Het College van Bestuur (CvB) vermoedt dat één of meerdere medewerkers van de faculteit informatie hebben gestuurd naar NRC-journalist Frank van Kolfschooten over vermeend plagiaat door toenmalig decaan Dymph van den Boom. Daarom besloot het de e-mails van medewerkers te laten scannen door forensisch onderzoeksbureau Hoffmann Bedrijfsrecherche. Bronnen zeggen tegen EM dat minstens vijf, maar mogelijk zelfs twintig medewerkers zijn onderzocht. De Universiteitsraad vindt dat ze vooraf had moeten worden ingelicht.
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) stelt dat het CvB de Universiteitsraad om advies moet vragen, als bepaalde beslissingen gevolgen hebben voor ‘de goede gang van zaken’ op de universiteit (artikel 9.33a van de WHW). Raadsvoorzitter Hans van den Berg denkt dat het universiteitsbestuur had kunnen voorzien dat het onderzoek door Hoffmann Bedrijfsrecherche veel impact zou hebben op die ‘goede gang van zaken’. “Er was al veel onrust bij de faculteit door de fusieplannen en de plagiaataffaire. Ook is in de gemeente Maastricht een vergelijkbaar e-mailonderzoek gedaan dat tot veel ophef leidde.” In die zaak oordeelde de rechter dat de gemeente te ver gegaan was, onder andere omdat de gemeente de schijn wekte dat het onderzoek was ingesteld ‘bij wijze van represaille’ en omdat medewerkers werden onderzocht waarvan al duidelijk was dat zij niet het lek waren.
“Daarnaast is ict-privacy op dit moment zo’n gevoelig onderwerp. Dat zou ook al aanleiding moeten zijn om met de raad te overleggen. Bij het plaatsen van camera’s bijvoorbeeld, wat eigenlijk een kleinere inbreuk is op de privacy dan een e-mailonderzoek, worden wij al om instemming gevraagd”, aldus van den Berg.
Geschillencommissie
De Universiteitsraad vindt dat het College dus om advies had moeten vragen. Als de raad negatief geadviseerd had, dan had het CvB op zijn minst officieel notitie moeten maken dat het tegen het advies van de raad ingaat. “En daar hadden wij eventueel mee naar de geschillencommissie kunnen gaan.”
De raad maakt zich zorgen dat het e-mailonderzoek grote gevolgen heeft voor de universiteit: onder andere voor gevoelens van veiligheid onder medewerkers, mogelijke rechtszaken die onderzochte medewerkers aanspannen en de reputatie van de universiteit. Maar ook over de hoeveelheid ‘verspilde tijd’ die medewerkers van de ESHCC kwijt zijn aan deze zaak.
Niet tolereren
Het College van Bestuur reageerde dinsdagmiddag in de Universiteitsraad op vragen over het onderzoek. “We willen laten zien dat we dit soort gedrag (het vermeende plagiaatlek, red.) niet tolereren”, zei Roelien Ritsema van Eck, het derde lid van het CvB. “Medewerkers moeten hun werk kunnen doen in de wetenschap dat ze beschermd worden door procedures. Die procedures zijn in dit geval onterecht niet gevolgd. Wij vinden het niet oké als mensen met de media gaan praten als ze het ergens niet mee eens zijn.” Ze denkt juridisch sterk te staan. “We hebben ons uitgebreid laten informeren, en wij denken dat we de wet en alle privacyregels hebben gevolgd. Uiteraard gaan we heel voorzichtig om met de privacy van medewerkers.”
Waarom een “lek” onderzoeken als alle informatie die dit artikel betreft openbaar beschikbaar is?
Zelf ben ik afgestudeerd in wat in die dagen, voordat het steenkolenengels verplichte kost werd, nog Maatschappijgeschiedenis heette. Mij is indertijd verteld dat plagiaat zo’n beetje het ergste is wat je als wetenschapper, schrijver of journalist kunt doen. Het is dus al een veeg teken dat iemand met een dergelijke conduitestaat de scepter over de betreffende faculteit mocht zwaaien. Als het tegenwoordig staand beleid is bij de EUR om een heksenjacht te openen op de klokkenluiders teneinde de zaak zelf onder de pet te houden, dan kan ik de EUR niet langer serieus nemen als instelling waar wetenschappelijk onderwijs wordt gegeven en wetenschappelijk onderzoek wordt verricht. Meer in concreto: als het universiteitsbestuur vasthoudt aan deze lijn, dan krijgen ze mijn bul retour.
De reactie van het CvB in de NRC (2/10) getuigt van een onthutsende arrogantie
Als de universiteit toestaat om de mailfaciliteit die zij ter beschikking stelt aan haar medewerkers en studenten privé te gebruiken en zij niet van te voren uitdrukkelijk gemeld heeft dat zij ten allen tijde het recht heeft deze te controleren op inhoud is het bestuur (en elke ambtenaar die zich toegang verschaft of anderen toegang verschaft schuldig aan schending van de privacy. Hoogstens zou het bestuur in geval van crimineel of staatsgevaarlijk gedrag de politie of RVD toegang kunnen verlenen als die daar om zou vragen. Niet een “derde”.
Aangifte doen zou ik zeggen.
Reageren niet meer mogelijk.