Mees was een Rotterdamse advocaat en onder andere grondlegger van de Rotterdamsche Scheepshypotheekbank en het beleggingsfonds ROBECO. Ook was hij betrokken bij de oprichting van de Nederlandsche Handels-Hoogeschool, de voorloper van de Erasmus Universiteit, waar hij nog tot in 1964 allerlei bestuursfuncties vervulde. Het zilveren bord was een cadeau van Cornelis van Stolk, een van de andere twee oprichters. Stolk liet in 1913 twee zilveren borden vervaardigen die hij aan mede-initiatiefnemers J.A. Ruys en Mees gaf, als dank voor alle inspanningen.

Speld in een hooiberg

Het gedenkbord van Ruys is al sinds de jaren zestig onderdeel van de erfgoedcollectie van de universiteit, maar het bord van Mees was jarenlang onvindbaar. Een familielid ging er twintig jaar geleden al naar op zoek, maar dacht dat het bord zich waarschijnlijk bij een van de familieleden in het buitenland bevond.

De recent gepensioneerde EUR-medewerker Cora Boele, verantwoordelijk voor het beheer van het erfgoed, was sinds die tijd op zoek naar het object. “We wisten dat het bord bestond dankzij een foto in een gedenkboek uit 1963. Ook wisten we dat het in het bezit moest zijn van de familie Mees. Maar Willem Mees kreeg vijf dochters die na hun huwelijk allemaal een andere achternaam kregen en een aantal waren ook nog naar het buitenland verhuisd, dus dat werd zoeken naar een speld in een hooiberg.”

Naast opa bij de Dies

In 2018 vond Boele een aanknopingspunt. Ze kwam in contact met een redacteur van een jaarlijkse tijdschrift van de familie Mees. “Daarin heb ik een oproepje laten plaatsen, met de vraag of iemand wist waar het bord zich bevond.” Daar kwam helaas geen enkele reactie op.  De doorbraak kwam pas vier jaar later, in 2022. “Tot mijn verbazing zag ik allemaal babyfoto’s van meneer Mees in de kroniek van dat jaar!” Boele nam contact op met de mevrouw die de foto’s had geplaatst, in de hoop dat zij meer zou weten over het bord. Via haar kwam Boele uit bij Helene Veltman-Montagne. En daar in huis, in een kast, lag het zilveren bord.

De kleindochter van Mees kreeg het glimmende voorwerp van haar grootmoeder, omdat ze de eerste nazaat van Mees was die in Rotterdam ging studeren. Ze studeerde daar Sociologie in de jaren zestig. “Ik zat tijdens mijn studie zelfs nog naast mijn grootvader bij de Dies Natalis”, vertelt ze. Willem Mees was toen rond de tachtig, maar was nog altijd actief op de universiteit als lid van het College van Curatoren, een soort Raad van Toezicht.

2024-03-06 overdracht bordje Mees) (Arie Kers) (162)
Cora Boele (links) en Helene Veltman-Montagne bij het schilderij van Willem Mees. Beeld door: Arie Kers

Rondleiding

Helene Veltman wilde het bord graag in bruikleen geven, vertelt ze. “Hij lag bij mij thuis in Amersfoort in een lade. Nu komt het bord terecht op een plek die mij zeer dierbaar is.” Ze wilde er één ding voor in ruil: een rondleiding op de universiteit, waarbij ze een aantal jaarclubgenoten en familie mocht meenemen.

Woensdag was het zover. Na een presentatie van Boele over de geschiedenis van de universiteit en de grote rol van Mees daarin, droeg ze het bord formeel over aan de universiteit via het tekenen van een bruikleenovereenkomst.  Daarna kregen zij, enkele familieleden en jaargenoten nog een rondleiding over de campus. “Het is heel leuk om hier te zijn, maar ik herken nog maar weinig uit mijn jaren. Wij zaten bijvoorbeeld altijd graag in het cafetarium in de bibliotheek, maar ik heb geen idee waar dat zat!” vertelt ze.

De groep nam ook vast een kijkje bij de plek waar het bord tentoongesteld zal worden: bij de rectorskamer. Daar komt een vitrine waarin zowel de borden van Ruys als van Mees gebroederlijk naast elkaar worden geplaatst.