In een cirkel zitten twaalf studenten op wat versleten banken, een blauwe, een bruine en een van hout. Het is de commissie van Skadi achter de Rottebokaal, de grootste roeiwedstrijd die de studentenroeivereniging organiseert. Tweeduizend mensen stonden bij de vorige editie langs de kant. Een kronkelende, nog jonge appelboom is onderdeel van het rondje mensen.
Die boom maakt dat oud-president Gilles Luyendijk hier nog steeds graag komt. Luyendijk en Niels van Rooijen roeiden samen in hun eerste jaar bij Skadi, zaten samen in het bestuur, waren huisgenoten en vrienden. De boom is geplant ter nagedachtenis aan Niels. Vrijdag doopt de vereniging een boot ter ere van de student die iets meer dan een jaar geleden overleed. Zijn dood gaf de missie om van Skadi een vereniging voor iedereen te maken extra lading.
In dit verhaal gaat het onder andere over zelfdoding. Heb jij suïcidale gedachten? Bel Stichting 113 anoniem via 113 of 0800-0113 (gratis), of praat via de chat op de website 113.nl. Medewerkers zijn 24 uur per dag, zeven dagen per week bereikbaar.
Wil je gewoon even met iemand praten? Dat kan ook op de universiteit. Loop binnen in The Living Room of maak een afspraak met een studentenpsycholoog.

De lach verdween
Niels zit slecht in zijn vel aan het begin van 2021. Hij doet twee studies, Fiscale economie en Economie en bedrijfseconomie. Door de studielast, de lockdowns en het overlijden van zijn oma loopt hij meer en meer vast, vertelde zijn zus Inge later in het AD. Ondertussen knalt Niels door, ook bij zijn geliefde Skadi. In de zomer van 2021 begint hij als bestuurslid, het wedstrijdroeien is zijn verantwoordelijkheid. “Hij was overal bij”, vertelt Annemijn de Kleer, dit collegejaar president bij Skadi. “Hij hoefde dat niet toe doen. Op zaterdagochtenden fietste hij om zeven uur ’s ochtends langs de kant mee met de wedstrijdploegen. Voor een gewone training, niet speciaals. Zo was hij.”
Het ging in het jaar 2021-2022 steeds slechter met Niels, dat merkte ook zijn huisgenoot. “Het was duidelijk dat Niels een depressie had”, vertelt Luyendijk. “Iedereen kende hem van zijn brede lach, twee duimen in de lucht op foto’s. Die lach verdween op een gegeven moment. Niels was voor de zomer minder en minder op de vereniging, dat viel op. Daarvoor was hij bij elke wedstrijd van elke ploeg, of ze nou laatste stonden of gingen blikken die dag.”
Zijn huisgenoten bellen aan het begin van de zomer van 2022 de crisisdienst. Het gaat heel slecht met hem, hij heeft een poging tot zelfdoding gedaan. Niels komt op een wachtlijst en gaat weer bij zijn ouders wonen. Veel studenten gaan in de zomer terug naar huis, de vereniging ligt stil tot de Eurekaweek. De huisgenoten gaan ervan uit dat ze in het nieuwe academisch jaar weer compleet zijn.
Rouwende vereniging
“Een paar dagen voor zijn dood was ik bij Niels in Amstelveen”, vertelt Luyendijk. “Dit klinkt misschien heel gek, maar het voelde toen alsof ik echt mijn oude maat terug had. Hij had een traject afgerond, hij maakte het vanuit de hulpverlening verplichte huiswerk. We hebben het over banen gehad, dat we over een week zouden fietsen met wat ploeggenoten. Nu weet ik dat hij op dat moment al zijn besluit genomen had, hij heeft een boekje achtergelaten. Hij had op dat moment geen zorgen meer aan zijn hoofd, geen stress.”

