Docenten krijgen op de universiteit zelden een vast contract en werken structureel over. Ze ervaren een hoge werkdruk en de werkomgeving voelt niet altijd veilig. Pieter Van den Heede en Giulia Evolvi (beiden docenten bij de ESHCC) zijn initiatiefnemers voor het Rotterdamse ‘chapter’ van Casual Academy, inmiddels hebben zich meerdere collega’s aangesloten, waaronder tutoren van de ESSB. Volgens Van den Heede was het protest een beginpunt voor Casual Rotterdam. “Dankzij de publiciteit hopen we veel meer collega’s te bereiken.” Casual komt van casualisation, de Engelse term voor flexibilisering van arbeid.
Contracteinde nabij
Zoals Evolvi beschreef in een opiniestuk bij EM, hoppen docenten op de Erasmus Universiteit net als op andere universiteiten vaak van tijdelijk contract naar tijdelijk contract. Van den Heede is zelf docent en onderzoeker bij Geschiedenis en is het volledig met Evolvi eens. Bij veel collega’s is het einde van het contract altijd dichtbij. “Ik heb nog een klein beetje geluk: mijn contract loopt nog tot het einde van het volgende collegejaar. Maar er zijn heel veel mensen die wel structureel werk verrichten, maar toch in een onzekere situatie verkeren vanwege de grote omvang van de flexibele schil op de universiteit.”
Als de universiteit na twee contracten een vast contract moet geven, wordt vaak afscheid genomen van de docent. Vaak is het dan wel mogelijk om bij een andere universiteit een nieuw contract te vinden, maar dan begint de carrousel weer opnieuw. Ondertussen moet de docent wellicht naar een andere stad verhuizen. Een hypotheek krijgen of gezinsleven opbouwen wordt op die manier heel lastig gemaakt en de fundamentele onzekerheid geeft veel stress.
Onaanvaardbaar

Volgens Van den Heede is deze carrousel ’onaanvaardbaar’, omdat veel werk dat de docenten verrichten structureel is. “De vakken lopen gewoon door. Maar de mensen die de contracten geven, voelen zich door de universiteit gedwongen om dat alleen tijdelijk te doen. Dat heeft te maken met hoe universiteiten gefinancierd zijn, maar volgens mij kunnen universiteiten zelf ook stappen zetten.”
Opleidingen krijgen financiering per student, maar studentenaantallen fluctueren en bovendien volgt de financiering altijd met enige jaren vertraging op die schommelingen. Daardoor kunnen tekorten ontstaan en dus zoeken de faculteiten naar financiële zekerheid, en dat vinden ze door het uitdelen van zoveel mogelijk tijdelijke contracten.
In de nieuwe cao die vakbonden en universiteiten afgelopen jaar sloten, staat dat universitair docenten en academici in hogere functies altijd uitzicht moeten krijgen op een vast contract. Maar voor de functies daaronder zijn geen heldere afspraken gemaakt. Van den Heede: “Voor ons gevoel zijn de belangen van tijdelijke docenten daarin niet voldoende in de gaten gehouden.”