Laten we ons even beperken tot het hoger onderwijs. De afgelopen jaren was er discussie over minder buitenlandse studenten. U kent de achtergrond wel: een tekort aan studentenkamers, overvolle collegezalen, Nederlands staat als wetenschappelijke taal onder druk en ga zo maar door. Moet de politiek daar iets aan doen? Jarenlang was het onderwerp min of meer taboe, maar sinds enige tijd zijn allerlei partijen gaan schuiven: het aantal internationale studenten kan wel naar beneden en verengelsing moet tegengegaan worden, horen we nu. Waarom precies?
Dat vereist visie en die is er niet. In EM lazen we een overzicht van moties op het gebied van hoger onderwijs. Nog afgezien van de mogelijkheid voor de minister om dit soort adviezen naast zich neer te leggen: er is geen enkel patroon in de voor- en tegenstemmen te vinden. In een ander stuk lazen we een overzicht van de verkiezingsplannen, waaruit vooral blijkt dat in veel programma’s allerlei thema’s ontbreken. Wat moet je ervan denken dat D66, CDA en VVD niets over Nederlandstalige opleidingen zeggen?
Is er in de Nederlandse politiek nog wel zoiets als visie? Er waren volop interviews met lijsttrekkers en verkiezingsdebatten over uiteenlopende thema’s, maar vrijwel nergens kwamen kandidaten aan het woord die straks woordvoerder hoger onderwijs zijn en een samenhangende visie hebben op een thema als internationalisering.
Universiteiten helpen ook al niet mee. Hebben zij wel een idee? De universiteiten in de Randstad – waaronder de EUR – lieten onderzoek doen naar de effecten van een rem op het aantal buitenlandse studenten. Dat kost de economie vijf miljard. Interessant gegeven, maar het kan niet doorgaan voor een visie die richting geeft. De modellen in dit onderzoek zijn per definitie incompleet: het verlies van het Nederlands als wetenschappelijke taal zit er niet in, net als thuiswonende studenten die geen kamer kunnen vinden of de mogelijk toegenomen kloof tussen de universiteit en de samenleving.
Zonder visie wordt het wel heel moeilijk kiezen en dat hebben we deze verkiezingen geweten. Wat is de achtergrond van waaruit al die losse moties in de Tweede Kamer moeten worden begrepen? Hoe ziet ‘onderwijspartij’ D66 de rol van het Nederlands als wetenschappelijke taal? Wat vindt GroenLinks-PvdA van een mogelijk hogere drempel tot Engelstalig hoger onderwijs? Of denken ze dat die drempel er niet is? Is het voor de VVD oké als studenten noodgedwongen thuis blijven wonen? En vooral: wáárom vinden ze dat dan?
Als we de nieuwe woordvoerders hoger onderwijs er vanaf nu doorlopend op bevragen, moeten ze wel een visie ontwikkelen en kunnen ze niet meer volstaan met het rondstrooien van moties. Dan stemmen we de volgende keer vast vol overtuiging.

Ik heb op een oud-student van de Erasmus gestemd, Nawin Ramcharam. van JA21.
Je mag inderdaad van politieke partijen verwachten dat ze – vanuit hun uitgangspunten – een uitgewerkte visie hebben op belangrijke beleidsterreinen. Dus ook op het (hoger) onderwijs en onderzoek. Maar laten universiteiten bij zichzelf beginnen: betere visie ontwikkelen. De EUR zet erg in op de maatschappelijke betekenis. Persoonlijk ben ik daar blij mee, maar dit is gemakkelijk schieten voor rechtse partijen. Ik zou het sterker vinden als de onafhankelijke rol van de universiteit meer aandacht krijgt, en de “Bildung” (in de Humboldt-traditie). Vanuit zo’n visie is het ook gemakkelijker om de toegevoegde waarde van de universiteit uit te leggen. En: een universiteit die gemakshalve Fiscale Economie stopt, heeft weinig oog voor het maatschappelijke belang van juist deze opleiding: als de Belastingdienst minder geld kan ophalen, moeten de universiteiten misschien nog meer bezuinigen.