Ik liep de metro bij Wilhelminaplein uit in een stroom van senioren. Een dame vroeg mij hoe ze naar het Luxor Theater kon komen en ik wees haar naar de gang met de horizontale roltrap. Opgetogen bedankte ze me en ik verloor haar uit het oog. Buiten zag ik haar toch nog steeds verdwaald. Ze verontschuldigde zich dat ze nog nooit in het theater was geweest, dat rood boven ons uitstak. Ik kwam erachter dat ze had gehoord over een optreden en toen bekende ze blozend dat ze hier was om te dansen. Ik was gecharmeerd door haar nieuwe avontuur. Zelf moest ik bij het café aan de achterkant van het theater zijn, dus zwaaiden we elkaar uit terwijl we de weg overstaken. Ze huppelde bijna.
Zelf was ik een aantal weken geleden bij een studentengala van een niet nader te noemen vereniging. Ik was voor de klok twaalf uur sloeg alweer vertrokken. Mijn fragiele toestand kon de hoeveelheid polyester in de ruimte niet aan. Ik was verblind door het woord gala en had het woord student even genegeerd. Het was dus wel een beetje mijn schuld dat ik teleurgesteld thuiskwam en mijn pijnlijke hakken uitdeed. Misschien had ik van het plastic kunnen genieten als ik mijn parels thuis had gelaten.
Vanuit het café in Luxor sloop ik binnendoor om de flirtende ouderen te ontdekken. De big band was aan het pauzeren en iedereen zat op stoeltjes aan de wijn of de koffie. Kletsend, of in stilte hand in hand. Ik heb mijn oudere vrouw niet meer gezien, maar ik wens haar sjans toe. Dat woord wordt niet meer zo vaak gebruikt, maar mijn liefde voor oudere mensen heeft me geleerd dat sjans succesvolle flirt betekent. Het is iets wat mensen boven de vijftig zeggen als ze zich weer jong voelen.