De academici zijn terug te vinden in een inventarisatie van het internationale onderzoekscollectief ICIJ, dat eerder de bekende Panama Papers publiceerde. De Volkskrant kreeg als enige Nederlandse medium inzage in de database.
Het onderzoek van ICIJ richtte zich op twee bekende nepuitgevers: het Indiase OMICS, dat meer dan 700 tijdschriften uit zou geven, en het Turkse WASET, dat vooral conferenties organiseert en daarvan verslagen publiceert. In de Verenigde Staten worden beide bedrijven door justitie verdacht van oplichting en bedrog. Op internet staan veel waarschuwingen van bezorgde of bedrogen wetenschappers.
Alternatieve genezers
Het gaat vaak om artikelen van promovendi of jonge wetenschappers, die bij grotere tijdschriften zijn afgewezen. In die artikelen zijn hoogleraren regelmatig de laatstgenoemde auteur. Tegen betaling van enkele honderden dollars publiceren deze tijdschriften supersnel wetenschappelijke artikelen, zonder ingewikkelde vragen of een goede peer-review. Daardoor komen de namen van topwetenschappers terecht in tijdschriften, waarin ook ondernemers als Danone of alternatieve genezers hun ‘wetenschappelijke’ artikelen plaatsen. OMICS en WASET beweren overigens dat hun reviewproces wel op orde is, en dat ze worden zwartgemaakt door de grote uitgevers.
Hoogendijk zegt in de Volkskrant zich niet goed te herinneren dat hij het artikel, dat bij OMICS verscheen, heeft gepubliceerd. “De eerste auteur bij mijn eerdere werkgever heeft dat kennelijk zo geregeld en ik houd me niet zo met dat publicatiegedoe bezig.”
‘Probleem van beperkte omvang’
Directeur Matthijs van Otegem van de Universiteitsbibliotheek noemt de EUR-artikelen in de neptijdschriften ‘wel een probleem, maar van beperkte omvang’. “Als het zoals nu uitkomt, dan betekent het dat mensen je onderzoek niet meer serieus nemen. Dat is heel vervelend, want als je het al ergens hebt gepubliceerd, kun je het niet nog een keer publiceren in een goed journal.”
Volgens Van Otegem komt het probleem zelden voor op de EUR. “Je wordt als wetenschapper voortdurend bestookt met spammails van dit soort uitgevers, en je moet er gewoon niet op ingaan. De meeste wetenschappers kiezen een tijdschrift dat ze al kennen, met een hoge impactfactor.” Daarnaast biedt de bibliotheek een webpagina aan met tips om neptijdschriften te herkennen.
Overigens houdt Van Otegem wel een slag om de arm of EUR-wetenschappers überhaupt vrijwillig in zee gegaan zijn met deze journals. “Het kan ook nog zo kan zijn dat de tijdschriften artikelen stelen uit goede journals, waardoor je als wetenschapper zonder medeweten in het blad terechtkomt.”