SSR-R overschreed ‘met de groentijd de grenzen van het maatschappelijk aanvaardbare’ en hield ‘informatie daarover stelselmatig’ achter, schreef de rector magnificus eind 2013 aan het bestuur van de vereniging. Daarom kreeg de gezelligheidsvereniging eind 2013 een waarschuwing, met een proeftijd van drie jaar, en een dringend verzoek om de groentijd fundamenteel te herzien. Mocht SSR tijdens die proeftijd in herhaling vallen, dan zou de erkenning met onmiddelijke ingang worden opgeschort – zoals dit jaar gebeurde met RSC/RVSV na de Rambam-uitzending over ontgroeningen.
Duw in de goede richting
SSR kreeg de voorwaardelijke straf, omdat afspraken tussen de vereniging en de commissie Kennismakingstijd (KMT) – de universitaire commissie die toeziet op een veilig verloop van de ontgroeningen – niet werden nagekomen. Die afspraken gingen onder andere over het uitbannen van ‘ruw taalgebruik’ en het verminderen van fysieke klachten als nek- en rugpijn, doordat deelnemers te lang in dezelfde houding moesten staan.
Er ging geen concreet incident vooraf aan de sanctie, vertelt de huidige preses Jesper Rijnja, die destijds nog op de middelbare school zat. “De vereniging leerde te weinig van fouten. We hadden duidelijk een duw in de goede richting nodig.”
Nek- en rugpijn
‘Je kunt je voorstellen dat uren achtereen staan, leidt tot nek- en rugklachten’
Nina Orlic was net aangetreden als preses toen ze in 2013 met de voorwaardelijke straf werd geconfronteerd. “Er zijn leukere manieren om een bestuursjaar te beginnen”, lacht ze, nu ze terugblikt op dat jaar. “Er was sowieso al wel discussie binnen de vereniging om de KMT aan te passen, maar nu was er ook een noodzaak.”
Veel eerstejaars bij de vereniging kampten tijdens de ontgroeningen in die jaren met nek- en rugklachten. “Dat kwam doordat het programma te passief was”, vertelt Orlic. “Onderdeel van de ontgroening is dat je veel informatie ontvangt over de vereniging; het gros van de dag moest je staan en luisteren. Je kunt je voorstellen dat uren achtereen staan en luisteren leidt tot nek- of rugklachten. Door het wat actiever te maken, met meer beweging en teambuilding in het programma, hebben we die klachten proberen te voorkomen.”
Collectief geheugen
Orlic vormde destijds een klankbordgroep, samen met oud-voorzitters en oud-leden van de novitiaatscommissie, om het draaiboek voor de ontgroening stelselmatig door te lichten. Die klankbordgroep bestaat nog steeds, vertellen Rijnja en vice-preses Loes Rojer, maar is nu geformaliseerd als Raad van Advies. “Zo willen we een kritische blik op onze eigen KMT blijven werpen en zorgen dat alle activiteiten in lijn zijn met de doelen van de KMT: kennismaken met elkaar en de vereniging, en binding krijgen met elkaar en de vereniging.”
Orlic is blij dat een formeel orgaan toeziet op de ontgroening. “We hebben vanaf het begin geprobeerd er een doorlopend proces van te maken, want het collectief geheugen van een studentenvereniging reikt niet verder dan de drie, vier jaar dat leden studeren.”
Verzegelde envelop
‘We willen alle klachten die door ons toedoen ontstaan uitbannen’
Zorgen dat er doorlopend wordt nagedacht over ontgroeningen is essentieel, beseft Rijnja. “We kennen allemaal de voorbeelden van misstanden bij studentenverenigingen; van de roetkapaffaire uit de jaren zestig tot nu. En dan denk je: dat zal bij ons wel niet gebeuren. En gelukkig gebeurt het ook niet, maar we moeten alles doen om te voorkomen dat het kán gebeuren.”
Kun je als bestuur voorkomen dat er nooit iets misgaat? Ja, denken beide bestuursleden, maar ze geven ook meteen toe dat er nog steeds fysieke klachten voorkomen tijdens de ontgroening. “We willen dat alle klachten die door ons toedoen ontstaan uitbannen, dus we zijn nog niet klaar”, zegt Rojer. “Maar niet alle klachten hebben te maken met de ontgroening op zich.” Rijnja vult aan: “Het komt weleens voor dat eerstejaars medische klachten voor ons verbergen. En ik snap ook wel dat je niet meteen op de eerste dag al je fysieke ongemakken aan je nieuwe vrienden vertelt.”
Daarom werkt de vereniging nu met verzegelde enveloppen tijdens de ontgroening, die geopend kunnen worden in geval van nood. “Zo hoeft iemand niet meteen al zijn medische aandoeningen te delen, maar kunnen we toch adequaat reageren als er iets gebeurt.”
Achterlijke ontgroening
‘Het zou heel dom zijn om te beweren dat de ontgroening nu bij de tijd is’
Een ander punt van zorg bij veel verenigingen zijn huisontgroeningen en dispuutsweekenden. “Wij zijn als bestuur verantwoordelijk voor alles wat er in de vereniging gebeurt, maar we zijn niet aanwezig bij een huisontgroening of dispuutsweekend om mee te kijken.” Daar is de laatste jaren werk van gemaakt in de vorm van een convenant, waar bijvoorbeeld in staat dat de vereniging leden die over de schreef gaan kan schorsen. “Maar belangrijker is dat we met huizen en disputen kunnen wijzen op hun verantwoordelijkheid”, zegt Rojer. “En als vereniging kunnen leren van fouten”, vult Rijnja aan.
Of de ontgroening nu bij de tijd is, zal je Rijnja dan ook niet horen beweren. “Dat zou heel dom zijn om te zeggen. We moeten bezig blijven om dingen aan te passen en maatschappelijke normen veranderen voortdurend. Daar moet iedere vereniging zich van bewust zijn.” Tradities veranderen is niet makkelijk, geeft hij toe. “Maar ze zijn ook niet heilig, en op het gebied van de KMT hebben we gelukkig veel draagvlak. Leden komen immers ook op verjaardagen waar een tante vraagt: ‘Heb jij ook meegedaan aan zo’n achterlijke ontgroening?’”