Een afscheidsinterview met een hoogleraar die bijna 35 jaar aan de universiteit heeft gewerkt, daar moet binnen ‘zijn’ faculteit toch een mooie locatie voor te vinden zijn. Maar omdat hij twee maanden geleden al formeel met pensioen is gegaan, is zijn kamer drie dagen voor zijn afscheidsrede al leeg (zelfs de plant heeft plaatsgemaakt). Het reserveren van een kamer blijkt lastiger dan gedacht en dus wordt het een klein, rommelig vergaderkamertje recht tegenover zijn verlaten kantoor. “Je ziet, ik heb nu al niets meer te zeggen,” zegt Geerlings met een grote glimlach op zijn gezicht.
Mooi geweest
De situatie tekent het dubbele gevoel waarmee de hoogleraar Governance van duurzame mobiliteit afscheid neemt van de universiteit en faculteit ESSB. Een syllabus op tijd inleveren, de dagelijkse beslommeringen binnen de faculteit of de druk van aankomende tentamens. Op zulke momenten is Geerlings blij dat het erop zit. “De faculteit is nu het onderwijs weer aan het reorganiseren. Heel fijn dat ik daar niets meer mee te maken heb.”
Tegelijkertijd gaat hij het contact met de studenten en zijn mede-onderzoekers erg missen. Maar Geerlings weet ook dat het einde van zijn academische carrière stiekem onvermijdelijk is. “Het is soms best lastig, ik zit nog zo in de flow. Ik ben zelfs nog op dit moment bij acquisitie betrokken. Als je niet oppast, heb je de neiging om gewoon door te werken. Maar ik realiseer me meer dan ooit dat het mooi is geweest.” De selectieprocedure voor nieuwe promovendi (Geerlings gebruikt zelf nog de oude term aio) was het moment dat het kwartje viel. “De decaan zei: je kunt geen aio-positie willen aantrekken als je de aio zelf niet meer kan begeleiden. Toen wist ik: nu moet ik weggaan.”
Goed uitgepakt
Het had niet veel gescheeld of Geerlings had geen academische carrière van bijna 35 jaar, maar van slechts een jaar gehad. Zijn allereerste tijdelijke contract bij een onderzoeksinstituut wordt begin jaren tachtig namelijk niet verlengd vanwege een bezuinigingsronde. De economie is op dat moment zo slecht, dat er voor Geerlings niet veel baanmogelijkheden overblijven. “Toen ben ik noodgedwongen in het middelbaar onderwijs terechtgekomen. Ik had een gezin en er moest een inkomen zijn. Het was niet mijn roeping en ik wilde het ook niet heel graag.”
Dus als een paar jaar later een van de respondenten uit zijn afstudeeronderzoek onverwachts contact opneemt en vraagt of Geerlings interesse heeft in een functie op de EUR, weet hij niet hoe snel hij ja moet zeggen. “Maar dat was een grote stap. Ik had een vaste aanstelling en kreeg in het middelbaar onderwijs veel meer betaald. We hadden ook al kinderen en op de universiteit kreeg ik maar een klein contract voor drie maanden. Maar dit was mijn kans om de stap naar de universiteit te maken. En dat is heel goed uitgepakt.”
Duwtje in de rug
Wie het cv van Geerlings bekijkt, ziet direct dat die uitspraak niet overdreven is. Gepromoveerd, hoogleraarschap vanuit een nieuw samenwerkingsverband tussen de haven en de universiteit, een groot aantal bestuursfuncties en het begeleiden van promotietrajecten van de nieuwe generatie wetenschappers. “Je mag het misschien niet van jezelf zeggen, maar door hard werken is dit allemaal gelukt. En ik heb op cruciale momenten van collega’s een duwtje in de rug gekregen. Dat heb ik altijd heel erg gewaardeerd en zonder hen was dit allemaal niet gelukt.”
Een van die cruciale duwtjes kwam van zijn promotor binnen de economische faculteit. Hij had Geerlings net overtuigd naar de economische faculteit te komen voor zijn promotietraject toen er ruzie ontstond. “Ik bleef verweesd achter. Ik was twee maanden begonnen met mijn promotieonderzoek, mijn begeleider vertrok en ik werd gezien als een verlengstuk van mijn promotor.” Maar een van de laatste inspanningen van zijn oude promotor is een duwtje in de rug van Geerlings waardoor hij zijn promotietraject aan de Vrije Universiteit alsnog kan afronden.
