Driftig schuift Herman Gerritsen (75) zijn hand heen en weer over ‘zijn’ interactieve vitrines, waarin een aantal penningen liggen. Als je op een penning klikt, wordt hij uitvergroot en verschijnt er tekst. “Het hele gebeuren kan ook Engelstalig. Je kunt hem omdraaien, wat feestelijk is. Van bijzondere penningen heb je maar één exemplaar en je wilt allebei de kanten laten zien.”

Niet poetsen

De permanente expositie van het Nederlands Economisch PenningKabinet (NEPK) in de Erasmus Gallery bestaat uit twee interactieve touchscreenvitrinekasten. In één liggen hoogtepunten uit de collectie van penningen vanuit een economisch motief, in de ander een wisseltentoonstelling. Op dit moment zijn dat penningen met het portret van Erasmus.

Hij wijst er eentje aan: “Deze hier is bijvoorbeeld heel erg klein en dan is de tekst niet leesbaar. Het zilver is ook behoorlijk aangetast en donker geworden, ik had hem moeten lakken.” Je moet bij Gerritsen vooral niet over poetsen beginnen. “Poetsen? Nee nee, je mag nooit poetsen! Dan poets je er krassen in. Er zijn wel manieren om ze schoon te krijgen, in een badje met een speciale oplossing, waar hij blinkend uitkomt. Dat ga ik wel laten doen, dat is een klein klusje.”

Populaire Erasmus

Het betreft een penning uit 1531, in opdracht gemaakt van Erasmus himself, vijf jaar voor zijn dood. “Er is correspondentie van Erasmus die aan zijn vrienden schrijft dat hij een nieuwe penning wil laten maken. Hij had eerder een grote bronzen penning laten gieten, die hij uitdeelde aan vrienden, maar die waren op.” Brons was uit, zilver was in. “Deze is mechanisch met een schroefpers gemaakt, toen een hele nieuwe techniek.”

Het verkrijgen van de penning is een absoluut hoogtepunt voor Gerritsen. “In Nederland, Duitsland en België ken ik de penninghandelaren wel. En deze stond net een avond op de website, ik zag hem ’s ochtends héél vroeg en heb meteen om 9 uur gebeld. Ik had alleen nog geen geld en de universiteit zei ‘ha ha, zie maar dat je geld krijgt’.” De penning werd meteen opgestuurd en hij kreeg zes maanden om de betaling te regelen. Gerritsen lacht bescheiden: “Ik ben wel bekend in die kringen.”

Wat de penning precies heeft gekost, daar doet hij geen uitspraken over. “Dat is voor een museum niet relevant, maar het is een dure.” Hij glundert. “Ik ben hier ontzettend gelukkig mee. Al in de zestiende eeuw was deze penning populair, omdat Erasmus dat óók was.” Dus er zijn veel latere gietingen in omloop. “Ik ben in heel veel collecties gaan kijken, maar de meeste zijn kopieën van kopieën. Op één na, die heeft exact dezelfde gegevens als deze, dat is ook een originele.” Erasmus’ lijfspreuk ‘concedo nulli’ (ik wijk voor niemand) heeft een prominente plek op de penning.

Lelijke penningen

Herman Gerritsen_penningen_penningkabinet_ 0225-15_Levien Willemse
Wat de penningen precies hebben gekost, daar doet Gerritsen geen uitspraken over. Beeld door: Levien Willemse

Het is zijn favoriet uit de collectie van nu 2783 penningen. “Toen ik begon waren het er ongeveer 1290.” Sommige werden actief verworven door Gerritsen, andere komen binnen als schenking, legaat of zijn in (langdurig) bruikleen. Zoals de collectie van K.P. van der Mandele, die bij zijn oudste kleinzoon in een doos in de studeerkamer stond en door zijn eigen kleinkinderen door de kamer werden gerold. “Daar zitten veel gouden penningen tussen, dus dat vond hij niks.”

Zo nu en dan voegt hij een penning toe die hij eigenlijk onooglijk vindt, maar die wél relevant is voor de collectie. “Ja, zo werkt dat. Kijk maar eens naar de belettering hiervan, het ziet er niet uit. Maar er zijn nog wel lelijkere tussen hoor! Kijk maar eens hoe simpel dit is.” Hij trekt een Rotterdamse penning van de roeibond tevoorschijn. “Maar ik heb nog wel een echt foeilelijke. Kijk, ik vind dit natuurlijk helemaal niets.” Het betreft een penning van een vogelvoerbedrijf, waarbij van alles uitsteekt. “De kleur, de vorm.” Ordinair? “Ja, ordinair is wel een leuk woord. Maar het is economisch!”

