“De welbekende corona-aanpak van Forum voor Democratie in het gewaad van Herstel NL”, noemde Thierry Baudet afgelopen week tegen de NOS de plannen van de groep Herstel NL. De club economen, medici en wetenschappers die pleit voor een risicogericht beleid waarbij ouderen en kwetsbaren geïsoleerd worden en jongeren meer ruimte krijgen, tot het coronavirus is uitgewoed. Afgelopen weken startten ze een grote campagne, inclusief posters in bushokjes, een donatiepagina, veel media-aandacht, gevolgd door een roast in Zondag met Lubach. Hoogleraar Bestuur en beleid van de gezondheidszorg Roland Bal is een van de initiatiefnemers van Herstel NL en was tot voor kort betrokken bij het platform: “Associaties met Forum – een partij die de ontkennershoek toch omarmt – is precies wat we wilden voorkomen.”
Heb je kritiek op het regeringsbeleid omtrent corona, dan kunnen er zo maar groepen en partijen mee aan de haal gaan, zonder dat je dat wil. Wat moet je als wetenschapper dan met je (genuanceerde) kritiek op het huidige coronabeleid? Hoogleraar Publieksfilosofie Marli Huijer (ESPhil), gezondheidshoogleraar Roland Bal (ESHPM) en Henri Beunders, emeritushoogleraar Ontwikkelingen in de Publieke Opinie (ESHCC), vertellen over hun rol in het coronadebat en de zes lessen die daaruit te trekken zijn.
Les 1. Vermijd de associaties waardoor je standpunt wordt gediskwalificeerd
Bewaak je genuanceerde positie, dat is koorddansen. Hoe doe je dat? Bal: “Er is een sterke polarisatie in het debat. Oproepen van Herstel NL werden al snel gedeeld door de anti-coronabewegingen, we zagen onze letterlijke woordkeuze terugkomen in uitspraken van Baudet en de zijnen. Hij deed zelfs alsof wij zijn plannen aan het uitwerken waren. Maar Herstel NL wilde niet in de groep belanden die ontkent wat er aan de hand is en wilde ook niet met een bepaalde politieke partij geassocieerd worden. Dan word je namelijk al snel afgeschreven als viruswaanzinnige of niet serieus genomen. Je kunt het virus ook serieus nemen en tegelijkertijd kritisch zijn op het beleid.”
Wat Bal met Herstel NL probeerde is om die associaties te voorkomen: voorzichtig zijn in de communicatie en uitstraling naar de buitenwereld en binnen de groep Herstel NL goed overleggen. “Ik krijg veel LinkedIn-verzoeken, daar kijk ik goed naar voor ik ze accepteer. Ook hadden we binnen onze groep veel discussie over wat we wel en niet kunnen zeggen. De belangrijkste afweging daarin: voor de duidelijkheid vasthouden aan één boodschap: een gedifferentieerd beleid voor verschillende groepen. We hadden binnenskamers wel meer kritiekpunten, maar dit was het belangrijkste en daar traden we mee naar buiten.”
Les 2. Ga niet naar podia waar men baadt in het eigen gelijk
Publieksfilosoof Marli Huijer heeft minder last van associaties met groepen die het bestaan van een virus ontkennen. Hoe zij dat voorkomt? Ze gaat plekken uit de weg waar alleen maar ruimte is voor één mening. “Voor mij is het belangrijkste dat ik kies voor platforms waar het debat centraal staat”, zegt Huijer, die vanaf het begin van de crisis bepleit dat er meer ruimte moet zijn voor creativiteit, het leven met de dood en vrijheid voor jongeren. “Zo probeer ik te voorkomen dat het medium waar ik aanschuif me als wetenschapper puur gebruikt om zijn eigen handelen of standpunt te legitimeren. Maar ik sluit media ook niet bij voorbaat uit. Zo wil ik nog eens langsgaan bij Café Weltschmerz, als ik in debat mag met iemand die een heel andere visie heeft dan ik.”
Dat debat is heel belangrijk, vindt Huijer, ook over de coronamaatregelen. “Dan kom je tot de beste oplossingen. Het is daarbij mijn taak als filosoof om al het gangbare te bevragen. Vooral in mijn vak, de publieksfilosofie, gaat het om die kritische geluiden. Daarbij is het nodig om zoveel mogelijk perspectieven te horen, ook minder voor de hand liggende.”
Wetenschap draait op een motor van steeds weer vragen durven stellen, zegt de filosoof. “Die moet de wetenschapper vervolgens falsificeren. Ook verhalen die te waanzinnig zijn om te denken, kunnen toch aanzetten tot denken. Die drijvende kracht haal je weg als je sommige geluiden bij voorbaat uitsluit.”
Les 3. Meld je alleen als je écht wat inhoudelijks hebt toe te voegen aan het debat
Emeritushoogleraar Henri Beunders was na de eerste golf als externe adviseur betrokken bij de evaluatie van het coronabeleid. Hij denkt dat het niet helpt in het debat dat het gezag van de expert de laatste jaren is ondermijnd. Deels valt die ontwikkeling te wijten aan de universiteit, vindt hij. “De universiteit is net als Coca-Cola of Philips een fabriek geworden waar de kwantiteit van betalende studenten belangrijker is geworden dan de kwaliteit van kennis. De overdreven focus op maatschappelijke relevantie leidde ertoe dat elke snipper voorlopig onderzoeksresultaat via voorlichting de media in gestuurd wordt.”
