Onze universiteit houdt zich steeds meer bezig met duurzaamheid. Dit wordt vooral duidelijk door de toenemende betrokkenheid van studenten in de OccupyEUR-demonstratie en de petitie van vorig jaar van de Erasmus Sustainability Hub (ESH).

Van de institutionele kant heeft het College een verklaring betreffende de klimaat- en ecologische noodtoestand gepubliceerd en aangekondigd dat er veertien universiteitsbrede dialogen over duurzaamheid worden georganiseerd, die worden gecoördineerd door het platform Design, Impact, Transitions (DIT) en ESH, waaraan wij drie zijn verbonden. Waar het hier vooral om gaat, is dat de universiteit de hele EUR-gemeenschap in haar duurzaamheidstransitie wil betrekken en de dialogen wil gebruiken als directe input voor faculteitsoverstijgende veranderingen in beleid.

We lijken stappen in de goede richting te zetten, maar een terugkerend probleem is het gebrek aan duidelijkheid en transparantie omtrent de duurzaamheidsdoelen van de EUR. Bij het aankondigen van de dialogen herhaalde het CvB een aantal ambities, maar op een groot aantal daarvan werd verder niet nader ingegaan. In de drie maanden tussen de verklaring en de aankondiging heeft de universiteit niets gecommuniceerd over een zichtbare voortgang als het gaat om de inventarisatie van haar banden met de fossiele industrie, terwijl dat nu juist onze grootste zorg is.

Sustainability-dialogues-discussie- klimaat-climate-fossil-strooisel_Femke Legué
Beeld door: Femke Legué

Onze universiteit heeft verklaard dat de huidige situatie een noodtoestand is en wil al haar belanghebbenden bij de transitie betrekken, maar vooralsnog hebben we vooral een lange lijst met ambities en vage toezeggingen gekregen. Zelfs na de verklaring van het CvB hebben we geen zichtbare en urgente inspanningen gezien om structurele faculteitsoverstijgende veranderingen door te voeren, om uiterlijk in 2030 nettopositief te zijn.

Eerlijke communicatie over de ambities en de huidige voortgang is nu juist nodig om de EUR-gemeenschap inzicht te geven in wat de universiteit doet en hoe de duurzaamheidstransitie verloopt. Als wij vragen om transparantie , zoals je mag verwachten van een openbare instelling, wijt het CvB het schijnbare gebrek aan voortgang vaak aan verwarrende en ongecoördineerde communicatiekanalen. Zij beweren dat ze een hoop doen maar dat het communiceren hierover richting de EUR-gemeenschap hun niet goed afgaat.

Het is zeker waar dat de communicatiestrategie van de EUR over duurzaamheid niet optimaal is, maar volgens ons gaat het om een dieper liggend probleem. Het komt erop neer dat duurzaamheid, ondanks alle retoriek, strategisch van secundair belang blijft, zowel op centraal niveau als op de verschillende faculteiten.

Vooruitgang op het vlak van duurzaamheid bij de EUR wordt voornamelijk aangejaagd door zelfstandige initiatieven van individuen zoals de Sustainability Hub en het Sustainability Liaison Network. Bovendien heeft het DIT-platform, een hub voor academici en opleidingen die zijn betrokken bij duurzaamheidstransities, als strategisch initiatief van EUR nog geen permanente status. Het is voor DIT lastig om alle belanghebbenden op de campus, zoals duurzaamheidsdocenten, studentengroepen en onderzoekers bij elkaar te brengen.

Ondanks het interessante werk dat in deze initiatieven plaatsvindt, wordt het dan ook als gevolg van het gebrek aan centralisatie moeilijker om te communiceren, samen te werken en vooruitgang te boeken op een schaal en een tempo die nodig zijn om het doel van de universiteit te behalen om uiterlijk in 2030 nettopositief te zijn.

