Het is weer zover, Kerstmis staat weer voor de deur. Het begint bij mij persoonlijk altijd te kriebelen rond deze tijd van het jaar. De kerstbomen maken hun rentree in de Nederlandse huiskamers, en alle kerstzooi die een jaar lang op zolder heeft gelegen wordt afgestoft: lampjes, kerstballen, slingers, en niet te vergeten een glanzende piek die het geheel moet afmaken. Als de boom eenmaal opgetuigd is, plaatsen we onderaan een complete kerststal die de geboorte van Jezus uitbeeldt.

Meestal zijn we niet tevreden met deze oude meuk en worden kerstmarkten afgestroopt om weer nieuwe, kleurrijke accessoires in te slaan en vervolgens op te hangen. Het ergst zijn nog de mensen die de kerstversiering zo nodig moeten laten zien aan de rest van de wereld; van kransen aan de voordeur tot hele bomen die in tuinen worden volgehangen met knipperende lichtsnoeren.

Alsof dit allemaal nog niet genoeg is, worden we de rest van de maand geplaagd door een gedeeld gevoel van onbehagen. Oftewel de stress om de juiste cadeaus te kopen, de juiste das uit te zoeken voor kerstavond, het perfecte zevengangendiner samen te stellen, inclusief uitgebalanceerd wijnarrangement (dit alles liefst nog net iets beter dan vorig jaar).

En dan moeten we óók nog bedenken wie we dit jaar tijdens deze twee dolle dwaze dagen moeten uitnodigen of bezoeken. Wie heeft er eigenlijk voor gezorgd dat we er zo’n rompslomp van hebben gemaakt? Begrijp me niet verkeerd, ik vind deze tijd de leukste tijd van het jaar en heb zelf de afgelopen tijd vrolijk meegedaan aan bepaalde, tranentrekkende tradities.

Jarenlang heb ik zelfs de kerst in het buitenland gevierd, omringd door Franse sneeuw, skiliften, rode wijn, bourgondische diners en nog meer rode wijn. Ik vind het alleen zo jammer dat we anno 2015 totaal gegijzeld zijn door een gecommercialiseerde vorm van dit feest. Noem me een calvinist, maar het kan toch allemaal wel iets minder.

Mijn goede voornemen is daarom dat ik me dit jaar meer ga focussen op de kerstgedachte, die wat mij betreft niet over de hoeveelheid geld gaat die we uitgeven aan cadeaus, niet over de misselijkmakende hoeveelheid eten die we met zijn allen verorberen, of over de vraag of mijn Nordmann groter is dan die van de buurman. Nee, ik ga mijn familie en vrienden in de laatste weken van dit jaar eindelijk de onverdeelde aandacht geven die ze gedurende de rest van het jaar hadden moeten krijgen.

Tegelijkertijd ga ik me realiseren dat we in een land leven waarin we in vrede en vrijheid samen dit feest kunnen vieren. Merry Christmas!