Het Paleis op de Dam kampte met een serieus wildplasprobleem. Hulp kwam uit onverwachte hoek. Maar daarvoor moest econoom Robert Dur wel eerst ruim een half jaar aan beveiligingsbeelden doorploegen.

Ze hadden al van alles geprobeerd. Waarschuwingen, hekken, surveillance. Maar de feestvierende Amsterdammer – of diens blaas moeten we eigenlijk zeggen – was met geen mogelijkheid te houden. Nacht na nacht diende het Paleis op de Dam als hoofdstedelijke pispaal. Op zich geen punt, ik hoor het u zeggen, dat heb je nou eenmaal in zo’n toeristisch centrum. Maar behalve vies, leidden de bijbehorende schoonmaakwerkzaamheden tot verregaande aantasting van de zandstenen gevel. Dus toen het paleis na een grondige renovatie eindelijk weer als nieuw was, wilde het Rijksvastgoedbedrijf een plan van aanpak om dat zo te houden. Aan Robert Dur de taak om dat, samen met zijn Tilburgse collega Ben Vollaard, voor elkaar te boksen.

Robert Dur

Voor de serie Cowboys in de Wetenschap interviewt Geert Maarse onderzoekers die net even verder gaan dan hun collega’s. Robert Dur is hoogleraar Economie aan de Erasmus School of Economics. Zijn studie naar het effect van licht op wildplassers – samen met misdaadeconoom Ben Vollaard (Universiteit van Tilburg) – leidde tot een decimering van de overlast rond het Paleis op de Dam. Eerder deed hij onderzoek naar de illegale bijplaatsing van vuilniszakken in Rotterdam. Hij won recent de ESE Societal Impact Award.

Om hoeveel wildplassers gaat het?

“Daar waren hele grote verhalen over, vooral gebaseerd op uitzonderlijke dagen zoals Koningsdag. Maar gemiddeld genomen hebben we het over twintig uur per weekend, met een piek op vrijdag en zaterdag tussen twee en vijf uur ‘s nachts. Of dat veel is? Het is in elk geval genoeg voor het personeel om elke dag een ronde te moeten maken om de boel schoon te spuiten.”

Wat hebben jullie gedaan?

“Er hangen beveiligingscamera’s rond het paleis die alles opnemen. Dat gaf ons de mogelijkheid om alles in de gaten te houden. We hebben eerst een nulmeting gedaan, waarbij we gewoon turfden hoeveel wildplassers er waren. Toen zijn er rondom het paleis lichten gemonteerd en zijn we daarmee gaan spelen. In gerandomiseerde tijdsvakken hebben we gekeken wat er gebeurt met het aantal wildplassers als je die lampen aanzet, ofwel permanent, ofwel met een bewegingssensor.”

Paleis impressie 4
Artist impression van Het Paleis op de Dam, met de aangebrachte verlichting. Beeld door: Rijksvastgoedbedrijf

Waarom is dit interessant voor een wetenschapper?

“Wij doen onderzoek naar menselijk gedrag. In laboratoriumsettings is weleens onderzocht welke rol licht speelt bij illegaal gedrag. Dan lieten ze studenten in een grote ruimte spellen doen waarbij je elkaar kunt misleiden. En dan bleek dat mensen meer gingen jatten en bedriegen als het licht gedimd was. Wij wilden weten of dat in werkelijkheid ook zo is. Eigenlijk zoals mijn collega Jan Stoop ook kijkt of het lab voorspellend is voor experimenten in de echte wereld.”

Hoe is het Rijksvastgoedbedrijf bij jullie terechtgekomen?

“Wij werden gewoon gebeld door iemand van het bestuurlijk overleg waarin het Rijksvastgoedbedrijf, de gemeente Amsterdam en de Dienst Koninklijk Huis verenigd zijn. Ze hadden gehoord van ons vuilnisonderzoek in Rotterdam en zeiden: we hebben iets wat daar een beetje op lijkt en misschien weten jullie hoe we dat moeten aanpakken. Er was een lijst met mogelijke maatregelen en die zijn we gaan testen. Ik vind het echt te gek dat ze niet gewoon blind aan de gang zijn gegaan. Het past bij mijn interesse. Niet dat ik iets heb met wildplassen, maar ik vind het heel waardevol om als wetenschapper samen met beleidsmakers en uitvoerders onderzoek te doen, in dit geval in de buitenruimte. Er is veel scepsis over de haalbaarheid van dit soort experimenten. Dan is het mooi om te laten zien dat het wél kan.”

Hoelang heb je in totaal naar die beveiligingsbeelden zitten kijken?

