Het zal de lezer vast niet ontgaan zijn: Laurens Buijs, UvA-academicus en publicist, is al sinds maanden het epicentrum van kritiek, discussie en ophef dankzij zijn uitspraken over ‘woke’ (wat dat ook tegenwoordig nog mag betekenen) dat volgens hem een bedreiging voor de academische vrijheid vormt. Met name zijn opvatting dat non-binaire genderidentiteit geen wetenschappelijke basis zou hebben, raakte een gevoelige snaar en leidde tot een reeks aan heftige reacties, waaronder boycots.
Zo ook in Groningen, waar meerdere deelnemers een congres van hogeronderwijsmedia op donderdag 13 april boycotten toen ze hoorden dat Buijs was uitgenodigd voor een debat. Hoewel de organisatie het debat ondanks de boycot door wilde laten gaan, is het uiteindelijk afgelast na afzegging van een andere spreker, die niet meer mee wilde discussieren vanwege het onderlinge gedoe.
Senad Delic (25) studeert Filosofie en was in het verleden politiek actief bij verschillende linkse of marxistische organisaties. Op 26 april neemt hij deel aan een debat in de Arminiuskerk over polarisatie, samen met onder andere filosofen Gijs van Oenen, Stine Jensen, Ronald van Raak en Arwen Vonck.
De vraag bij dit soort handelingen blijft echter: is het boycotten van een debat en het weren van mensen uit dat debat effectief om anderen van je mening te overtuigen? Laten we onszelf niet voor de gek houden: men hoeft meningen niet te respecteren. Iedereen kent meningen die je weinig steun gunt of zelfs minacht uit het diepst van je hart. De ideale liberaal in die zin bestaat niet echt – sommige overtuigingen zie je liever verdwijnen dan groeien. De manier om dat te doen is echter niet het wegsturen of het censureren van je tegenstanders. Integendeel – laat ze naar het gesprek komen zodat ze zichzelf eerlijk en openlijk voor lul kunnen zetten.
Dat je als links persoon met de boycot-tactiek de ‘Links is autoritair en kan niet tegen andersdenkenden’-conservatieven gelijk geeft, is één probleem. Het andere probleem weegt echter nog zwaarder: door iemand in de context van een debat te boycotten en het gesprek te weigeren, ken je diens standpunten, zonder dat je het doorhebt, een bepaalde macht toe. Lang voordat het gesprek begonnen is, maak je al een concessie: “De waarde en overtuigingskracht van wat ik denk is waarschijnlijk niet groot genoeg om op te kunnen boksen tegen de persoon waarmee ik in debat ga.”
Wat is het resultaat hiervan specifiek in de context van het Groningse debat? Conservatieven die ‘I told you so’ zeggen. Mogelijk waardevolle progressieve ideeën die nooit geuit worden. Bovendien leidt dit tot een versteviging van het beeld van een ‘arrogant-academische’ sfeer op links, waar eerder met emotionele chantage dan met sterke ideeën (of acties) gevochten wordt. En het negatieve kersje op de taart: degene, die van het gesprek wordt uitgesloten, gaat met een gevoel van bevestiging lekker elders radicaliseren, en dat helemaal zonder andere perspectieven die invloed op zijn of haar mening kunnen uitoefenen.
Ik begrijp echter ook dat niet iedereen de confrontatie in debatten wenst op te zoeken. Sommigen hechten waarde aan hun safe space en willen zich niet mengen in een omgeving die zij als schadelijk ervaren. Velen vinden dat je tegenwoordig het recht moet hebben om personen of uitspraken uit de weg te gaan, die jouw zelfbewustzijn, identiteit of levensstijl dwarszitten. Dat persoonlijke recht wil ik mensen ook niet ontzeggen. Bij safe spaces moet je echter ook nadenken of het gedachtegoed, waartegen ze moeten beschermen, op de lange termijn wel verdwijnt. Het gevaar blijft bestaan, of er nou een safe space is of niet.
Alleen door tegenstelling en negatie, zei Georg Wilhelm Friedrich Hegel, kan vooruitgang geboekt worden. Vooruitgang komt altijd met confrontatie en groeipijnen. Als je dat proces ontkent, dan blijven de contradicties in een samenleving bestaan en woekeren zij door. Het is aan ons om die tegenstellingen te bekijken en vanuit zo veel mogelijk perspectieven te belichten.
Mensen met ‘verkeerde meningen’ moet je daarom juist uitnodigen voor het debat. Als iemand in jouw optiek gekke, ongelooflijke en onverdedigbare dingen zegt, laat diegene maar komen. Je hebt veel meer aan een constructieve discussie dan een boycot, al is het maar om aan de toeschouwer te demonstreren hoe belachelijk iemands mening is.
Debatteren met mensen die wetenschappelijk onderbouwde argumenten hebben is goed.Dat kun je van de personen waarover het hier gaat niet zeggen, sterker nog; ze liegen alsof het gedrukt staat. En dat in zo’n rap tempo dat je geen tijd krijgt om die leugens te ontkrachten, “gish gallop” heet die methode.
Reageren niet meer mogelijk.