Twee wetenschappers bespreken een route naar een duurzamere wereld in de maandelijkse talkshow van de EUR in de Schouwburg: Studio Erasmus. Ze houden een bevlogen pleidooi over CO2-heffingen, rekeningrijden en het politieke klimaat. Maar dan vraagt presentator Geert Maarse hoe het eigenlijk bij henzelf zit.
Industrieel ecoloog Arnold Tukker (Universiteit Leiden) biecht een van zijn ‘grote zondes’ op: hij vliegt veel. “Eigenlijk zou ik hier ter plekke mijn frequent flyer kaart moeten doorknippen.” Maarse, ad rem: “Nou, pak hem maar tevoorschijn.” Gelach uit de zaal. Tukker houdt zijn handen voor zijn ogen en zegt niets. “Waarom doe je dit niet?” vraagt Maarse. Tukker laat de vraag onbeantwoord.
Coherent vliegbeleid
De confrontatie raakt aan de discussie die de 22 wetenschappers op gang brengen op Nederlandse universiteiten met een klimaatbrief (inmiddels medeondertekend door bijna 1200 universiteitsmedewerkers). ‘Hoewel veel onderzoekers aan Nederlandse universiteiten actief zijn in het debat over klimaatverandering, hebben onze instellingen vaak zelf geen ambitieuze klimaatagenda’, schrijven ze. Een belangrijke eis in de brief is de ontwikkeling van een coherent vliegbeleid om ‘vliegverkeer drastisch te verminderen met inzichtelijke targets’.
Dat roept de vragen op: hoe zit het met het vliegbeleid en registratie van vliegverkeer op de Nederlandse universiteiten en wat doet de Erasmus Universiteit? Uit een rondvraag langs verschillende universiteiten blijkt dat er grofweg vier stromingen zijn: geen beleid, vrijblijvend advies, compensatie of een verbod.
Vrijblijvend advies
De universiteiten van onder meer Wageningen en Groningen werken met een reisadvies. “Wij zeggen tegen onze mensen: kijk altijd eerst of je op een andere manier naar je bestemming kan gaan dan met het vliegtuig”, laat een woordvoerder van de Rijksuniversiteit Groningen weten. Wageningen adviseert om de goed bereikbare plekken met de trein te bereizen en zoveel mogelijk gebruik te maken van het openbaar vervoer of technologische middelen (bijvoorbeeld skype).
Dit gaat veelal samen met het registeren van het aantal vliegreizen dat gemaakt wordt door de universiteitsmedewerkers. “Alle vliegreizen worden geboekt via een bureau binnen de universiteit. Op deze manier kunnen we bijhouden hoeveel er gevlogen wordt en daarop inspelen door actief te ontmoedigen als wetenschappers willen vliegen naar plekken die gemakkelijk met alternatief vervoer bereikbaar zijn.”
Ook Tilburg University werkt met een ontmoedigingsbeleid, schrijft Univers, het universiteitsblad aldaar. Tilburg adviseert om reizen tot 500 kilometer in principe met openbaar vervoer te maken, tenzij het niet mogelijk is of ondoelmatig. Het beleid lijkt zijn vruchten af te werpen, schrijft Univers. ‘In de top tien van meest geboekte bestemmingen binnen Europa in 2018 staat maar één bestemming onder de 500 kilometer.’ Maar: “Centraal toezicht is er echter niet op dit beleid, de faculteiten en divisies controleren zelf of deze afspraken worden nageleefd.”
Wageningen en Groningen zijn tevreden met deze manier van werken. “Het bevalt goed. We kunnen door de registratie anticiperen op de cijfers en het lukt ons vluchten naar plekken waarbij vliegen niet nodig is, te verminderen”, zegt de Groningse woordvoerder. Wel blijkt uit de Groningse ‘Roadmap Sustainable 2015-2020’ dat Groningen verdergaande maatregelen wil nemen: compensatie van vliegreizen.
Terugbetalen in bomen
Aan de Universiteit Utrecht hebben ze die stap al gezet. Ook zij registreren alle vliegbewegingen dankzij een intern reisbureau. Met die data stellen ze echter ook vast hoeveel uitstoot de reisjes van medewerkers produceren. “Sinds 2018 compenseert de universiteit deze. Wij betalen een bedrag wat gelijk staat aan de CO2-uitstoot van onze medewerkers, aan een bedrijf dat uitstoot compenseert.”
Dat doet de Universiteit Utrecht bij de Climate Neutral Group. Waar zij in investeren? Volgens de organisatie zijn dit ‘zorgvuldig geselecteerde projecten’ die bijdragen ‘aan de ontwikkeling van minder ontwikkelde en ontwikkelingslanden’. Denk aan een windpark in India of een waterkrachtcentrale in China.
