Het aantal klachten over ongewenst gedrag stijgt, vertellen Willeke Bezemer en Erik van den Emster van de Commissie Ongewenst Gedrag. Ze behandelden vorig jaar tien en in 2021 negen klachten. In de jaren daarvoor ging het om enkele zaken per jaar. Meestal gaan die klachten over seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen studenten.

Erik van den Emster is jurist en studeerde rechten aan de Erasmus Universiteit. Hij was onder andere strafrechter en voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak. Sinds 2020 is hij voorzitter van de Commissie Ongewenst Gedrag.

Willeke Bezemer is seksuoloog en psycholoog. Als oprichter en eigenaar van het bureau Bezemer & Schubad houdt ze zich sinds de jaren negentig bezig met advies, onderzoek en training over ongewenste omgangsvormen. Ze zit al meer dan tien jaar in de commissie.

De maatschappelijke aandacht voor #metoo en seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft veel losgemaakt, verklaart Bezemer de toename in het aantal klachten. Sinds de jaren negentig houdt ze zich met haar bureau Bezemer & Schubad bezig met onderzoek, advies en trainingen over ongewenste omgangsvormen. “Er is nu een enorme push in bewustwording. En tot mijn grote plezier gaat dat niet alleen over incidenten, maar steeds vaker over hoe organisaties grensoverschrijdend gedrag kunnen voorkomen.”

Klachten van studenten en medewerkers over ongewenst gedrag komen terecht bij de Commissie Ongewenst Gedrag. Die klachten kunnen gaan over allerlei vormen van ongewenst gedrag: discriminatie, pesten, agressie, maar meestal gaan ze over seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Zwart-wit oordelen

De commissie hoort de klager en beklaagde en vaak ook getuigen en brengt advies uit aan het College van Bestuur over een oordeel en mogelijke maatregelen. Van den Emster: “In het strafrecht gaat het om bewijs. Hier kun je met iets mindere mate van aannemelijkheid, met ernstig vermoeden, zeggen: het is wel zo gegaan.”

Het gebeurt zelden dat een klacht gegrond wordt verklaard. Tussen 2016 en 2021 gebeurde dat één keer. “Vaak gaat het over een grijs gebied”, legt hij uit. “Het kan totaal uiteenlopen wat klager en beklaagde verklaren, zeker als het gaat om een erotische, emotionele situatie waar niemand anders bij is geweest. Helaas moet je dan soms oordelen dat iets niet voldoende vast is komen te staan.”

Dat betekent niet dat een klager niet geloofd wordt door de commissie, zegt hij. “Als beklaagde sta je in de kou wanneer de commissie zegt: we doen er geen uitspraak over. We moeten wel een beetje zwart-wit oordelen.”

Seksuoloog Bezemer benadrukt dat het normaal is dat er af en toe iets misgaat in seksuele relaties van studenten. Dat hoort bij hun levensfase. “Niemand bouwt zonder missers harmonieus een seksuele carrière op. Dat kan heel pijnlijk zijn, maar het is niet altijd een dader-slachtofferverhaal. We moeten goed kijken hoe grof grensoverschrijdingen zijn. Want mensen moeten de gewone missers kunnen maken, daar leer je je grenzen van kennen.”

Seksueel grensoverschrijdend gedrag themaweek ervaringen studenten verhaal1 #metoo – Migle Alonderyte

Lees meer

Schrijnende gevallen zijn geen uitzondering bij seksueel grensoverschrijdend gedrag onder studenten

Twee op de drie studenten geeft in een enquête van Erasmus Magazine aan dat ze weleens…

Wenkbrauwen fronsen

Slechts 7 procent van de studenten weten waar ze een klacht kunnen indienen als ze seksueel grensoverschrijdend gedrag meemaken, bleek vorig jaar uit een enquête van Erasmus Magazine. Het is een van de redenen dat Bezemer en Van den Emster een interview geven. De commissie opereert normaal gesproken in de luwte, omdat de procedures vertrouwelijk zijn. Daarom zeggen ze niets over individuele zaken.

