Het lijkt wel of de burgervader zich thuis voelt. Hij staat amicaal te vertellen, beweegt levendig met zijn armen en neemt af en toe rustig een slokje van zijn glaasje water. Het kleine groepje Laurentianen om hem heen hangt werkelijk aan z’n lippen.

‘Wat doet hij hier?’

De biljartzaal van Laurentius ademt de sfeer die een studentensociëteit hoort te hebben. Krakende houten vloer, antieke piano, museumwaardige collectie lege drankflessen en overal die vertrouwde geur van opgedroogd bier. De studenten zijn vereerd met het bezoek, maar sommigen ook wat verlegen en verbaasd. “Waarom is hij hier eigenlijk?,” vraagt een groepje bardienstdoende meiden zich af. “En wie is die jongeman in dat pak naast hem?” Of tweedejaars geneeskundestudent Charlotte Houck de burgemeester wil ontmoeten? “Ik zou niet weten wat ik tegen hem moeten zeggen.”

Wees er snel bij

Wie Aboutaleb wil spreken, moet er sowieso snel bij zijn. Na een ruim half uur is het alweer tijd voor de volgende sociëteit. Een paar straten verderop wachten de studenten van het Rotterdamsch Studenten Corps (RSC) en de Rotterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging (RVSV). Aan het einde van de avond, vanaf 23 uur, worden tot slot de Navigators (NSR) nog aangedaan, waar Mink zelf ook lid van is.

Student en stad zijn op elkaar aangewezen

Doelstelling van de avond is het versterken van de band tussen studenten en de stad. “Die is tot nu toe nooit sterk geweest,” vindt Mink. “Kijk maar hoeveel studenten buiten Rotterdam wonen. Dat zijn er echt teveel.”

Maar de student is optimistisch. Dat de stad een kleine campus midden in het centrum heeft toegezegd, de Erasmus University College, is een grote wens die in vervulling gaat. En het faciliteren van een feestlocatie voor het lustrum van het RVSV, onlangs op het terrein van het voormalig stadskantoor bij de Meent, is nog een voorbeeld van iets waar de gemeente de studenten in tegemoet komt. Het is redelijk eenvoudig, legt hij uit. Stad en student zijn gewoon op elkaar aangewezen. “En dan is het belangrijk om ook als stad zo vaak mogelijk je gezicht te laten zien.”

‘Politesse!’

De avond verloopt precies zoals CDA-gemeenteraadslid en student Ruben Mink het voor ogen had. Heel informeel. Net geïnstalleerd als tijdelijk raadslid nodigde hij de burgemeester via een interview in Metro uit om samen op bezoek te gaan bij de Rotterdamse studentenverenigingen.

Plots maakt het geroezemoes van de gesprekken bij RSC-sociëteit Hermes plaats voor een oorverdovende “POLITESSE!”. Doodse stilte. Waarna enkele korte speeches. Aboutaleb krijgt de lachers op z’n hand. “Ik heb vanavond in ieder geval geleerd hoe ik een zaal in een keer stil moet krijgen. Dit moet ik in de gemeenteraad ook eens gaan proberen.”

Zorgen over de toekomst

Hij noemt deze avond vooral nuttig. “Het is altijd goed om je te verplaatsen in het leven van studenten.” Het interessantste dat hij gehoord heeft vanavond? Het antwoord laat zich raden: de maatregelen van het kabinet geven de studenten veel reden tot zorg over hun toekomst, stelt de PvdA-burgemeester vast.

Aboutaleb tapte biertjes

Veel studenten vragen hem ook of hij zelf lid is geweest van een studentenvereniging. “Ik had er gewoon echt geen tijd voor” luidt zijn antwoord. “Ik zat op de HTS. Dat was een pittige opleiding. En in m’n vrije uren werkte ik heel hard om de kost te verdienen.” Hij bakte frietjes in Scheveningen en stond achter de bar biertjes te tappen, maar zelf heeft hij nooit een druppel gedronken zweert hij.

Nu hij deze studentensociëteiten zo van binnen ziet, heeft hij misschien toch wel wat gemist. “Mijn studententijd had z’n eigen dynamiek, maar ja.” Met een genoegzaam lachje: “Ik ben uiteindelijk toch burgemeester geworden.”