Onzekerheid is een terugkerend thema in de manier waarop de huidige coronacrisis mensen op verschillende manieren raakt. Het virus treft mensen die van oudsher en nog immer worstelen met voortdurende ontbering als gevolg van bestaande, historische en systematische ongelijkheid. Een precaire aanstelling houdt in dat je je, naast je lichamelijke gezondheid, ook over andere zaken zorgen moet maken.
Tijdelijke medewerkers, zeker promovendi, hebben een onzekere positie binnen de academische instelling, waarbij we van mening zijn dat de ‘business as usual’-benadering van de universiteit nadelig is voor onze gezondheid, veiligheid en sociaaleconomische positie. Onze zorgen komen voort uit een aantal kwesties, namelijk de volgende:
1) Onderzoek. De pandemie betekent dat de meeste promovendi niet verder kunnen met hun onderzoek, ongeacht of het gaat over gegevensverzameling in het algemeen, laboratoriumwerk, experimenten, archief- en/of veldwerk. Velen van ons kunnen deze verschillende vormen van gegevensverzameling niet vervangen door eenvoudigweg over te schakelen naar een online platform. Dit houdt in dat velen opnieuw moeten nadenken over gegevensverzameling en op zoek moeten gaan naar andere manieren om het promotietraject voort te zetten, dan wel binnen of buiten het kader van ons PhD-contract. Dit is een grote terugval die meer tijd en in sommige gevallen meer financiering vereist, om deze veranderingen het hoofd te kunnen bieden.
2) Onderwijs. Als promovendi zijn we tevens betrokken bij het onderwijs. Het plotseling omzetten van offline ontwikkeld onderwijs naar (verschillende) online platforms is een grote uitdaging. Dit heeft een wissel getrokken op de onderwijsmedewerkers, waaronder promovendi die zich nu niet alleen zorgen moeten maken over hun afstudeeronderzoek maar ook over ‘online lesgeven’. Dit heeft tevens een sterke weerslag op arbeidsomstandigheden, omdat we meer uren draaien en een poging moeten doen om door te gaan met ‘business as usual’, terwijl de scheiding tussen werk- en privéleven in sterke mate beperkt wordt door samensmelting van werk en thuis.
3) Mentaal en lichamelijk welzijn. In april 2020 heeft de Erasmus Universiteit een onderzoek uitgevoerd onder 5000 studenten en 1300 medewerkers om erachter te komen ‘hoe ze omgaan met thuis studeren en werken’. In het rapport staat het volgende: “Promovendi ervaren significant meer negatieve emoties zoals eenzaamheid, zorgen en onrust dan andere groepen medewerkers”. Dit komt niet als een verrassing. We staan bloot aan extra stress omdat de ‘business as usual’-benadering van de universiteit van ons verwacht dat we tijdens een wereldwijde pandemie ‘gewoon’ door blijven werken. Verschillende academici hebben al dringende aandacht gevraagd voor de mentale gezondheid van PhD-onderzoekers. Werken onder voornoemde omstandigheden verergert de situatie met betrekking tot ons mentale welzijn. Niet alleen ons mentale welzijn komt in gevaar, maar ook ons lichamelijke welzijn. De gebrekkige toegang tot goede werkplekken en kantooruitrusting brengt sommigen van ons in arbeidsomstandigheden die een negatieve impact op onze gezondheid hebben.
Wat willen wij? Wij stellen een paar eisen, namelijk de volgende: 1) Wij willen meer tijd: verlenging van onze contracten zodat we ons onderzoek goed kunnen aanpassen aan de omstandigheden waaronder we met zijn allen moeten werken. Dit kan op verschillende manieren uitgevoerd worden, door verlenging van PhD-contracten of door het aanbieden van verschillende manieren om het PhD-traject betaald voort te zetten. 2) Dit brengt ons op financiering. Er is mogelijk meer financiering nodig voor aanpassing aan veranderingen die nodig zijn om onze PhD-trajecten voort te zetten. En 3) flexibiliteit. Gezien het annuleren en uitstellen van verschillende PhD-vakken, vragen we om clementie ten aanzien van het benodigd aantal EC-punten om af te studeren. Bij het formuleren van deze eisen staan we niet alleen. Het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) heeft een verklaring uitgegeven waarin Nederlandse universiteiten aanbevolen wordt om promovendi te compenseren voor vertragingen.
Ook willen we dat de universiteit aandacht schenkt aan externe promovendi. Wegens contractverplichtingen bevinden zij zich in een positie waarin financiering en contracten gebonden zijn aan externe financieringsinstanties en instituten. We vragen de universiteit om deze promovendi tijdens deze crisistijd te helpen en te ondersteunen en hun worstelingen niet eenvoudigweg te negeren omdat ze ‘extern’ zijn. De universiteit zou bijvoorbeeld een fonds op kunnen zetten om mogelijke vertraging van externe promovendi te compenseren.
We begrijpen dat onze universiteit veel voor de kiezen krijgt en dat het voor ieder van ons een moeilijke tijd is. We begrijpen echter ook dat deze coronacrisis een grote wissel trekt op onze PhD-trajecten. We zijn daarom van mening dat wij als gemeenschap onze stem moeten verheffen om onze zorgen en eisen kenbaar te maken en om onze positie in deze tijden van crisis te verbeteren. We vragen de universiteit om aandacht te schenken aan tijdelijke werknemers, onderhoudsmedewerkers, ondersteunend personeel en studenten. Medewerkers en studenten bevinden zich in vergelijkbare, maar tegelijkertijd diametraal verschillende positie van onzekerheid. Als de universiteit onderwijs, studie en onderzoek waardeert, moeten deze verschillende groepen medewerkers en studenten op elke mogelijke manier geholpen en ondersteund worden. Zonder tijdelijke medewerkers, onderhoudsmedewerkers, ondersteunend personeel en studenten zou er geen universiteit zijn.
We zijn solidair met tijdelijke medewerkers, onderhoudsmedewerkers, ondersteunend personeel en studenten.
De ondertekenaars van de brief zijn hier te vinden. De brief ondertekenen kan ook via de link.