Als het onderzoek van een onafhankelijke commissie naar de banden tussen de Rotterdam School of Management (RSM) en de fossiele industrie niet leidt tot heldere uitkomsten, zal de Onderwijsinspectie een onderzoek instellen en zal de minister zich beraden op verdere acties. Dat zegt Minister Jet Bussemaker van Onderwijs in reactie op het rapport over de banden tussen de bedrijfskundefaculteit en de fossiele industrie, dat vorige maand verscheen.
Dat rapport van duurzaamheidsdenktank Changerism (getiteld A Pipeline of Ideas, hier te lezen) stelde vast dat er innige banden bestaan tussen de RSM en fossiele-energie-bedrijven. Changerism beschrijft in het rapport verschillende manieren van samenwerking en hoe de fossiele industrie daarvan profiteert. De auteurs van het rapport plaatsen (onder andere) vraagtekens bij de onafhankelijkheid en integriteit van enkele wetenschappelijke onderzoeken, samenwerkingsovereenkomsten met bedrijven als Shell waarin het bedrijf een formele rol lijkt te krijgen in het vormgeven van het curriculum en de fysieke aanwezigheid van dergelijke bedrijven op de campus. Letterlijk staat bijvoorbeeld in een convenant met Shell dat een van de belangrijkste doelen van de samenwerking is ‘for Shell to potentially influence the design of the RSM curriculum and the profile of students who attend the BSc/MSc/MBA programmes’.
‘Meedenken juich ik toe, sturen niet’
Instellingen zijn verantwoordelijk voor het vaststellen van de inhoud van het onderwijs en het bepalen van het curriculum. Volgens minister Bussemaker mogen bedrijven betrokken worden, maar geen beslissende invloed hebben. “Meedenken over de inhoud van het onderwijs om te weten wat een student moet kennen en kunnen op de arbeidsmarkt juich ik toe, sturen in het curriculum niet.” Dat schrijft de minister aan de Tweede Kamer, naar aanleiding van het Changerism-rapport over de banden tussen de fossiele industrie en de RSM.
Minister wacht onderzoek integriteitscommissie af
Het rapport noopte de universiteit tot maatregelen. Zo kondigde de RSM aan een register op te zetten om alle banden met het bedrijfsleven in kaart te brengen. In een interview met EM gaf decaan Steef van de Velde aan dat de RSM alle samenwerkingsovereenkomsten met bedrijven tegen het licht wil houden en waar nodig zal aanpassen. En een onafhankelijke commissie (over de precieze opdracht en samenstelling vindt nog overleg plaats) moet faculteitsbreed onderzoeken of de banden met externe partijen en bijbehorende procedures voldoen aan de beginselen van wetenschappelijke integriteit.
Tot die commissie wetenschappelijke integriteit uitkomsten van haar onderzoek presenteert, wil Bussemaker zich niet inhoudelijk uitspreken over het Changerism-rapport. De universiteit onderneemt volgens haar in dit stadium ‘voortvarend en adequaat actie’. Ook heeft de minister de EUR gevraagd om ervaringen met het openbaar register voor samenwerking met derden te delen met andere universiteiten. Als dat register leidt tot meer transparantie zou het een aanvulling kunnen zijn op de Nederlandse Gedragscode voor Wetenschapsbeoefening.
Onderwijsinspectie
Wel houdt de minister in haar brief al rekening met vervolgstappen. Zo houdt ze de mogelijkheid open dat de Inspectie van het Onderwijs een eigen onderzoek instelt en dat er verdere acties plaatsvinden, ‘mocht het onderzoek van de commissie niet leiden tot heldere uitkomsten’.
Bussemaker schreef de brief naar aanleiding van een verzoek om een Kamerdebat over het rapport van Changerism. Wanneer dat debat plaatsvindt, is nog niet bekend.