Kees Vink is sinds 2013 hoofd van de afdeling Life Sciences, de bètarichting van het Erasmus University College. Hij werkte daarvoor als hoofd van het Laboratorium Kindergeneeskunde, een subafdeling van het Sophia Kinderziekenhuis, en is van huis uit bioloog. De leerstoel die Vink sinds november 2020 bekleedt, is een zogenaamde netwerkleerstoel waarin de universiteit samenwerkt met Het Natuurhistorisch Museum Rotterdam. Het EUC werkt sinds de start in 2013 samen met partners in de stad op het gebied van natuureducatie. Behalve met het Natuurhistorisch werkt het EUC onder andere met Diergaarde Blijdorp, Arboretum Trompenburg en de botanische tuin in de Afrikaanderwijk.
Het is een warme middag als we aan een wandeling beginnen vanaf Het Natuurhistorisch Museum via de Westzeedijk naar Het Park (bij de Euromast). “Kijk”, zegt Vink, “daar wijs ik mijn studenten altijd op”, en hij richt zijn blik op het alsmaar groeiende woud van hoogbouw in Rotterdam. “Het is toch niet goed om zo te wonen, zo losgezongen van de natuur?” Tegelijk begrijpt hij het dilemma van schaarse grond: de hoogte in gaan betekent dat er niet meer open ruimte met woningen wordt gevuld.
De vos en de rat
De mens en de stad en hoe zich dat verhoudt tot de natuur. Dat is het vraagstuk waarover hij zich in zijn leerstoel buigt. Zo zit hij sinds kort, uit hoofde van zijn nieuwe functie, in de gemeentelijke commissie Dierenwelzijn en stadsnatuur. De club adviseert de gemeente over natuur in de stad. En dan kun je zomaar in een discussie over de vos terechtkomen: leuk dier, als roofdier deel van het ecosysteem, zegt de een. Ja, maar de vos vreet alle meeuwen op dus moet bestreden worden, zegt de ander.
Of wat te denken van de rat. Veel mensen griezelen ervan. “Maar”, zegt Vink, “waar de mens is, is de rat en daar kan die rat niks aan doen. De mens heeft zich, vanuit culturele en religieuze gronden de toppositie in de natuur toegeëigend, en dat is eigenlijk gek. De vos heeft er niet om gevraagd om met de macht van de mens rekening te moeten houden. We zouden het moeten omdraaien, dat de mens haar macht, en kennis, gebruikt om de natuur te helpen. Want we hebben er een potje van gemaakt.”
Moderne stad
Hoe doet de stad Rotterdam het eigenlijk op natuurgebied? “Je ziet dat veel gemeentes, ook Rotterdam, wel aandacht hebben voor natuur in de stad, maar er moet meer gebeuren. Rotterdam heeft z’n naam en faam te danken aan het imago van een moderne stad, en wordt daar nu voor gestraft. De hoogbouw moest groot en veel, maar de vraag is of je, waar stenen zijn, meer stenen moet maken of ook natuur. Nodig voor de biosfeer, maar ook voor het welbevinden van de mensen zelf.”
Toch ziet Vink ook dat niet alle stadsbewoners zin hebben in natuur voor hun deur. “Dan wil de gemeente groen in de wijk, en dan vinden de mensen dat vies en onveilig. Het besef moet omdraaien dat je deel bent van de natuur en de natuur nodig is voor ons voortbestaan.”
Natuur in Nederland die je móet bezoeken, volgens Kees Vink
- Iedere Rotterdammer móet een keer in Arboretum Trompenburg zijn geweest.
- Fietsen langs de Rotte, dichtbij en echt heel mooi.
- Meijendel, deel van het Nationaal park Hollandse Duinen, tussen Den Haag en Wassenaar.
Introspectie
Vink is niet al te optimistisch over de bereidheid van de mens om iets te doen aan bijvoorbeeld het enorme energieverbruik. “Soms word ik er een beetje moe van. We zouden allemaal elektrisch moeten gaan rijden, maar dat is niet per se beter. Want waar komt je batterij vandaan, en hoe wordt die elektriciteit opgewekt? Ook met fossiele brandstoffen.
“En als ik dan zie dat tegenwoordig iedereen op een elektrische fiets rijdt, niet alleen ouderen, dan word ik weleens sceptisch. Het vergt veel introspectie om te veranderen, dat merk ik ook bij mezelf. Ik vlieg deze zomer naar Griekenland, misschien is het wel de laatste keer of ga ik langzaam naar nooit meer vliegen. Het is als stoppen met roken of een dieet, de verleidingen zijn overal om je heen en dat maakt het moeilijk.”
Over de huidige generatie studenten is hij hoopvoller. “Ik zie dat studenten wel echt wat doen. Steeds meer vegetarisch eten, afval scheiden, geen plastic bekers meer. Verandering moet verder via het onderwijs gaan. In direct contact met elkaar bespreken dat we niet goed bezig zijn.”
Korstmossen
Maar kennen ze de natuur? Laatst liet Vink in een college het geluid van gierzwaluwen horen. Voor hem het ultieme geluid van lange warme zomerdagen. Zijn studenten herkenden het niet. Waren het misschien vogels die ruzie hadden? Een beetje teleurgesteld was hij wel. Niet dat iedereen een vogelkenner moet zijn zoals hij. Zelf heeft hij ook een app nodig om planten te herkennen, je kunt niet alles weten. Vink pleit voor bewustwording van je eigen positie in de natuur, snappen wat je ziet en je realiseren dat je daar als mens onderdeel van bent. Want dat is niet alleen een verrijking, maar noodzakelijk om de natuur te redden.
Daarom laat hij studenten onderzoek doen naar natuur in de stad. Zo studeren er dit jaar twee studenten af op korstmossen (bekend als indicatoren voor luchtkwaliteit) in de stad. Een van hen vergeleek de aanwezigheid van korstmossen op elzen in twee verschillende wijken en combineerde dat met gegevens over de luchtkwaliteit in die wijk. Hoewel niet significant, bleek dat er in de omgeving van groen meer korstmossen (en meer verschillende soorten korstmos) op de bomen zaten. En zo werken studenten ook mee met projecten in Het Natuurhistorisch en Diergaarde Blijdorp, voor studiepunten of vrijwillig. Kortom, er is hoop.
Zelf is Vink een vogelaar, en draagt hij zijn achternaam met trots. Lopend richting het verborgen parkje van Historische Tuin Schoonoord aan de rand van Het Park herkent hij meteen een roodborst die ons – in de perceptie van de mens – begroet, maar waarschijnlijk laat weten dat we z’n territorium binnendringen.