Ahmed Aboutaleb werd in 1961 geboren in het Marokkaanse Rifgebergte. Op zijn vijftiende kwam hij naar Nederland. In 2004 werd hij wethouder in Amsterdam namens de PvdA. Vanaf 2007 was hij staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, tot hij werd benoemd tot burgemeester van Rotterdam.
Marianne Klerk is maatschappijhistoricus met een focus op de stad Rotterdam. Ze is senior lecturer van de afdeling Humanities bij het Erasmus University College. Daarnaast is ze bezig met een boek over de geschiedenis van gentrificatie en programmamaker bij debatcentrum Arminius.
Hoe zou je Aboutaleb omschrijven als burgemeester?
“Hij is voor mij echt het toonbeeld van de Rotterdamse law and order. Kort na Aboutaleb’s aanstelling kwamen de Hoek-van-Hollandrellen. Een strandfeest liep helemaal uit de hand. Er ontstonden vechtpartijen en steekpartijen, hooligans riepen antisemitische leuzen en er kwam een 19-jarige jongen om het leven door politiekogels. Aboutaleb kreeg meteen een lading kritiek over zich heen. Door gemeenteraadslid Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam werd hij in een debat over de rellen weggezet als moslimburgemeester, waardoor zijn legitimiteit in twijfel werd getrokken.
“Als burgemeester is hij verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid, en hij moest zich tegen de aantijgingen van Leefbaar verdedigen. Misschien werd hij zo in een rol van ‘met de harde hand regeren’ geduwd. Maar Aboutaleb zorgde er wel voor dat die rol hem op het lijf geschreven was. Hij was een patriarch, een sheriff, een burgervader, iemand die mensen op hun donder geeft.”
Hoe zien we die strenge aanpak terug?
“Aboutaleb voerde na de Hoek-van-Hollandrellen strikte uitgaans- en evenementenregels in, zoals het beperken van het aantal nachtvergunningen. Hij bouwde die restricties steeds verder uit. Bij Aboutaleb vraag ik me af: wanneer ga je van ‘nood breekt wet’, naar ‘nood maakt wet’? Voor Aboutaleb leek het altijd crisis te zijn. Hij zette in op negatieve veiligheid; toezicht en repressie. Hij trad streng op tegen overlast op straat. Onder Aboutaleb gingen er meer surveillancewagens rijden, en breidde het cameratoezicht uit. Aan de andere kant sloot gemeente Rotterdam buurthuizen, die juist positieve veiligheid en sociale cohesie bevorderen. Terwijl onderzoek van criminologen, zoals van EUR-collega Marc Schuilenburg, steeds aantoont dat dit averechts werkt.”
Wat is de context waar Aboutaleb in terecht kwam toen hij in 2009 in Rotterdam benoemd werd tot burgemeester?
“Sinds 2002, toen Leefbaar Rotterdam in de Raad kwam, is law and order centraal komen te staan in het beleid. Het adagium van Leefbaar was ‘stad schoon, heel en veilig’. Dat was in de geest van Rudy Giuliani, de toenmalig burgemeester van New York. Giuliani heeft in de jaren negentig de straten van New York ‘schoongeveegd’. Daarmee bedoel ik dat allerlei vormen van ‘de ander’ uit het straatbeeld moesten: daklozen, homoseksuele mensen, zwarte mensen, krakers, drugsgebruikers en sekswerkers.
“Dat is in Rotterdam ook gedaan. Zo sloot de gemeente de tippelzone op de Keileweg. Ook kwam de omstreden Rotterdamwet, een wet die het aantal personen met een laag inkomen beperkt in stedelijke woonwijken. Waar eerder stadsbeleid werd gevormd op basis van uitbreiding van sociale voorzieningen, kwam nu de nadruk te liggen op repressie van criminaliteit. Het gebeurde ook in andere steden, denk bijvoorbeeld aan het landelijke kraakverbod, maar Rotterdam werd gezien voor innovatief en ingrijpend beleid.
In dit politieke klimaat kwam Aboutaleb terecht. Hij kwam als PvdA’er met een moslimachtergrond in een stad met Leefbaar Rotterdam in de coalitie, een partij die naam maakte met repressie en anti-islam retoriek. ”
Hoe had die anti-islamretoriek invloed op zijn burgemeesterschap?
