“Ik heb hem al zeker dertig jaar”, glundert Harry Geerlings, hoogleraar bij Bestuurskunde. Zijn kamergenoot Wim Hafkamp kijkt meewarig naar de gigantische plant die het midden van hun niet al te grote kantoortje domineert. “Hij werd thuis te groot, toen heb ik hem mee naar kantoor genomen.”
De plant wordt met tiewraps overeind gehouden. Er hangt welgeteld één kerstbal in. “Die heb ik ooit cadeau gekregen van een Sloveense studente die op gesprek kwam.” Drie keer per week geeft Geerlings de plant water. “De helft van een halve liter”, zegt hij terwijl hij een mineraalwaterflesje toont. “En dan heb ik ook nog wat extra eten voor de plant.” In de grote boekenkast staat een klein potje plantenvoer.
Sabbatical
Veel blaadjes zitten er niet meer aan de ficus. “Dit is wel het dieptepunt denk ik, van hoe de plant erbij staat”, zegt Geerlings. “Zelfs nadat ik vier maanden op sabbatical was gegaan, zag de boom er beter uit.” Toentertijd gaf Angela Xu, een Chinese promovenda, de plant drie keer per week water. Ondanks dat Xu, en nu ook Geerlings, zich streng aan dat regime houden, gaat de boom toch achteruit.
Geerlings: “Ik denk dat ie weer nieuwe potgrond nodig heeft.” Of een grotere pot, oppert Hafkamp.