De scheiding tussen persoonlijke rouw en rouw binnen de vereniging viel Fabien Schoenmakers, de president van afgelopen jaar vrij zwaar. Na het overlijden van Niels staat zowel het bestuur van Luyendijk, als dat van Schoenmakers volledig in de regelstand. Wat doen ze met de Eurekaweek, wat gaan ze doen met een stille tocht, wie regelt bloemen en een boek voor de herdenking in de ergometerzaal?
Het is na die tijd aan Schoenmakers en zijn bestuur om het verlies een plek te geven in de vereniging. “Niet iedereen gaat hier op dezelfde manier mee om. Je kan ook niet een hele nieuwe lichting die hem niet kent, dwingen te rouwen. Wij”, hij wijst naar zijn voorganger en opvolger, “dragen dit altijd met ons mee. Iedereen die hem kende.”
Durven begint hier
‘Men sist
Men gist
Men vist
En men beslist, en zo ist.’
Het is een van de bordjes aan de muur van de vergaderruimte voor commissies. Overal hangen relikwieën van de vereniging. Foto’s van overwinningen, vaandels, bordjes, posters. Al ruim voor het overlijden van Niels werd in deze ruimte gesproken over toen naderende, nu afgelopen lustrumjaar en het thema dat gekozen moest worden. “Dorsten. Durven begint hier.” Dat thema wordt bekendgemaakt met een video. Hierin zie je een jongen worstelen met hoe hard hij is voor zichzelf. Is hij wel sterk genoeg om de top te bereiken? Hoe zouden leden reageren als ze weten dat hij op mannen valt?
De video kreeg veel aandacht in de Nederlandse roeiwereld, besturen van andere verenigingen spraken hun bewondering uit. “Roeien is heel moeilijk”, legt huidige president De Kleer uit. “Het is vaak rotweer, het waait, je krijgt blaren op je handen, je gebruikt je hele lichaam. De tendens is: je houdt je mond en je bijt maar door de zure appel heen. De techniek in het roeien is dusdanig fijn dat je een uur kan praten over een milliseconden in de doorhaal. Je kan het zo ver uitpluizen en roeiers zijn mensen die dat doen. Ze zijn naar zichzelf net zo hard. Roeien is over je grenzen gaan. Wij zeggen met dit thema: luister ook even naar jezelf. Durf ook dat aan.”

Die missie heeft sinds de dood van Niels een extra dimensie gekregen. De bestuurs- en commissieleden willen een vereniging waar iedereen zich thuis voelt en iedereen zichzelf kan zijn. Dat komt terug in het thema, maar ook in een commissie die hiervoor opgericht wordt, hoe ze met elkaar omgaan en kleine ingrepen om tradities bij te sturen.
Op de borst van het wedstrijdshirt prijkte tijdens het lustrumjaar het lustrumlogo in de regenboogkleuren. Als je wilt dat iedereen zichzelf kan zijn, dan moet je werken aan een veiligere vereniging, vindt Schoenmakers. “91 procent van de roeiers in Nederland is wit, het gros is man, hoog opgeleid”, vertelt Luyendijk. “Roeien is duur. Het is een ons-kent-ons-wereldje.”
De Kleer knikt heftig bij de woorden van haar voorgangers. “Veel mensen zeggen dat liefde tussen dezelfde genders al geaccepteerd is, maar het wordt hooguit getolereerd. Veel, zeker wat oudere roeiers, willen geen twee mannen zien zoenen. Ze willen er ‘niet mee geconfronteerd worden’. Dat is niet goed genoeg.”
De landelijke roeibond zegt, naar gevoel van de lustrumcommissie veel over inclusiever willen zijn, maar actie blijft uit. “Dan nemen wij de leiding wel”, zegt Rui de Boer van die lustrumcommissie. Veel roeitradities zijn al honderd jaar of bijna een eeuw oud. Als voorbeeld geeft De Boer een date vragen voor het jaarlijkse gala. De man vraagt de vrouw met een blauwe brief, in een schrikkeljaar vraagt de vrouw de man met een roze brief. “Wat als je als man een man wil meevragen, of als vrouw een vrouw?” De Boer valt op mannen en liep zelf tegen dit soort vragen aan in zijn eerste jaar. “Een inclusievere vereniging was voor mij dus al vanaf dag één een onderwerp. Toen ik binnenliep vroeg ik mij af: wat kan ik delen en hoe zou er gereageerd worden? Dat moest ik eerst een beetje aftasten voor ik iets durfde te zeggen.”