“Aboutaleb is naar Nederland gekomen als praktiserend salafist, een intellectuele orthodoxe islamitische stroming. Hierdoor heeft hij zich constant moeten verdedigen en bewijzen. Dat zie je bij meer toppolitici met een migratieachtergrond. Yeşilgöz bijvoorbeeld, die moet en zal steeds benadrukken dat zij één van de goede is, dat ze hard werkt, dat zij zich als geen ander perfect aan de wet houdt en de regels en waarden en normen van de Nederlandse maatschappij naleeft.
“Als er iets gebeurde wat controverse kon opleveren jegens moslims, dan wilde hij de kritiek voor zijn en schoot hij in de rol van de belerende burgervader. Dat werd duidelijk op twee momenten, waarop hij ook lof kreeg. De eerste is zijn uitspraak na de aanslag op Charlie Hebdo in 2015: ‘Rot toch op, als het je hier niet bevalt.’ Wie sprak hij daar toe? De moslimgemeenschap, en vooral de ‘moslimjongeren’.
“Eenzelfde soort reactie gaf hij na de avondklokrellen op de Beijerlandselaan in januari 2021. De politie kwam al snel met een statement dat er geen eenduidig beeld is van de relschoppers. Toch werden de relschoppers al snel geframed als jongens met zwarte hoody’s en Louis Vuitton-tasjes. Dat is sluiptaal voor moslimjongeren, Nederlands-Marokkaanse jongeren of jongeren van kleur. Aboutaleb was echt geraakt. Hij ging op video, keek recht in de camera, en zei: ‘schaam je je niet?’ Hij sprak die jongeren direct aan, als een vader.
“Na de coronarellen in het centrum in november 2021 was hij ook aangedaan, maar toen heeft hij niet met zo’n opgeheven vingertje gereageerd. Dat verschil valt op.”
Hoe is Rotterdam veranderd onder Aboutaleb?
“Naast law and order is het tijdvak Aboutaleb er één van gentrificatie. Repressie en gentrificatie gaan vaak hand in hand in stadsvernieuwing. Voor het lokken van de rijke middenklasse moet de Ander plaatsmaken uit het zicht: de hangjongere moet plaatsmaken voor de bakfietsouder. Een goed voorbeeld hiervan is de Rotterdam City Lounge. Dat is een slogan voor de gebiedsontwikkeling van het centrum rond 2010. Tegelijkertijd was er een samenscholingsverbod. Dat roept de vraag op: voor wie is de stad een lounge, en wie mag er niet hangen?
“Aboutaleb’s voorganger, Ivo Opstelten, heeft niet zo nadrukkelijk een stempel gedrukt op Rotterdam. Maar in de jaren tachtig en negentig maakte Rotterdam wel een grote transformatie door, onder burgemeester Bram Peper. Ook toen was er al sprake van gentrificatie. Met zijn plan Nieuw Rotterdam wilde Peper van de postindustriële havenstad die Rotterdam was, een metropool maken, met meer kapitaalkrachtige, hoogopgeleide mensen.
“Net als Peper zette Aboutaleb in op gebiedsontwikkeling om van Rotterdam een metropool te maken. Oude pakhuizen werden luxe lofts. Er kwam meer hoogbouw en meer citymarketing. Onder Aboutaleb had Rotterdam het beste café van de wereld. We stonden in de top tien van de top cities in the world van de Lonely Planet. Aboutaleb is zelfs verkozen tot beste burgemeester van de wereld. We zijn van allerlei negatieve lijstjes naar internationale toplijstjes gegaan. En toch, de armoede stijgt, de drugscriminaliteit onder jongeren neemt toe, en er zijn om de haverklap explosies in de stad. ”
Hoe gaat Rotterdam verder zonder Aboutaleb?
“Leefbaar Rotterdam vindt het tijd voor een Leefbaar burgemeester. Als je ver doorredeneert zou je kunnen zeggen dat we die met Aboutaleb al gehad hebben. Rotterdam roemt zichzelf omdat de stad nooit af is, en altijd vooruit moet. “Rotterdam heeft geen verleden en geen trapgevel”, dichtte Jules Deelder. Ik zou willen dat we iets meer verleden hadden en iets meer terugkeken. Als je de hele tijd benadrukt dat het niet goed gaat, geeft het ook aan dat we niet goed zijn zoals we zijn. Wat zegt dat over de inwoners van deze stad?”
Er kwam destijds geen politieagent om het leven bij het strandfeest dat helemaal uit de hand liep. Het was Robby (19), een bezoeker van Sunset Grooves.
dank, we hebben dit aangepast.
Reageren niet meer mogelijk.