Nieuwe blaadjes blijven groeien aan dezelfde tak. Dezelfde stad, we bewandelen hetzelfde pad.
Jij een bastaardzoon, ik een immigrant. Maatschappelijk gezien gaan ze hand in hand.
Adison dos Reis ziet op meer dan één manier gelijkenissen met Desiderius Erasmus. Beiden in Rotterdam geboren, al was Erasmus ietsjes eerder (op 28 oktober 1466 om precies te zijn). In het klooster deed Erasmus wedstrijdjes over wie het beste gedicht had geschreven, als 16-jarige vergeleek Dos Reis zelfgeschreven raps met vrienden. Desiderius was een bastaard, Dos Reis de zoon van een immigrant. “Mijn uiterlijk is nog dat van een nieuwkomer, ik zal altijd de vraag ‘waar kom je vandaan’ krijgen. Net als een bastaard kan de maatschappij je het gevoel geven dat niet gewenst bent. Dat moet je niet laten tegenhouden, maar het is hoe de maatschappij naar je kijkt. Zeker met het huidige kabinet – Erasmus durfde ook kritisch te zijn op bestuur.”
Die verwantschap had Dos Reis niet zien aankomen toen hij door bijzonder hoogleraar publieksfilosofie Stine Jensen gebeld werd. Jensen maakte voor omroep HUMAN een aflevering voor de podcast Wat blijft. De aflevering gaat over Erasmus. Jensen zocht een woordkunstenaar die Erasmus tot leven kon brengen, meer hedendaags kon maken. “Door verschillende mensen werd Adison aangeraden. Het werd zo’n leuk proces! Het heeft ons allebei heel veel plezier gebracht”, zegt Jensen.
Het begin van de wijsheid is het kennen van jezelf.
Geluk manifesteert als je wil zijn wie je bent.
Het duurde even voor Dos Reis ook daadwerkelijk ‘ja’ zei tegen Jensen. “Het was snel duidelijk dat wij een goede klik hadden, dat we op eenzelfde manier denken. Maar ik wil niet dat mijn werk een kunstje wordt, het is geen commerciële baan.” Tijdens zijn online research werd Dos Reis ‘er meteen helemaal ingezogen’. In het vliegtuig las hij Lof der Zotheid. “Had ik van Stine gekregen. In het eerste hoofdstuk dacht ik al: alles slaat op het nu. Het had nu geschreven kunnen zijn. Het bleek meer: hoe kun je niet zien dat alles nog op het nu slaat? Erasmus heeft kritiek op de overheid, de kerk, op oorlog.” Daarnaast is Erasmus enorm satirisch en speelt hij met taal, ook dat sprak de Rotterdamse woordkunstenaar aan.
De rap is in twee delen opgedeeld, vertelt Dos Reis. In het eerste deel is Erasmus aan het woord. “Ik vroeg mij af: als Erasmus zou rappen, hoe zou hij dat doen? Ik gebruik veel van zijn woorden. Deel twee is woordkunstenaar Adison die praat met Erasmus.”
Ik vraag mij af: wat zou jij ervan vinden? Oorlog voor Israël. De politiek steeds wilder.
Zou je mee demonstreren of zou je discussiëren met geleerden?
Over dat stukje krijgt Dos Reis veel vragen van mensen die de rap luisteren. Is het nou ‘wild’, ‘wilder’ of ‘wilders’? “Daar speel ik bewust mee. Het is ‘wilder’, maar veel mensen horen ‘Wilders’. Ik begin het volgende woord bewust met een ‘z’. Ik leg de focus op het woordspelletje en wat mensen daarvan willen maken is aan hun zelf.”
Een bezoek aan campus Woudestein inspireerde Dos Reis tot het schrijven van die woorden, omdat hij Erasmus echt graag zou horen over de oorlog. De dag na de ontruiming van het tentenkamp, een protest tegen de banden van de universiteit met Israël, was Dos Reis met Jensen op de campus. “De campus werd schoongeveegd, de graffiti weggepoetst. Je bent op de universiteit vernoemd naar de man die zo tegen oorlog is, en het eerste wat je ziet is dit. Meteen dacht ik: hoe zou Erasmus hierover denken?”
Lees hier de hele rap
Erasmus
Aangenaam, Erasmus is de naam,
Geboren Rotterdammer, ben een schrijver van de straat,
Ik kwam met die takkies waar iedereen over praat,
Creëer m’n eigen taal, noem het Erasmiaans,
Krossies maken de mana, is kleren maken de man
De aarde is mn Osso, de wereld m’n vaderland
Afstand, scheidt de lichamen maar niet de geest,
Zelfde verkondigde de hippies aan de LSD,
De kerk bied me geld maar ik doe niet mee,
Je trekt misschien wel volle zalen, maar je ziel is leeg
Niemand zal slecht sterven als hij goed leeft,
Het geloof een instrument als je dingen weet,
Ik ben jazz, ik ben rock, ik ben rebel,
Waarheidsgetrouw, man van God ik vertel,
Begin van de wijsheid is het kennen van jezelf,
En geluk manifesteert als je wilt zijn wie je bent.
Ik ben Erasmus, ik ben Pac, ik ben Bob
Ik ben jazz, ik ben rap, ik ben rock,
ik ben hun, zij zijn wij, wij zijn ons,
maar allereerst ben ik een man van God,
Nieuwe blaadjes blijven groeien aan dezelfde tak,
Dezelfde stad, we bewandelen hetzelfde pad,
Jij een bastaardzoon, ik een immigrant.
Maatschappelijk gezien gaan deze hand in hand,
Je doet me denken aan een Jules, of aan een Bob
Marley of Dylan,
ik vraag me af wat zou jij ervan vinden
Oorlog voor Israel, de politiek wilder,
zou je mee demonstreren?
Of zou je discussiëren met geleerden,
Je leerde ONS hoe jezelf te definiëren,
Het zijn de tijden van de wijze en de dwaas,
Wie schrijft die blijft, wie dat vergeet die zal vergaan,
Haast je langzaam, onderzoek je eigen vaart,
Bepaal je eigen koers, ondanks dat er wind staat,
Autonoom wil zeggen dat je je keuzes zelf maakt,
De enige fout die bestaat is een fout niet begaan. Erasmus
Adison dos Reis