Vliegen verboden onder 500 km
De meest vergaande optie is een gedeeltelijk verbod op vliegen. Voorloper op dit gebied is de Universiteit Gent, die door verschillende Nederlandse universiteiten als ‘lichtend voorbeeld’ wordt gezien. Nijmegen overweegt bijvoorbeeld een dergelijk systeem, schrijft universiteitsblad VOX. Ook Utrecht is in gesprek hierover, volgens een zegsman.
Bij Gent wordt het vliegtuig niet langer aangeboden als mogelijk transportmiddel bij plekken ‘die vanuit Gent met de bus of per trein in minder dan zes uur bereikbaar zijn, of bij steden waarbij de reistijd ernaartoe per trein niet langer is dan per vliegtuig’ inclusief reis- en wachttijd. En als Gentse universiteitsmedewerkers wel vliegen, compenseren ze dat op een vergelijkbare manier als Utrecht. Hoe het bevalt? “We zijn hier pas een half jaar mee bezig, dus het is te vroeg voor een evaluatie”, zegt een woordvoerster.
Erasmus doet (nog) weinig
En de EUR? “Op dit moment hebben we enkel een reisadvies”, vertelt woordvoerster Sandra van Beek. “Van een verbod of actief ontmoedigingsbeleid is op dit moment geen sprake. Ook registeren we niet hoeveel onze wetenschappers vliegen, omdat wij geen centraal boekingsbureau hebben.” Navraag bij verschillende faculteiten (Erasmus MC, Rotterdam School of Management, International Institute of Social Studies) leert dat zij ook geen facultair vliegbeleid hebben.
Wel zegt Van Beek dat een voorstel op tafel ligt om in 2024 een CO2-neutrale campus gerealiseerd te hebben, waarbij ook vliegen besproken wordt. “Er wordt voorgesteld om vliegreizen tot 500 kilometer of zes uur met de trein te doen en niet te vliegen.” Dit lijkt op het beleid van Gent.
Prof stopt met vliegen
Op individueel niveau zijn EUR-wetenschappers ook bezig met dergelijke vraagstukken. Bijzonder hoogleraar Legal Aspects of International Corporate Social Responsibility, Liesbeth Enneking (ESL), de andere deelnemer aan het tafelgesprek bij Studio Erasmus, kan de vraag van Maarse met een geruster hart beantwoorden: zij besloot twee jaar geleden volledig te stoppen met vliegen.
Voor haar kan de universiteit dan ook niet snel en ver genoeg gaan met maatregelen om vliegen van wetenschappers in te dammen. “Wij moeten voorop willen lopen in deze discussie. Het huidige College van Bestuur lijkt in haar communicatie naar de buitenwacht ‘sustainability’ hoog in het vaandel te hebben, dan moeten we hier ook aan werken.”
‘Congres is vooral leuk uitstapje’
Van congressen ziet Enneking de meerwaarde niet zo in. “Mijn academisch publiek hoef ik niet te bereiken met een congres, dat kan ik ook met een wetenschappelijk artikel. Bovendien: hoeveel academische conferenties zijn er nou écht nuttig? We hebben met z’n allen besloten dat internationaal congresbezoek belangrijk is voor je cv, terwijl het mij altijd tegenviel hoeveel peers ik sprak waar ik écht wat aan had. Congressen bijwonen is soms ook vooral egostrelend, en een leuk uitstapje.”
Vliegen om peers te zien is een privilege waar we te veel aan gewend zijn geraakt en teveel als noodzaak zijn gaan zien, in plaats van een privilege, betoogt Enneking. “Maar omwille van de planeet kunnen we ons dat niet langer op deze schaal permitteren, wil ik mijn tweejarige dochter een toekomst geven.”
Het is nog erger. Uit eigen onderzoek heb ik geleerd dat veel universiteitsmedewerkers zelfs op vakantie gaan met het vliegtuig. Ik hoop dat het CvB hier z.s.m. actie op onderneemt. Dit kan echt niet de bedoeling zijn!
En nu graag een serieuze reactie s.v.p.
Ik zal zelf het voortouw nemen. Internationalisering en duurzaamheid staan op gespannen voet. Het is een goede zaak als de EUR een afweging maakt of sommige vliegreizen wel nodig zijn. Met de huidige audiovisuele techniek zou veel vliegen overbodig moeten zijn.
Ik zou heel graag zien dat de EUR beleid gaat voeren op vliegreizen van medewerkers.
Centraal compenseren van CO2 is het minste dat de EUR zou kunnen doen, maar beter nog zou het zijn om vooral de vliegreizen waarvoor goede alternatieven zijn (dus de kortere reizen) echt te verbieden. Het Gent-model of iets wat daarop lijkt.
En de EUR zou medewerkers actief kunnen helpen bij het organizeren van video-conferenties en video-bijeenkomsten. Goede ondersteuning bieden daarvoor.
Reageren niet meer mogelijk.