“Samen met mijn co-onderzoeker Ben Vollaard van de Universiteit van Tilburg, heb ik de beveiligingsbeelden in totaal zeven maanden gevolgd, op het paleis. Gelukkig hebben ze videosoftware die automatisch de fragmenten opspeurt waarin iemand zich dicht bij het paleis begeeft. In eerste instantie begonnen we met het bekijken van elke avond en nacht. Maar toen bleek dat er doordeweeks nauwelijks iets gebeurt, zijn we al heel snel gaan focussen op de donderdag, vrijdag en zaterdag. Van vijf uur ’s middags tot acht uur ’s ochtends. De beelden werden maar kort bewaard, dus we moesten daar wekelijks heen. We konden dus een tijdje niet lang op vakantie.”

Ben je bekenden tegengekomen op de beelden?

“Nee. Nou, mijn co-auteur is mij een keer tegengekomen, toen ik na het kijken een rondje liep om het paleis. Die schrok zich een hoedje.”

amsterdam-koninklijk-paleis-op-de-dam-impressie-1
De verlichting, die geactiveerd wordt door een bewegingssensor, leidt tot een halvering van het aantal wildplassers. Beeld door: Rijksvastgoedbedrijf

Andere gekke dingen gezien?

“Dat valt dus heel erg mee (lacht). Of tegen, het hangt er vanaf hoe je het ziet.”

Geen drugsdeals of stelletjes die zich onbespied wanen?

“Heel zeldzaam. Gemiddeld eens per maand een stelletje denk ik. En in al die tijd hebben we twee of drie keer iets gezien wat leek op een drugsdeal. Heel vaak denk je: nu gaat er iets gebeuren. Maar dat zijn vaak wat wij noemen false positives: mensen die hun fiets parkeren, wat hangen, een sigaretje roken. Je ziet overigens ook bijna geen mensen die op heterdaad worden betrapt op wildplassen.”

Waarom surveilleren ze niet gewoon rond het paleis?

“Dat is te duur. Reken maar uit. Je hebt het over twintig wildplassers per weekend. Dat is zeven per nacht, nog geen één per uur. Dat is te weinig om voor te gaan surveilleren. Bovendien is de pakkans dan nog geen 100 procent. Het kan dat je als surveillant net aan de andere kant van het paleis bent.”

De meeste mensen die ik voor deze rubriek spreek, zijn jonge onderzoekers. Jij bent hoogleraar. Is jouw tijd niet te duur om urenlang te gaan zitten turven?

“Doordat we zelf die camerabeelden hebben zitten bekijken, hebben we het schrikeffect zelf zien plaatsvinden. Normaal zie je de effecten – ook als je veldonderzoek doet – pas terug als je de Excel binnenkrijgt en de statistische toetsen gaat draaien. Het voordeel van zelf doen is dat je heel veel leert over de context. Je kunt me alles vragen over dit experiment en ik weet het – wat van pas komt als je presenteert op een congres of seminar. Daarnaast aarzel ik om jonge onderzoekers op een project als dit te zetten.”

Waarom?

“Het brengt nogal wat risico’s met zich mee. Het is de vraag bij dit soort dingen of het tot iets leidt dat binnen de economische wetenschap gewaardeerd gaat worden. Het kan zomaar dat dit uiteindelijk gepubliceerd wordt in een psychologietijdschrift. Ik vind dat mooi, ik ben daar trots op. Maar als je een jonge econoom bent die binnenkort de economics job market op moet, dan heb je daar voor je carrière weinig aan.”

Hoeveel wordt er nu geplast?

“Ik weet de exacte stand op dit moment niet. De schatting die we nu hebben is dat het aantal wildplassers bij sensorverlichting met de helft afneemt. En ze hebben er een extra toilet bij geplaatst, zo’n ding dat omhoog komt uit de grond. Daarmee is nog eens een flinke afname gerealiseerd. Volgens mij zijn ze van twintig naar een handvol per weekend gegaan.”

Schermafbeelding 2016-12-19 om 14.54.28
De hekken die het paleis voorheen beschermden tegen wildplassers. Beeld door: Rijksvastgoedbedrijf

Wat gaat er verder met dit onderzoek gebeuren?

“De lampen hangen er in Amsterdam. Wat wij hopen is dat we opnieuw de kans zullen krijgen om in het veld te leren over waarom dit werkt. Rond het paleis werkt die sensorverlichting heel goed. Een van de redenen is, denken wij, dat als die lamp aangaat, mensen spontaan omhoog kijken om te zien waar het licht vandaan komt. En dan zien ze die camera. Dat zou als implicatie kunnen hebben dat je, waar een camera hangt, ook een sensorlichtje hangt. Gewoon om mensen erop te attenderen: je bent hier niet anoniem in de duisternis.”

Het lijkt me wel een beetje ongezellig, overal zo’n schijnwerper op je snufferd.

“Mij ook. Maar als je bij dit soort historische gebouwen met een simpel sensorlampje kunt vermijden dat er op grote schaal vernielingen worden aangericht, dan is dat misschien wel een goed idee. En het bijzondere aan het Paleis op de Dam is dat er geen hekken omheen staan, wat bij veel soortgelijke gebouwen in het buitenland wel zo is. En dat is toch ook een beetje ongezellig.”