Tussen 31 oktober en 12 november is er in Glasgow een klimaattop aan de gang. Wereldleiders en afgezanten spreken dagenlang over de toekomst van het internationale klimaatbeleid. De conferentie is bedoeld om internationale afspraken uit de Parijsconferentie in 2015 aan te scherpen. Zo hebben landen destijds afgesproken om per land de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de opwarming van de aarde te beperken tot anderhalve graad in 2100.
De beloftes uit Parijs zijn onvoldoende om de opwarming voldoende terug te dringen, bleek onlangs uit het Emission Gap Report. In Glasgow zijn de lidstaten van de Verenigde Naties in overleg over manieren waarop ze dat doel wel kunnen halen. De conferentie gaat ook over de vraag of er meer geld moet gaan naar ontwikkelingslanden om de opwarming tegen te gaan.
Lege woorden
Veel studenten op campus Woudestein geloven niet in de daadkracht van de politieke leiders op de klimaatconferentie. Voor het Tinbergengebouw zit bedrijfskundestudent Marco Hussein (18) donderdag te lunchen. Hij ziet het niet snel gebeuren dat klimaatproblemen echt snel worden opgelost. “Leiders nemen hun verantwoordelijk uiteindelijk niet. Ze lopen weg van hun verantwoordelijkheid, het zijn lege woorden”, zegt hij.
Masterstudent Economie en rechten Geert Stad (22) is net zo pessimistisch. Hij ziet het niet gebeuren dat de totale temperatuur op aarde voor 2050 echt anderhalve graad omlaag kan worden gebracht. “Dat is echt zonde, ik wil ook gewoon kunnen genieten van het leven.”
Bedrijfskundige Anil Palandin (41) ziet het ook niet snel gebeuren dat er wat gaat veranderen“, zegt hij gekscherend. Ik volg het niet echt. Maar het gaat nu de verkeerde kant op. Wereldleiders gaan niets veranderen.”
De 22-jarige marketingstudent Mandy Kho denkt wel dat het nuttig is dat er een conferentie plaatsvindt. “Leiders moeten hier samen over nadenken en beslissingen over maken. Ik wil zelf graag bij een bedrijf werken dat met duurzaamheid bezig is, maar dat is niet genoeg. Je moet dit internationaal organiseren.”
Doelen
Sommige studenten maken zich zorgen over het feit dat de klimaatdoelen van het Parijsakkoord in 2015 niet gehaald worden. Over de oplossing voor dat probleem verschillen ze van mening.
Volgens hbo-student Adrian Tienda (21, Toerisme) werkt het demotiverend om grote doelen te stellen die niet haalbaar zijn. “Het werkt altijd beter wanneer je een doel stelt dat haalbaar is, zo ben je gemotiveerd als iets wel lukt, dan wil je nog wat op je nemen. Dat geldt denk ik ook voor klimaatdoelen. Het feit dat we achterlopen helpt landen niet om beter hun best te doen.”
Niet afwachten
Bedrijfskundestudent George Turow (21) merkt wel op dat het niet goed is om af te wachten wat grote machten als Amerika gaan doen. “Joe Biden heeft aan geloofwaardigheid ingeboet doordat het hem in de VS afgelopen oktober niet is gelukt om zijn plannen voor de transitie naar groene stroom door de senaat te loodsen. We kunnen daarom niet meer naar Amerika kijken. Daar gaat het ook niet goed.”
Daar is communicatiestudent Irim Akin (25) het mee eens. “Alle landen voelen veel minder noodzaak om iets aan de klimaatnormeringen te doen doordat Amerika en China niet echt meedoen. Maar dat is een verkeerde houding. Zo verandert er niets.” Haar vriend, de bedrijfskundestudent Orkhan Tunaw (25) is het daarmee eens en voegt er wat aan toe. Armere landen worden volgens hem vaak vergeten. “De EU kan zich op klimaatvlak makkelijk organiseren. Afrikaanse landen hebben het nakijken. Ik kan me heel goed voorstellen dat ze niets willen doen als ze geen extra steun krijgen.”
Bibliotheekmedewerker René Verwijmeren (58) denkt wel dat het feit dat Joe Biden aanwezig is een grote impact gaat hebben. “Doordat hij in Glasgow is, laat hij zien dat hij het klimaat wel een stuk serieuzer neemt dan Trump en dat is goed nieuws.” Verwijmeren is hoopvol gestemd. “Ik denk wel dat iedereen weet dat er nu echt actie ondernomen moet worden. De rest volgt Glasgow. Dat zie je nu ook al. Grotere bedrijven investeren steeds meer in duurzame oplossingen. Ik zit zelf in de lokale politiek in Etten-Leur en daar investeren we ook in zonnepanelen. Dat gaat uiteindelijk de goede kant op.”