De ontbrekende schakel hier is structurele betrokkenheid van het CvB ten aanzien van duurzaamheid op de lange termijn. Gelukkig hoeven ze niet opnieuw het wiel uit te vinden om een werkende strategie te bedenken, aangezien die al met succes is uitgerold voor diversiteit en inclusie. Het D&I Office (nu IDEA Centre) is nu een permanent bureau met een aanzienlijk budget, autonomie en invloed. Dat heeft ons diversiteitslandschap de afgelopen vijf jaar radicaal veranderd. De Erasmus Univrersiteit stond in Nederland onderaan als het ging om het aantal vrouwelijke hoogleraren, en toch hebben wij drie jaar eerder dan gepland het doel van 25 procent vrouwelijke hoogleraren bereikt. Hieraan kun je zien wat er mogelijk is als de EUR de daad bij het woord voegt. Het is duidelijk dat dit soort serieuze betrokkenheid nodig is wil je vooruitgang boeken op het vlak van duurzaamheid.

Onze verantwoordelijkheid ten opzichte van huidige en toekomstige generaties onderstreept de urgentie van het nemen van dergelijke beslissingen. Het succes van deze initiatieven hangt echter af van sterke structurele toezeggingen van het CvB en onze dekens. Het opzetten van een duurzaamheidsbureau met een breed mandaat, vergelijkbaar met het IDEA Centre, zou een cruciale stap zijn in het institutionaliseren van deze toezegging.

De Universiteitsraad heeft er in 2020 en opnieuw in 2021 bij het CvB op aangedrongen om dit bureau op te zetten. Dit bureau zou worden ondersteund door een eigen team en middelen, en zou een rol spelen bij het stimuleren van duurzaamheidsinitiatieven, het verbeteren van duidelijkheid en consistentie in communicatie, en het waarborgen van strategische betrokkenheid op de lange termijn bij duurzaamheid.

Het is van cruciaal belang dat de universiteit iets doet aan de tegenstrijdigheden in haar duurzaamheidsstrategie. Dat onze universiteit banden blijft onderhouden met bedrijven in de fossiele energie zoals Shell, dat ruim vijftig jaar lang het publiek voorloog en nog steeds weigert de doelstelling van 1,5 – 2 graden van de Klimaatovereenkomst van Parijs te erkennen, is schadelijk voor onze aspiraties en geloofwaardigheid. We moeten nu een niet mis te verstaan signaal geven dat we van praten overgaan tot actie, en daarbij het door de VU Amsterdam gestelde voorbeeld volgen.

De komende duurzaamheidsdialogen, die mede door ons zijn georganiseerd, zijn niet slechts gesprekken, maar hebben het potentieel om juist deze soorten transformatieve veranderingen in gang te zetten. Op basis van het principe van transparantie is iedereen bij de EUR welkom om deel te nemen. Dialogen bieden een kans om de betrekkingen van de EUR met de fossiele-energiesector kritisch te evalueren en een nieuwe richting te geven.

Tijdens de klimaat- en ecologietop die wij na de veertien dialogen organiseren, zullen wij de nationale en internationale gemeenschap op de hoogte brengen van de geboekte vooruitgang. Gezien het feit dat wij betrokken zijn bij het organiseren van de dialogen, kunnen wij de EUR-gemeenschap verzekeren dat dit een initiatief is dat werkelijk uit de school voortkomt, met de bedoeling om transformatieve beleidsvoorstellen te doen, en niet, zoals onlangs werd gesuggereerd, een door het CvB geleid initiatief om antipolitieke ‘richtlijnen’ op te stellen. Studenten en medewerkers kunnen deelnemen door contact op te nemen met DIT en ESH via [email protected].

Nu onze universiteit aan deze onderneming begint, is het essentieel dat iedere belanghebbende – studenten, medewerkers en bestuurders – betrokken is en zich inspant om deze visie te verwezenlijken, en daarom is het nu de tijd om samen rond de tafel te gaan zitten. Deze transformatie, ondersteund door openheid en inclusiviteit, bepaalt of wij een leefbare toekomst voor iedereen kunnen veiligstellen.

occupyeur brunch woensdagochtend protest fossil free foto Shrey (6)

Lees meer

Hé OccupyEUR, waarom doen jullie dingen niet anders?

In minder dan acht maanden tijd wist OccupyEUR een beruchte neoliberale universiteit…

Lees één reactie