De Rotterdam School of Management (RSM) stelt een externe commissie wetenschappelijke integriteit aan om de relaties met bedrijven te onderzoeken. Dat is besloten naar aanleiding van het dinsdag verschenen rapport van duurzaamheidsdenktank Changerism over de banden tussen de faculteit en fossiele-energie-bedrijven.
Daarnaast komt de faculteit met een openbaar register waar alle relaties met het bedrijfsleven in staan en worden de samenwerkingsovereenkomsten met corporate partners tegen het licht gehouden. Hoewel de RSM zich niet kan vinden in de conclusies van Changerism en de beschuldigingen over gebrekkige wetenschappelijke integriteit ongegrond acht, vindt decaan Steef van de Velde het nodig om deze drie vervolgacties te ondernemen.
Wetenschappelijke integriteit

“We hebben niets te verbergen. Onze wetenschappelijke integriteit is van het hoogste niveau”, zegt Van de Velde telefonisch. “En dat kunnen we zelf wel roepen, maar het is beter dat externe experts dat zeggen. Daarom heb ik het College van Bestuur verzocht een externe onafhankelijke commissie in te stellen om onderzoek te doen naar de wetenschappelijke integriteit in onze relaties met het bedrijfsleven.”
Die commissie moet faculteitsbreed de banden met externe partijen onderzoeken. De precieze opdracht en de samenstelling van de commissie worden binnenkort vastgesteld. “Je moet dat onderzoek ongeveer als volgt zien: Het gaat om de relaties die we onderhouden met het bedrijfsleven, maar ook met de civil society en met de overheid. We willen weten of die relaties de toets van wetenschappelijke integriteit kunnen doorstaan en of we onze procedures zodanig hebben ingericht dat we de risico’s minimaliseren.”
Register met bedrijven
Zoals de RSM al aankondigde in een eerste reactie op het onderzoek van Changerism, gaat de faculteit een openbaar register aanleggen waarin alle banden met de private sector worden opgenomen. In dat register moet alle samenwerking met het bedrijfsleven voor iedereen toegankelijk zijn. Niet alleen contractonderzoek valt daar onder, maar ook onderzoek dat gebruik maakt van bedrijfsdata, gastcolleges van externen, scripties en stages van studenten, somt Van de Velde op. “Er moet niet alleen in staan welk bedrijf betrokken is, maar ook de aard van de relatie, en eventuele financiële transacties.
Dat register kan niet op korte termijn gerealiseerd worden, zegt Van de Velde. “Het is een enorme klus om dit voor elkaar te krijgen. We moeten nog nadenken over de opzet, de dataverzameling en over manieren om het te ontsluiten. We hebben heel veel relaties met het bedrijfsleven. Dat moeten we allemaal in kaart gaan brengen. Ik verwacht nu dat we daar structureel twee of drie mensen voor nodig hebben.”
‘Ongelukkige formulering’
Ook de samenwerkingsovereenkomsten worden tegen het licht gehouden, vertelt Van de Velde. In de samenwerkingsovereenkomst tussen Shell en de RSM staat dat een van de doelen is ‘for Shell to potentially influence the design of the RSM curriculum and the profile of students who attend the BSc/MSc/MBA programmes’. Dat is een uiterst ongelukkige formulering, zegt Van de Velde: “Dit moeten we natuurlijk aanpassen. We gaan nog eens kritisch kijken naar al die samenwerkingsovereenkomsten. Het is echt niet zo dat een bedrijf direct invloed kan hebben op het curriculum. We zijn wel met allerlei partijen in overleg om te zorgen dat ons curriculum relevant is. Dat gaat over wat voor business skills een student moet hebben om succesvol te zijn op de arbeidsmarkt. Het zou veel beter zijn als er in zo’n overeenkomst staat dat Shell bijvoorbeeld mede reflecteert op de waarde van ons curriculum.”
– De faculteit een openbaar register aanleggen waarin alle banden met de private sector worden opgenomen. Wellicht een idee om dit EUR breed in te voeren voor alle faculteiten en niet alleen RSM?
– Ongelukkige formulering…ING schijnt ook direct invloed uit te kunnen oefenen op het curriculum van RSM. Is dit wel zo ongelukkig geformuleerd of was het een bepaalde norm bij RSM….. https://www.ftm.nl/artikelen/ook-ing-mag-meebepalen-over-het-curriculum-van-rotterdamse-faculteit
– Het instellen van een externe commissie wetenschappelijke integriteit is gewenst. Ik hoop dat de commissieleden onafhankelijk en onpartijdig zijn uit hoofde van hun aanstelling….
Reageren niet meer mogelijk.