Commissie Ongewenst Gedrag-COG- seksueel grensoverschrijdend gedrag-Paper_Femke Legué
Beeld door: Femke Legué

“Je moet de drempel om te klagen zo laag mogelijk maken”, zegt Bezemer. Die drempel is nu te hoog, omdat de commissie niet bekend genoeg is. “Er gebeurt heel veel meer dan bij ons terechtkomt. Als dat allemaal buiten de commissie opgelost wordt, dan is dat prima. Beter zelfs. Maar als dat niet zo is, moeten mensen een klacht kunnen indienen.”

Zelfs bestuurders volgen niet altijd de juiste procedure omdat ze de regels en de commissie niet kennen. Van den Emster vertelt over een situatie bij een van de faculteiten. “Er bleek dat daar meer speelde. Toen is er een extern bureau ingehuurd om dat te onderzoeken, met goedkeuring van het College van Bestuur. Dat deed onze wenkbrauwen fronsen: we hebben hier toch een commissie voor? Of gaan we bij alles wat een beetje ingewikkeld wordt een extern bureau inschakelen?” Bezemer: “De rechtszekerheid is erbij gebaat dat je hetzelfde handelt in zulke gevallen. Anders ontstaat de perceptie van willekeur.”

De Commissie Ongewenst Gedrag is te bereiken via [email protected] of +310104081993. Meer informatie over de commissie en de klachtenprocedure staat hier op de website van de universiteit.

De universiteit heeft ook vertrouwenspersonen voor medewerkers en studenten waar je ongewenst gedrag kunt melden. Zij luisteren naar je verhaal en kunnen je helpen en doorverwijzen.

Het Centrum voor Seksueel Geweld biedt hulp aan iedereen die een ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt. Je kunt gratis en anoniem chatten of bellen met 0800-0188.

Procedure duurt lang

“Een lang en pijnlijk proces”, zo noemde een student de procedure van de Commissie Ongewenst Gedrag vorig jaar in een interview in Erasmus Magazine. Ze had een klacht ingediend en vond dat de behandeling te lang duurde, dat ze vragen kreeg die de schuld bij haar legden en dat de commissie viel over onbenullige details in haar woordkeuze. “Ja, klopt, het duurt lang”, zegt Van den Emster. “Maar zorgvuldigheid en snelheid zijn niet elkaars vrienden.”

Hij legt uit dat de klager en beklaagde afzonderlijk gehoord worden. Daar worden verslagen van gemaakt, waar de ander weer op kan reageren. Vaak is het ook nodig om getuigen te horen. De commissie heeft tien weken om een klacht te behandelen en advies uit te brengen.

Die termijn wordt altijd gehaald, aldus de commissieleden. Daarna neemt het College van Bestuur een besluit. Daar blijft het nog weleens liggen. “Laat ik het netjes verwoorden: er wordt niet altijd direct over beslist.”

“Slachtoffers hollen niet meteen naar een commissie”, vult Bezemer aan. “Die moeten daar eindeloos over nadenken. Wikken, wegen, ze hebben er vaak al met anderen over gesproken, of met een vertrouwenspersoon. Een klacht komt ook niet altijd meteen bij ons terecht, maar eerst bij een decaan of hoofd van een dienst.” Daardoor lijkt het proces voor iemand die een klacht indient ook langer, denkt ze.

De commissie zou betrokkenen graag in elkaars nabijheid horen. Dat zou de snelheid ten goede komen. “Maar niet iedereen wil dat, dus de mogelijkheid om apart gehoord te worden moet blijven bestaan.”

Seksueel grensoverschrijdend gedrag meldingen studenten themaweek 1 – Elzeline Kooy

Lees meer

De universiteit heeft weinig zicht op seksueel grensoverschrijdend gedrag onder studenten

Slechts een klein deel van de studenten die aangeven dat ze seksueel grensoverschrijdend…

Gelooft u me niet?

