Uit kameraadschap met vrienden die ik al sinds mijn eerste jaar heb, stap ik hun housewarming binnen.

Direct herinner ik me waarom ik was afgekickt van het naar sociale gelegenheden gaan.

Een kronkelende, schimmige meute van knikkende hoofden en trillende heupen wacht op mijn komst. Ik stap in zijn gapende bek en onmiddellijk worden mijn zintuigen volledig verslonden door de zee van muziek. Nee, geen muziek. Gewoon geluiden die overgaan in een stuivende waas, doorboord door schrille gesprekken die elkaar lijken op te peuzelen om boven te blijven drijven. Mijn stembanden verschrompelen van angst. Gewapend met een geoefende glimlach en overdreven komische bravoure baan ik me dapper een weg door de maag van het beest.

De rest van de nacht verloopt zoals verwacht. Oren suizend. Wangen gespannen. Stem schor. Hart vol ijzingwekkende minachting voor de moshpit die in de woonkamer wortel had geschoten en takken liet uitschieten die trilden op het heidense ritme van de menigte, met af en toe een lichtstraal uit de badkamer die tussen zijn vingers door sijpelde. Ik overdenk plechtig de absurditeit dat Britney Spears’ stem de duivels trompet is die leven terugblaast in deze zombies die nog maar net in de twintig zijn.

Ja, ik vermoed dat zombies het meest toepasselijke woord is. Deze laatstejaarsstudenten zijn samengeperst onder de zware druk van het grote onbekende dat het leven na de studie heet. Maar nu, met Britney Spears’ Toxic luidkeels zingend, schieten ze los en schudden hun stijve ledematen, terwijl ze schokkerig knikken wanneer de zaligheid hen overmeestert en hen bedekt met geruststellende onwetendheid over de wereld.

Zittend in een hoek, wankel wiegend op de tenen die onder mijn knieën gevouwen zijn, staar ik uilachtig en vraag ik me af of ik het echte monster ben. Of mijn geest de slechterik is in dit krankzinnige universum waar zorgen zonde zijn. Of ik de ware terreur ben – een hol spook dat in een donkere hoek zweeft terwijl ik veroordelingen en aanvallen spuug op onschuldige zielen die enkel een klein, zoet respijt wilden van hun angst voor de toekomst.

Mijn eindoordeel? Ik ben hier echt te nuchter voor. En dat is mijn sein om te vertrekken.

Zo eindigt mijn avond als ik op de fiets het diepe indigo van de nacht inrijdt, zalig alleen. En terwijl de wind mijn oren spoelt met witte ruis, ontspant er iets in mijn longen en kan ik eindelijk ademen.

Ik ben voldaan.

Laila Kozarki_Levien Willemse_winnaarcolumnistenwedstrijd

Read more

Laila Kozarki wint EM’s columnistencompetitie

Laila Kozarki, derdejaars student IBEB, is de winnaar van de studentencolumnistenwestrijd…

Nog geen reactie — begin de discussie!