schaamte en laag verwachtingspatroon
Studenten hebben allerlei redenen om seksueel grensoverschrijdend gedrag niet te melden. Bij studenten die aangeven dat ze weleens penetratie tegen hun wil hebben meegemaakt, speelt schaamte een grote rol, net als het gevoel dat ze zelf medeverantwoordelijk waren. “Het melden betekent dat je accepteert dat je verkracht bent”, zegt een ESE-studente bijvoorbeeld. “Ik ben daar nog niet klaar voor, in ieder geval niet openlijk.”
Het verwachtingspatroon dat studenten hebben van een melding is laag. ‘Ik had niet het idee dat het zou helpen’ is bij alle vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag een van de meest genoemde redenen om geen melding te maken. Studenten die het wel melden zijn soms teleurgesteld in de afhandeling. “Er is niks mee gebeurd”, schrijft een student over diens melding bij een vertrouwenspersoon van penetratie zonder instemming. “En dat kan ook niet, want er zijn geen ooggetuigen of fysiek bewijs. Ik zou heel graag willen dat deze persoon vervolgd en gestraft wordt, maar ik ga geen eindeloze procedure aan zonder uitkomst. Dat zou mij veel schade aandoen, zonder dat er wat goeds mee gebeurt.”
Sancties zijn lastig
“Ik krijg daar kippenvel van, dit soort casussen: daar moeten we ons voor schamen”, zegt universitair hoofddocent Daphne van de Bongardt. Ze is verbonden aan het Erasmus Love Lab en doet onderzoek naar romantische relaties en seksueel welzijn van jongeren. “We moeten dit type meldingen veel serieuzer nemen.” Ze vraagt zich hardop af wat op deze manier voor studenten de voordelen zijn van een melding. “Misschien heeft het momenteel zelfs wel vooral nadelen. Als je al je moed bij elkaar hebt geraapt om met je ervaring naar iemand toe te gaan en vervolgens gebeurt daar niets mee, my goodness. Je gaat twijfelen aan jezelf, je schaamt je, je krijgt het idee dat het misschien niet serieus wordt genomen.”
Dat geldt niet alleen op de Erasmus Universiteit, benadrukt Van de Bongardt, maar ze ziet dat overal. “Bij de politie is jarenlang gewerkt aan hoe ze omgaan met dit soort meldingen. Ook daar waren een paar jaar geleden nog hele zure verhalen over wat je meemaakt als je aangifte wil doen van verkrachting. Dat is gelukkig beter geworden.”
Het Centrum voor Seksueel Geweld biedt hulp aan iedereen die een ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt. Je kunt gratis en anoniem chatten of bellen met 0800-0188.
De universiteit heeft vertrouwenspersonen voor medewerkers en studenten waar je ongewenst gedrag kunt melden. Zij luisteren naar je verhaal en kunnen je helpen en doorverwijzen. Daarnaast is er een klachtenregeling ongewenst gedrag.
Ook Martin Blok, coördinator van het netwerk vertrouwenspersonen en samen met Young een van de centrale vertrouwenspersonen bij de EUR, herkent dat lage verwachtingspatroon. “Studenten verwachten vaak dat een vertrouwenspersoon hun zaak wel even oplost, maar dat kunnen wij niet. Wij kunnen luisteren, naast je gaan staan, je ondersteunen en je doorverwijzen of bijstaan in het vervolg, maar we kunnen niet veel actie ondernemen.” Dat leidt soms tot teleurstelling in de verdere afhandeling van een melding, in de strafmaat of dat het niet lukt om sancties op te leggen. Desondanks is het toch belangrijk om melding te maken van wat er met je is gebeurd, benadrukken Young en Blok. “Samen met de vertrouwenspersoon kijk je wat een wenselijk vervolg is na je melding, zonder waardenoordeel. Voor sommigen is het kunnen vertellen wat hen is overkomen al een belangrijke stap naar verwerking”, zegt Blok.