Juist de club nog fijner willen maken
De vereniging nog fijner maken voor meer verschillende mensen, dat drijft de bestuurs- en commissieleden. “We komen hier allemaal graag, maar we zien ook dat het beter kan”, vertelt Skadiaan Marieke van der Pijl. Samen met vijf andere vrouwen, waaronder president De Kleer, schreef ze vorig jaar een brief aan het bestuur. “We hoorden van meerdere vrouwen dat de sfeer niet altijd even prettig was. Vrouwen worden vaak onderbroken, worden meer geobjectificeerd dan mannen.” Allemaal zaken die in de hele wereld gebeuren, zegt De Kleer, maar binnen hun vereniging zagen ze een kans om de sfeer aan te pakken.
Daarom wordt Van der Pijl dit jaar voorzitter van een nieuwe commissie over diversiteit en inclusie. “We willen niets opleggen, maar kleine stapjes zetten. Iedere vijf jaar wordt deze vereniging helemaal vernieuwd, want studenten studeren af. We willen vrij subtiel het gesprek aangaan, zodat ook mensen die Niels niet hebben gekend weten dat het belangrijk is om te blijven praten.” Het plan is om evenementen te organiseren, bijvoorbeeld over mentale gezondheid.
Een bijna honderd jaar oude vereniging veranderen is niet altijd makkelijk, leerde Luyendijk. Hij was bijvoorbeeld enthousiast over de workshops over consent en seksualiteit van studentenorganisatie Gelijkspel, maar hij kreeg ook kritiek dat zijn bestuur de workshops tijdens het kennismakingskamp organiseerde. “‘Is dit nou nodig?’, ‘Kan het niet na de introductie?’, die reacties kregen we vorig jaar”, vertelt Luyendijk. “Dit jaar hoorde het erbij.” Dat beaamt Schoenmakers: “Het stond in het draaiboek van vorig jaar, zo krijg je nieuwe tradities.”
Skadi wint de Varsity
Soms worden tradities ter plekke gemaakt. In april wonnen de vrouwen van Skadi voor het eerst de Varsity, de belangrijkste roeiwedstrijd van het jaar. Het hoogst haalbare voor de vereniging. Schoenmakers: “Dan moet je kiezen. Hoe eer je deze winnaars? Gewoon hetzelfde als de mannen natuurlijk. We sprongen meteen allemaal het water in, ze kregen een koetsrit en witte jasjes.” De Kleer voelt het enthousiasme weer. “We dragen allemaal zwarte jassen, leden dragen witte broeken en het bestuur zwarte. Met een witte jas en zwarte broek val je op. Eerstejaars moeten alle namen van de Varsitywinnaars uit hun hoofd leren, daar zitten nu óók vrouwennamen tussen.”
Voor Luyendijk was deze Varsity de eerste zonder Niels. Deze wedstrijd winnen was voor Niels een grote droom. “In de auto vroeg een coach hoe het met mij ging”, vertelt Luyendijk. “Ik zei: ‘Ja, eigenlijk gewoon helemaal kut.’ Die dag was geweldig door die overwinning. Maar als je na de winst richting de boot zwemt, zwem je wel zonder iemand die mee had willen zwemmen.”
Durf hulp te vragen
De commissieleden én bestuursleden zien na het overlijden van Niels één grote verandering: Skadianen praten meer met elkaar. “Niet iedereen begrijpt elkaar, maar als je aangeeft dat iets je kwetst, wordt er geluisterd”, vertelt De Kleer. “Gesprekken gaan vaker over hoe het écht gaat. Het overlijden van Niels heeft daar een grote rol in gespeeld. We weten nu hoe belangrijk het is zo’n gesprek aan te gaan.”
Het gevoel heerst in de vereniging dat de leden die de rouwperiode van vorig jaar hebben meegemaakt makkelijker om hulp vragen. De Boer hoopt dat de nieuwe eerstejaars dat ook durven. “Durf hulp te vragen”, is zijn boodschap. “Je zal zien dat veel meer mensen, echt meer dan je denkt, voor je klaar zullen staan. En wees jezelf. Het is zonde als je niet jezelf bent in je studententijd.”

Ontzettend mooi artikel en een verfrissende houding van deze studenten. Het vergt lef om in zo’n dominante cultuur dit soort gesprekken aan te willen gaan. Elk klein stapje is er een.
Reageren niet meer mogelijk.