Een andere ontwikkeling die bijdraagt aan de ondermijning van het gezag van de expert is dat iedereen dwangmatig als gelijk moet worden gezien, vindt Beunders. Dat heeft ook in het debat zijn weerklank. “De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens heeft de theorie van gelijkheid van de mensen tot wetmatigheid verheven. Sinds die gelijkheid een dwangneurose is geworden, is het standpunt van de burger: ‘Als jij zegt dat wij allemaal gelijk zijn, waarom moet ik dan naar jou luisteren, en luister jij niet naar mij?’. De komst van internet heeft dit versterkt. Het lijdt tot boosheid, want wetenschappers denken dat zij meer recht hebben om hun mening in de media te brengen dan de ‘tokkies’.”
Beunders: “In de huidige onzekerheid onder mensen is het daarom des te belangrijker dat zich alleen mensen melden die écht wat te melden hebben en niet zomaar wat meningen geven.” Die wetenschappers moeten, om goed bejegend te worden, ook kritisch kijken naar hun eigen argumentatie. Daar kunnen volgens Beunders soms drogredeneringen in zitten of eigen ervaringen die als feiten worden gepresenteerd.
Les 4. Bewaak als universiteit je onafhankelijke rol als vrijplaats voor kritiek
Huijer complimenteert de Erasmus Universiteit. “De universiteit doet het wat maatschappelijke bijdrage betreft ongelooflijk goed. Niet alleen virologen, maar ook filosofen, sociologen en gezondheidswetenschappers komen uitgebreid aan bod in het publieke debat. De universiteit laat zien dat ze binnen het publieke domein veel kennis in huis heeft. Ik ben trots als ik niet alleen Marion Koopmans, maar ook Bas Jacobs van de economische faculteit bij Op1 zie zitten.”
En er is in het publieke debat en de wetenschappelijke wereld ook genoeg ruimte voor die geluiden van academici, vindt Bal. “Je kunt natuurlijk geen onwaarheden verkondigen. Maar onlangs verwijderde LinkedIn een post van Nijmeegse wetenschappers die kritiek hadden op het coronabeleid, dat gaat te ver. Het was goed dat het College van Bestuur van de Radboud Universiteit zich vervolgens meteen daartegen uitsprak en dat kritische geluid de ruimte geeft. De onafhankelijkheid van wetenschappers staat nog steeds in hoog aanzien”, ervaart Bal.
Les 5. Invloed op de besluitvorming is (vooralsnog) minimaal
Als je je dan in het debat mengt, verwacht niet dat alles ineens verandert. Huijer: “Ik heb niet de illusie dat de interviews met mij enige invloed hebben op de besluitvorming.” Ze ziet dat het lastig is om niet-medische experts aan tafel bij bijvoorbeeld het OMT of het kabinet te krijgen. “Het parlement heeft daardoor onvoldoende kennis over de veelheid van perspectieven en hoe je die tegen elkaar afweegt.”
Bal: “Het is logisch dat medici, epidemiologen en virologen een belangrijke rol hebben. Daar zit de aard van de huidige crisis. Maar er zijn ook andere experts met andere kennis die neveneffecten van de maatregelen signaleren. Die hebben in de besluitvorming naar mijn mening te weinig stem.”
‘Je hoort vooral: ja, er is sprake van onderwijsachterstanden, meer mentale klachten, maar we móeten…’
“Ik mis bij de besluitvormers openbare reflectie over de maatschappelijke kosten van de maatregelen”, vervolgt Bal. “Je hoort ze veel zeggen: ja, er is sprake van onderwijsachterstanden, meer mentale klachten, maar het kan niet anders, we móeten… Dat is een logica die voorbijgaat aan alle bezwaren die niet medisch zijn. Er wordt automatisch vanuit gegaan dat het medische gevecht belangrijker is dan de neveneffecten.” Om daar een goede afweging in te maken kunnen andere experts helpen, denkt Bal, maar daar is weinig ruimte voor. Hoewel: “Bij de laatste persconferentie leek daar een kentering in te zijn: maatschappelijke effecten werden genoemd als versoepelingsreden.”
Hoe nu verder? Bal: “Zorg dat je naast het OMT ook een groep hebt die naar de maatschappelijke effecten kijkt en betrek beide geluiden in de besluitvorming. Als de scholen weer opengaan, beslis dan niet alleen met het OMT en het Kabinet hierover, maar overleg dat met pedagogen om te kijken of het naast virologisch ook pedagogisch verantwoord is om kinderen deels online en deels fysiek onderwijs te geven en hoe je dat dan het beste kunt doen.”
Les 6. Pas op voor te veel campagnevoeren
Herstel NL startte een campagne op onder meer de radio en met posters. “Dat heeft veel losgemaakt en is ook instrumenteel geweest om ruimte te creëren voor andere argumenten”, ziet Bal. “Tegelijkertijd is Herstel NL er ook enorm mee het politieke debat in getrokken.” Neveneffect: het vergrootte ook de druk binnen de groep. Krap een week na de start van de campagne stapten drie prominente leden uit de groep.
Een van hen, Bas Jacobs van de Erasmus School of Economics (ESE), zei tegen het Algemeen Dagblad dat hij vertrok omdat hij zich niet prettig voelde bij het feit dat de groep steeds meer een actiegroep werd. Ook Bal heeft zich inmiddels teruggetrokken. “De politisering maakt dat er niet meer naar je geluisterd wordt. Dan is het effect voorbij. Maar hopelijk hebben we ruimte geschapen voor een ander debat.” Zo blijft kritiek leveren koorddansen.