Het aantal sancties dat een universiteit kan opleggen is gering. Dan heb je het over waarschuwingen, een tijdelijke schorsing of een tijdelijk campusverbod en in uitzonderlijke gevallen verwijdering van de universiteit, vertelt Young. Blok benadrukt dat er ook bij verantwoordelijke medewerkers vaak onvoldoende kennis is over wat de universiteit kan doen wanneer seksueel grensoverschrijdend gedrag gemeld wordt. “Een opleidingsdirecteur of een decaan kan ook al veel doen. Bijvoorbeeld zorgen dat studenten niet meer in dezelfde collegezaal zitten. En een decaan kan een kleine commissie instellen om onderzoek te doen en heeft de bevoegdheid om sancties op te leggen. Maar de protocollen en verantwoordelijkheden zijn niet op alle faculteiten duidelijk.”
Niet erg genoeg of genormaliseerd?
Een deel van de studenten met seksueel grensoverschrijdende ervaringen ziet het nut van een melding niet in. Bijvoorbeeld omdat een incident buiten de campus plaatsvond, in het uitgaansleven of een studentenhuis. Toch ligt daar wel een rol voor de universiteit, vindt Blok. “Stel dat er op zaterdagavond tijdens het uitgaan iets gebeurt tussen twee studenten. Als je elkaar vervolgens tegenkomt op de campus of in de collegezaal, dan kan dat heel bedreigend zijn of onveilig voelen.”
Veel studenten geven aan dat ze hun ervaring niet erg genoeg vonden om te melden bij de universiteit. “Ik vond het niet erg. Het was iets wat ik niet wilde doen, maar we waren beiden onder de invloed en hij bedoelde er niets kwaads mee”, legt een tweedejaars studente bijvoorbeeld uit. Een RSM-studente vond het niet nodig om een incident met ongewenste aanraking in een studentenhuis te melden. “Ik heb diegene er die avond zelf op aangesproken en ook nog een keer toen we allebei nuchter waren.” Niet iedere grensoverschrijdende ervaring wordt door studenten als probleem gezien.
Voor een deel is dat ook omdat bepaald grensoverschrijdend gedrag, zoals ongewenste aanrakingen, genormaliseerd is. “Aanraking zonder instemming gebeurt zo vaak, te vaak om te tellen of er melding van te maken”, schrijft een eerstejaars Economie. “Het gebeurt zo vaak dat het niet de moeite waard voelt om het te melden. Het gebeurt bij iedereen die ik ken als we uitgaan”, vult een RSM-studente aan. Een ESSB-studente beaamt dat: “Elke vrouw of meisje maakt dit mee. Het ergens melden voelt niet als een optie, want het is de norm dat dit gebeurt.”
Weinig bekendheid
Ook zichtbaarheid en kennis spelen een rol. Een deel van de studenten die geen melding maakt, geeft daarvoor als reden dat ze niet wisten waar je grensoverschrijdend gedrag kunt melden. Weinig studenten zijn op de hoogte waar ze binnen de universiteit naartoe kunnen met seksueel grensoverschrijdende ervaringen, blijkt uit de enquête van EM. Een op de drie studenten die de vragenlijst invulden weet een vertrouwenspersoon te vinden. Slechts 12 procent weet waar je seksueel grensoverschrijdend gedrag kan melden en maar 7 procent weet waar je een officiële klacht kunt indienen.
“Er is duidelijk werk aan de winkel”, zegt Van de Bongardt. “Het weerspiegelt een bepaalde organisatiecultuur en maatschappelijke normen en waarden. We beschouwen veel grensoverschrijdend gedrag als grijs gebied, er wordt een beetje gepolderd, dingen worden vooral informeel opgelost. Daardoor wordt niet expliciet gecommuniceerd wat wel en niet oké is. Het is noodzakelijk dat er meer voorlichting, professionalisering en monitoring komt.”
In de Verenigde Staten, bijvoorbeeld, wordt veel eerder geëscaleerd naar officiële meldingen en klachtenprocedures, ziet Van de Bongardt. “Daar zit natuurlijk ook een niet per se nastrevenswaardige cultuur van aanklagen achter. Maar het is wel duidelijker.” Vertrouwenspersoon Blok ziet ook dat buitenlandse universiteiten vaak duidelijkere protocollen hebben over seksueel grensoverschrijdend gedrag. “Zeker op universiteiten waar veel studenten op de campus wonen. Daar zijn vertrouwenspersonen, psychologen, maatschappelijk werkers en student life officers bij betrokken. Hier is het een beetje een ondergeschoven kindje onder die eufemistische paraplu ongewenst gedrag.”