Niet voor iedereen uit de kluis

Het eigenlijke hoogtepunt, de Nobelprijs van Tinbergen, is niet te zien, maar ligt veilig opgeborgen. “Dat is me te link.” Mensen mogen hem altijd mailen om een penning van dichtbij te zien, maar de Nobelprijs gaat niet voor iedereen uit de kluis. “De rector heb ik uitgenodigd toen ze begon. Ze mocht hem ook vasthouden, dat geeft iedereen een kick.”

Gerritsen demonstreert met veel plezier de vitrines, die uitnodigen om verder te lezen over de maker of het onderwerp. “Je kunt dus meerdere lagen diep gaan!” Hij schreef alle teksten zelf, in twee talen. Er zitten in totaal 650 penningen in die je kunt oproepen. De inspiratie voor de kasten deed hij op tijdens een vakantie in de VS, waarin in een huis van Abraham Lincoln, een vergelijkbaar apparaat stond. “Ik wilde dit graag omdat ik problemen had met het maken van tentoonstellingen. Ik had geen beveiliging, het was erg statisch en je hebt altijd problemen met verlichting!”

Favoriete ontwerper

Een penning is bedoeld om te eren of te herinneren, traditioneel gezien een schijf, maar dat hoeft niet, zo vertelt Gerritsen. Zoals een zilveren hoekig exemplaar van Eric Claus, die ter gelegenheid van het openen van gebouwencomplex Woudestein in 1970 werd overhandigd aan koningin Juliana. “En aan andere hotemetoten.” Het is een voorstelling van het aulagebouw (Erasmusgebouw) met daarbij het motto ‘Stevig onder de stormen’ van de Nederlandse Economische Hogeschool, de voorloper van de Erasmus Universiteit. Thuis werden de ontvangen penningen netjes op een buffetkast gelegd of op een standaard voor de boeken in de boekenkast.

Claus is een grote favoriet van Gerritsen én van de universiteit, die maar liefst drie andere penningen door de beeldhouwer liet ontwerpen, waarvan twee nog steeds worden uitgereikt (een erepenning en een penning van verdiensten, bij een dienstverband van 25 jaar). Die mijlpaal zal de penningenbeheerder niet halen, want na 18,5 jaar zit zijn taak erop. “Zelf vind ik het nog steeds leuk, maar de universiteit vindt dat het tijd is om op te houden. Omdat ze een probleem hebben als ik ineens onder de tram kom. Dus zij willen de kennis en apparatuur in eigen beheer.”

Levenslange passie

Herman Gerritsen_penningen_penningkabinet_ 0225-3_Levien Willemse
Niet alle penningen vindt hij mooi. Beeld door: Levien Willemse

Na kort twijfelen mogen we tóch ook even kijken bij de penningen achter slot en grendel. De ene na de andere penning worden uit smalle laatjes getrokken, allemaal keurig genummerd. Elk heeft een eigen verhaal: een Duitse winkelweek ter bevordering van vreemdelingenverkeer, prijzen voor varkens of een prachtige beeltenis van een piepjonge koningin Wilhelmina op een penning van een koffiebranderij. Wie Gerritsen een tijd hoort praten snapt meteen zijn fascinatie voor penningen, hij heeft een zeer brede interesse en er is altijd wel een interessant verhaal te ontdekken, dat hij met veel oog voor detail vertelt. “Penningen moet je leren lezen. En soms is het verhaal van de penning niet zo spectaculair, maar dan is er altijd wel wat over de medailleur te vertellen.”

Zijn levenslange passie begon ruim 65 jaar geleden met een buurjongen die als matroos weleens buitenlandse munten meenam. Via zijn verzameling munten kwam hij bij penningen terecht. Ondanks een fascinatie voor Grieks en Latijn studeerde hij toegepaste wiskunde en maakte hij zijn werk van wiskundige modellen, iets dat hij zijn laatste werkende jaren combineerde met het penningenbeheer.

Het ligt niet in zijn aard om sentimenteel te worden over ‘zijn penningen’, dus nee, hij gaat ze niet missen. “Ik heb het met heel veel plezier gedaan.” Ook de Nobelprijs niet? “Ik heb hem vaak genoeg vastgehouden. Daar kan ik wel even op vooruit.”

De NEPK-collectie is doorzoekbaar op: www.NEPK.nl.

Opening Erasmus expositie universiteitsbibliotheek boek borrel_24okt2023_Daan Stam

Lees meer

Tentoonstelling Erasmus in de UB: ‘Een chronologie van de man naar de universiteit’

De tentoonstelling Erasmus: The Man, The Myth, The Legend, The University is dinsdag…

Al één reactie — discussieer mee!