Eindelijk is het zover. Studenten ontvangen voor het eerst de nieuwe basisbeurs: 110 euro voor thuiswonende studenten en 439 euro voor studenten die op zichzelf wonen. Dat laatste bedrag is inclusief een ophoging van 164 euro die volgend studiejaar weer verdwijnt.
Het aantal aanvragers overtreft de verwachtingen. De prognoses gingen uit van 435 duizend studenten met een basisbeurs, maar het blijken er bijna 31 duizend extra.
Minder geleend
Dankzij de basisbeurs daalt het aantal studenten met een extra studielening flink. In totaal zijn studenten zo’n 92 miljoen euro minder gaan lenen.
Er zijn nu 213 duizend hbo- en wo-studenten met lening, meldt een woordvoerder van DUO, tegen 317 duizend vorig jaar. Het gemiddelde leenbedrag is ook omlaag gegaan: van 677 naar 575 euro per maand. Dat is overigens inclusief de studenten zonder basisbeurs.
Van de 465 duizend studenten met een basisbeurs hebben 185 duizend een studielening erbij. Later dit jaar gaat DUO nadere analyses doen, zodat bijvoorbeeld duidelijk wordt wat voor bedrag de verschillende groepen studenten lenen.
Overigens is de basisbeurs eigenlijk ook een lening. Hij wordt pas kwijtgescholden als de student binnen tien jaar een diploma in het hoger onderwijs behaalt.
Aanvullende beurs
Vanaf 1 januari krijgen meer studenten recht op een aanvullende beurs als hun ouders te weinig geld verdienen om hen te steunen. De inkomensgrens van de ouders wordt verhoogd van 53.900 naar ruim 70.000 euro (of nog hoger bij meer dan één studerend kind).
Studentenorganisatie ISO noemt het een ‘verademing’ dat de basisbeurs terug is, maar baalt ervan dat de tijdelijke verhoging van de basisbeurs voor uitwonenden volgend jaar weer wordt geschrapt. De inflatie is immers niet verdwenen. Voorzitter Demi Janssen: “De herinvoering van de basisbeurs is een heus feestje, maar we kunnen de slingers helaas nog niet volledig ophangen.”