Het zaallicht gaat aan. De actrice neemt luchtig en bescheiden haar applaus in ontvangst. Ik herken haar eenzaamheid, maar hou mijn tranen in, want ik wil mijn kwetsbaarheid niet uitleggen aan de ouderen die om mij heen zitten.
Ik ben met een vriendin bij La Voix Humaine van theater Mooi Weer. Voorafgaand aan de voorstelling kregen we een kerstdiner, ook al is het januari. Naast mij zat een glamoureuze vrouw, in de zeventig. Haar dure colbert stak af tegen de grijze buitensportkleding van de andere gepensioneerden. Ze had haar haar geföhnd en zich opgemaakt. Ik zag dat de glitters van haar oogschaduw in haar kraaienpootjes waren gaan zitten.
Haar date kwam 40 minuten te laat met het excuus dat de tram was uitgevallen. Ze had nerveus op hem zitten wachten, de kaartjes stonden op haar naam. Hij was in de tachtig en richtte zich niet naar haar toen hij over de gebouwen vertelde die hij had ontworpen als architect. Er was weinig oogcontact tussen de twee. Ze keek naar het eten op haar bord en at er niet van. Ik probeerde haar blik te vangen en ze knipoogde naar me, op de manier waarop oma’s naar baby’s in kinderwagens kunnen knipogen.
Na de voorstelling blijven we met elkaar in gesprek. De man vraagt niet naar haar mening over La Voix Humaine, hij vraagt überhaupt weinig. De vrouw trekt haar jas aan en drentelt. “Ik ga …”, zegt ze tegen haar vriend, maar hij begrijpt de hint niet. Hij pakt zijn telefoon en laat ons op Google Maps al zijn flats zien. Op een enkeling na, zijn mijn vriendin, hij en ik de laatsten in het theater. Onze wijn is op en ik onderbreek hem: “Waarom heb je je vriendin niet naar buiten vergezeld?”
Het kan hem weinig schelen, zij vindt hem leuker dan hij haar. Hij heeft nog vier andere vriendinnen en dat weet zij ook. Zij heeft zelf ook meerdere mannen om mee naar het theater te gaan. Hij laat foto’s zien van al zijn liefjes, samen op vakantie en uit eten. Ze zien er mooi uit. Dan laat hij oude foto’s van zichzelf zien, en van zijn vrouw. Zij staat in een keuken, in haar pyjama en met een losse knot. Ze waren 52 jaar getrouwd, tot zij plots overleed.
Hij legt zijn telefoon neer, zet zijn bril af en gaat achterover zitten. We kijken in stilte naar het lege podium.