Dat de procedure soms pijnlijk is herkennen ze ook. “We moeten lastige, gedetailleerde vragen stellen om een klacht te kunnen onderzoeken. Dat leggen we vooraf ook uit”, zegt Bezemer. “Jonge mensen vinden dat lastig. ‘Gelooft u me niet dan?’ Vragen stellen is soms al zo’n affront dat je bijna uitgerangeerd bent als commissie. Maar dat we vragen stellen betekent niet dat we ze niet geloven.”

“Je kunt met een klachtenprocedure ook meer kapotmaken dan je lief is. Soms is een klacht ontvankelijk, maar is er een oplossing met minder impact.” Namen van getuigen, medestudenten of collega’s, komen in de verslagen terecht. De betrokkenen mogen die verslagen inzien. “Dan lees je precies wat je collega wel of niet gezegd heeft. Dat gaat mensen niet in de koude kleren zitten.”

De zedenpolitie voert vaak een oriënterend gesprek als iemand aangifte wil doen. Dat zouden de commissieleden ook een goed idee vinden. Van den Emster: “Dan weet je als klager wat de stand van zaken is en wat de werkwijze van de commissie is. Daar ligt ook een taak voor de vertrouwenspersonen.”

Taalbarrière

Een ander kritiekpunt dat de commissie vaak krijgt is dat er een taalbarrière is als een van de betrokkenen geen Nederlands spreekt. De procedure moet ‘formeel juridisch’ in het Nederlands, legt Van den Emster uit. Dat is omdat iemand altijd verder kan procederen en dan is de voertaal ook Nederlands. Betrokkenen kunnen wel een tolk aanvragen, maar alleen naar het Engels.

Daar zitten de commissieleden mee in hun maag. “Voor bijna iedereen in de procedure is Engels de tweede taal”, zegt Bezemer. “Je zal maar je emoties in een andere taal moeten verwoorden aan iemand voor wie dat ook niet de eerste taal is.” Dat kan leiden tot misverstanden en interpretatiefouten. “Woorden hebben in vertalingen net een andere betekenis. De woordenschat is beperkter. Nuances zijn makkelijker in je eigen taal en in deze commissie luistert de nuance nauw.” Daarom ligt er nu een voorstel om tolken te gebruiken die naar de eigen taal van de klager en beklaagde te vertalen.

Scherpere definitie

De commissie worstelt met de vraag wanneer grensoverschrijdend gedrag een zaak voor de universiteit is. “Gebeurt iets op de campus, in een gebouw waar veel studenten wonen of college volgen, is het duidelijk”, zegt Bezemer. “Als iets zich tussen twee collega’s heeft afgespeeld ook.”

Maar wat als grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt buiten de campus, of tussen twee studenten die in de praktijk weinig met elkaar te maken hebben? “Het komt weleens voor dat we een klacht krijgen over iets wat zich heeft afgespeeld tussen twee studenten die niet bij dezelfde vereniging zitten, niet dezelfde colleges volgen, niet dezelfde gebouwen frequenteren, niet aan dezelfde faculteit studeren. Volgens mij moet je de klacht dan niet ontvankelijk verklaren.”

“We hadden laatst een zaak van een medewerker van een koffiegelegenheid op de campus”, geeft Van den Emster als voorbeeld. Daar kan de commissie niets mee, legt hij uit, want de universiteit heeft geen zeggenschap over personeel van ondernemers. “Ik denk dat het reglement nog eens herzien moet worden. We hebben behoefte aan een scherpere definitie zodat het duidelijk is welke gevallen de commissie moet behandelen.”

Wieneke Gunneweg – Levien Willemse

Lees meer

Het is tijd voor bewustwording, en leuke seks

De resultaten uit het EM-onderzoek naar seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn…