Jarenlang stond de EUR bovenaan het lijstje van universiteiten met de meeste tijdelijke contracten. Had in 2021 nog 70 procent van de docenten een tijdelijk contract, in de nieuwste cijfers is dat nog maar 42 procent. In totaal daalde het aantal tijdelijke contracten op de EUR van 1100 fte naar 700. Dat ging in totaal om 580 medewerkers.

Vicevoorzitter van het College van Bestuur Ellen van Schoten is ‘blij met de nieuwe cijfers. “We zijn toch mooi op de goede weg”, zegt ze verheugd. Volgens haar is de flinke trendbreuk vooral een gevolg van het bestuursakkoord uit 2022, waarin de Erasmus Universiteit meer geld kreeg. “We hadden jarenlang de laagste ‘vaste voet’ van alle universiteiten, en dat maakte mensen onzeker.”

Een andere factor is de universitaire cao van 2021-2022, waarin al afspraken werden gemaakt om het aantal vaste contracten te verhogen, vooral onder universitair docenten en hoofddocenten, hoogleraren en ondersteunend personeel.

Meer in de planning

Volgens Van Schoten is hiermee de kous nog niet af. “We hebben ons in de huidige cao gecommitteerd aan een daling naar 13,5 procent docenten met een tijdelijk contract. Dat is haalbaar.” Over de beruchte ‘carrousel’, waarbij wetenschappers van de ene naar de andere universiteit en weer terugverhuizen zonder ooit een vast contract te krijgen, zegt Van Schoten: “Dat is niet wat we willen voor onze mensen. Natuurlijk houd je altijd mensen die verhuizen van instelling, maar dat kan niet zijn omdat ze net geen vast contract mogen krijgen.”

Van Schoten erkent dat er altijd een noodzaak voor een ‘flexibele schil’ zal blijven. “Je blijft afhankelijk van de eerste geldstroom (financiering per student vanuit het ministerie, red.), en je wil niet moeten reorganiseren als er minder studenten komen.”

Landelijke ommezwaai

Ook landelijk is er sprake van een ommezwaai. Vorig jaar had 62 procent van de docenten zonder onderzoekstaak een tijdelijke baan, nu geldt dat voor 54 procent (nipt boven het niveau van 2018).

De universitair docenten werken nu minder vaak op een tijdelijk contract (29 in plaats van 19 procent). Dat geldt eveneens het ondersteunend personeel heeft nu iets vaker een vaste baan.

Verschillen

Maar de verschillen tussen de universiteiten zijn nog altijd enorm. In Delft heeft 30 procent van de docenten een tijdelijk contract, tegen 89 procent aan de Universiteit Utrecht. In Wageningen heeft 40 procent van de universitair docenten een tijdelijk contract, in Tilburg is dat nul procent.

 Promovendi zijn allemaal in tijdelijke dienst, terwijl bijna alle hoogleraren en universitair hoofddocenten een vast contract hebben. Daarin is niets veranderd.

 “De afgelopen jaren hebben de universiteiten zich ingespannen om het aandeel vaste contracten te vergroten”, stelt universiteitenvereniging UNL. “Ook de recente investeringen van het kabinet, via sectorplannen en starters- en stimuleringsbeurzen, dragen bij aan minder flexibele en meer vaste contracten.”

Juist méér tijdelijke contracten in Amsterdam

De trend is niet bij alle universiteiten even sterk zichtbaar. Voor docenten en onderzoekers is in Utrecht weinig veranderd, terwijl die universiteit aan deze groep veruit de meeste tijdelijke contracten geeft. Aan de Vrije Universiteit Amsterdam zijn er zelfs méér docenten en onderzoekers in tijdelijke dienst dan vorig jaar. Ook in Tilburg, Nijmegen, Groningen en Eindhoven is geen grote verandering te bespeuren.

casual rotterdam academy in Leiden foto Bob Skolte (8) (EM)

Lees meer

Protestgroep Casual Rotterdam strijdt tegen tijdelijke contracten

Bij de Universiteit Leiden verzamelden zich maandag zo’n honderd academici uit het hele…

Lees één reactie