Studenten praten er wel over
Het lage aantal meldingen hoeft overigens niet te betekenen dat studenten hun verhaal niet kwijt kunnen, denkt Blok. Hij ziet een verschil tussen Nederlandse en internationale studenten. Veel van de meldingen bij de vertrouwenspersonen komen van internationale studenten. “Dat is deels omdat zij hun eigen netwerk hier niet hebben. In die zin zijn ze kwetsbaarder dan Nederlandse studenten. Die kunnen hun verhaal misschien wat makkelijker elders kwijt.”
Dat blijkt ook uit de enquête van EM. De meeste studenten die seksueel grensoverschrijdend gedrag meemaken, praten daarover, meestal met vrienden, een partner, studiegenoot of huisgenoot.
Waarom melden toch belangrijk is
Toch is het belangrijk om wel melding te maken, zeggen experts en vertrouwenspersonen. Young begrijpt dat meldingen uitblijven als studenten het gevoel hebben dat er niets mee gebeurt. “Maar als je het niet meldt, gebeurt er sowieso niets.” Bovendien denkt ze dat meldingen helpen om inzicht te krijgen in de problematiek en bij het maken van beleid.
“Al die verschillende soorten seksueel grensoverschrijdende ervaringen van onze studenten moeten we beter in het vizier hebben”, zegt ook Van de Bongardt. “Al die dingen zijn niet oké. Sommige vormen zijn zelfs strafbaar. Het is belangrijk om te erkennen dat het gebeurt. Meldingen serieus nemen draagt bij aan transparantie en zichtbaarheid. En goede interventieprocedures achteraf dragen ook bij aan preventie.” Hoe meer aandacht er is voor seksueel grensoverschrijdend gedrag, hoe duidelijker het voor studenten en de hele EUR-gemeenschap is wat wel en niet acceptabel is.
Ook volgens Blok is er werk aan de winkel. “Met een netwerk van vertrouwenspersonen heb je alleen het loket geregeld. Bij wat er voor en achter dat loket gebeurt is nog veel te winnen. De universiteit heeft zich bijvoorbeeld gecommitteerd aan het manifest van Amnesty International om seksueel geweld onder studenten tegen te gaan. Daarin staat onder andere dat de universiteit trainingen moet aanbieden over instemming. Het is echt van essentieel belang dat er meer bewustwording wordt gecreëerd en meer voorlichting wordt gegeven over dit onderwerp.”
De Erasmus Universiteit heeft een actieplan om seksueel geweld onder studenten tegen te gaan. Het doel daarvan is om studenten te helpen praten over gelijkheid, vrijwilligheid en wederzijdse instemming bij seks. Zo worden er dit jaar workshops en trainingen georganiseerd voor studenten, over wat je kan doen als je seksueel grensoverschrijdend gedrag ziet en hoe je instemming kunt geven of vragen tijdens seks. Daarnaast komt er dit jaar een bewustwordingscampagne op de campus en organiseren de vertrouwenspersonen een training voor Eurekaweekgidsen, zodat zij weten wat ze kunnen doen als ze grensoverschrijdend gedrag zien tijdens de introductie. De universiteit werkt ook aan een centraal meldpunt waar studenten en medewerkers ongewenst gedrag kunnen melden. Lees hier de uitgebreide reactie van rector magnificus Annelien Bredenoord.
293 studenten vulden tussen 24 maart en 10 april de enquête van Erasmus Magazine in. Daarin kregen ze vragen over hun ervaringen met seksuele grensoverschrijding en meldingen daarvan, hun eigen gedrag en ideeën over wat seksueel grensoverschrijdend is. Vrouwelijke studenten zijn oververtegenwoordigd in het onderzoek. 66 procent van de respondenten is vrouw, tegenover 55 procent van alle EUR-studenten. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor LHBTI+-studenten, hoewel dat moeilijk te zeggen is aangezien niet bekend is welk deel van de studenten tot de LHBTI+-gemeenschap behoort.
Door die oververtegenwoordiging is het mogelijk dat seksueel grensoverschrijdende ervaringen iets vaker gerapporteerd zijn, want uit andere onderzoeken blijkt dat vrouwen en LHBTI+-personen vaker grensoverschrijdende ervaringen rapporteren. Tegelijkertijd zien we geen grote verschillen met de uitkomsten op vergelijkbare vragen in eerder onderzoek onder studenten.
Wil je meer weten over de aanpak van het onderzoek? Lees dan deze uitgebreide verantwoording.