De principes in de code spreken eigenlijk vanzelf:eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid. Die vijf principes zijn uitgewerkt in 61 normen. Je mag bijvoorbeeld geen data vervalsen en je moet netjes iedereen vermelden die een bijdrage heeft geleverd aan de publicatie. Plagiaat is verboden en ook naar je eigen werk moet je zorgvuldig verwijzen – al is het hergebruik van bijvoorbeeld inleidende zinnen volgens deze code niet zo’n probleem.

Schemergebieden

In zekere zin zijn het open deuren, want iedereen weet dat je niet mag liegen en bedriegen. “Dat is het eerste wat een klasje van promovendi zegt als je hierover in gesprek gaat”, zegt Lex Bouter, voormalig rector van de Vrije Universiteit en sinds enkele jaren hoogleraar methodologie en integriteit. Hij is een van de samenstellers van de nieuwe code.

Het wordt volgens Bouter pas interessant als je over dilemma’s en schemergebieden gaat praten. “Regelrechte fraude komt eigenlijk maar heel weinig voor. Iemand als Diederik Stapel is een uitzondering. Het zijn vaak kleine dingen die misgaan, en niet altijd opzettelijk. Je ziet iets interessants in data die je met een ander doel hebt verzameld: wat doe je dan?”

Onderzoeksinstellingen moeten met hun wetenschappers in gesprek gaan over de normen en waarden van goed onderzoek, vindt Bouter. “In deze code staat dat de instellingen een zorgplicht hebben, en dat is internationaal uniek. Instellingen moeten de code onder de aandacht brengen, debatten organiseren, praten over dilemma’s, ondersteuning bieden. Die code mag niet in de la verdwijnen.”

Sloppy science

Zo’n code lost niet alle problemen op, beseft Bouter. “We hebben niet de illusie dat we met 61 normen het hele universum kunnen dichttimmeren. Er zijn altijd randgevallen. Elke instelling zal deze code moeten verfijnen. Je moet de code ook operationaliseren voor verschillende disciplines, die hun eigen tradities hebben.”

Maar hopelijk helpt de gedragscode om onderzoekers weerbaar te maken tegen ‘bedenkelijk gedrag’, zoals Bouter het noemt. Zulk gedrag (sloppy science) staat wereldwijd in de aandacht. Met name in de biomedische wetenschappen en de psychologie zijn er wake-up calls geweest. Bouter: “Het bleek droevig gesteld met de reproduceerbaarheid van allerlei onderzoeken. Nu denken andere disciplines er ook beter over na en dat lijkt me heel goed.”

De nieuwe code vervangt de vorige uit 2004. Officieel is hij op 1 oktober van kracht. De code wordt onderschreven door de Nederlandse universiteiten en hogescholen, de academische ziekenhuizen, wetenschapsgenootschap KNAW, onderzoeksfinancier NWO en TO2, de federatie van instituten voor toegepast onderzoek.

Ook bij DWDD

De code beperkt zich niet tot de kringen van de wetenschap zelf. Ook in publieke optredens moeten wetenschappers integer blijven en altijd duidelijk maken hoe hard of zacht hun kennis is.

“Daar moet je wel met enige wijsheid naar kijken”, vindt Bouter. “In De Wereld Draait Door kun je niet praten in voetnoten, maar zo’n mediaoptreden valt voortaan wel onder de code.”