Niet welkom
Vanaf dag 1 is duurzaamheid de rode draad in de wetenschappelijke carrière van Geerlings. Later in zijn carrière maakt hij de combinatie tussen dat onderwerp en de Rotterdamse haven. Als een van de vijf ‘havenprofessoren’ wordt hij in 2011 hoogleraar binnen SmartPort, het samenwerkingsverband tussen de universiteit en de haven dat een jaar eerder is opgezet. “SmartPort is ontstaan als een reactie op een vraag uit de havengemeenschap. Zij zeiden: als we iemand van de universiteit nodig hebben, weten we nooit bij wie we moeten zijn. Toen zei de toenmalige voorzitter van het College van Bestuur: als dat jullie klacht is, dan ga ik zorgen dat we daar verandering in brengen.”
De EUR-onderzoekers die zich bezighouden met de haven worden vanaf dat moment samengebracht en Geerlings houdt zich vanaf dat moment als hoogleraar bezig met duurzame mobiliteit. De vraag waar hij in al die jaren het antwoord naar zoekt is: wat is de toekomst van de haven? Want wat doe je als Rotterdam wanneer verduurzaming topprioriteit is, maar je tegelijkertijd ook enorm afhankelijk bent van de fossiele industrie? “Duurzame energie is natuurlijk de toekomst, vooral in de vorm van waterstof en elektriciteit. Maar de vervuilers moeten zelf die stap zetten, dat maakt het lastig want dat kost veel geld. Daar zit ook de weerstand. De hete aardappel wordt elke keer doorgeschoven.”
Het duurzame geluid dat Geerlings in die jaren predikt, wordt niet door iedereen gewaardeerd. “Ik ben veelvuldig op weerstand gestuit. Niet iedereen was blij met mijn boodschap. Ik mocht een aantal jaar niet op het nieuwjaarsdiner van Deltalinqs (de belangenbehartiger van bijna alle bedrijven in de Rotterdamse haven, red.) komen. Ik sprak de bedrijven aan op hun verantwoordelijkheden en dat werd niet altijd gewaardeerd. Maar dat is weer goed gekomen, ik heb de voorzitter gewoon uitgenodigd voor mijn afscheid. En het ligt ook niet alleen aan die bedrijven. Ja, zij moeten de eerste stap zetten, maar iedereen heeft een duurzame verantwoordelijkheid. Voor de studenten lijkt een wereldreis wel een onderdeel van het curriculum te zijn. Nu gun ik iedereen zijn wereldreis, maar je moet je wel even afvragen: past dat bij de wereld waar we naar streven?”
Gefaald
In de afgelopen 35 jaar heeft Geerlings veel zien veranderen. Van de verdubbelde omvang van de campus (“alles ten zuiden van de parkeergarage was er toen niet”) tot veranderde houding van studenten (“ze vragen niet eens meer of bepaalde stof verplicht is voor het tentamen”). Maar het laatste dat Geerlings wil, is dat hij een ‘klagende oude man’ wordt. De titel van zijn afscheidsrede, Een haven geeft altijd gedoe, moet dan vooral ook niet negatief worden opgevat. “Als een haven met zo veel spelers nooit in de krant staat, is het geen dynamische haven. En als mensen zich er druk om maken, betekent dat dat ze er ook om geven. Alleen wil ik wel meegeven: het gaat niet alleen om winst maken. Het gaat ook om werkgelegenheid en kwaliteit van de leefomgeving. Daar moeten we meer oog voor hebben.”
Maar afscheidsrede of niet, het betekent niet dat Geerlings helemaal verdwijnt van de EUR. Hij blijft promovendi begeleiden en promoties voorzitten. “Zeker, er zijn zeker momenten dat ik mij ga laten horen. Maar ik moet ook eerlijk zijn. Mijn generatie heeft gefaald als het gaat om het klimaatvraagstuk. Het moet van de nieuwe generatie komen.” En ondanks al zijn ervaring, blijft hij zichzelf ook nog verbazen. Tot zijn eigen verrassing is hij al weken een beetje gespannen voor zijn laatste college. “Potverdorie, ik werk hier al zo lang, ik heb al zo veel colleges gegeven. Maar toch is er een soort spanning. Het moet wel goed gaan.”
En zijn vrouw vindt het ook fijn dat Geerlings niet meer minimaal drie avonden in de week aan het werk is. Dat betekent niet dat hij zich gaat vervelen. Zo hoopt hij de komende tijd zijn boek over Rotterdamse havenbaronnen af te kunnen ronden. Maar eerst de afscheidsrede en daarna is het voor een groot deel toch echt afgelopen. En dat heeft ook praktische gevolgen. “De sleutel is ingeleverd, zoals je merkt heb ik geen kamer meer. Wij hebben op de vijftiende een kamer voor emeritus-hoogleraren. Ik dacht altijd: die gasten, daar wil je toch niet bij zitten, die zijn veel te oud. Maar dat wordt nu toch de realiteit.”
Harry Geerlings houdt vrijdagmiddag om 16 uur zijn afscheidsrede in de aula. Die is openbaar toegankelijk en te volgen via een livestream.