In het onderwijscentrum van het Erasmus MC klinkt zaterdagmiddag een warme mix van Nederlands en Papiaments wanneer zo’n dertig studenten, artsen, farmaceuten en andere biomedici elkaar ontmoeten. De Curaçaose Sheeney Magdalena (21) heeft net haar bachelor Geneeskunde aan de VU afgerond en doet na een minor Business Management aan de Nyenrode Universiteit nu ook de master Healthcare Management aan de EUR. Die brede oriëntatie heeft een duidelijk doel. “Ik wil iets betekenen voor Curaçao. En als ik ‘alleen maar arts’ word, dan schiet ik tekort op het eiland. Je moet meer kennis en vaardigheden meenemen.”
Gewoon hard werken
Ook Camille Blaker (21), geneeskundestudent aan de EUR, ziet heil in een brede oriëntatie. “Je hebt op Curaçao niet de luxe voorzieningen die hier in Nederland normaal zijn, daarom vind ik bijvoorbeeld de tropengeneeskunde en traumachirurgie zo relevant.”
Met goede cijfers en ‘out of the box’ denken is het Camille gelukt bij de honours class binnen te komen en een studentenbaantje in het Erasmus MC te krijgen. Toch ziet hij veel problemen van racisme en kansenongelijkheid. “Mijn vader zegt altijd dat je gewoon hard moet werken, dan kom je er wel. Daar geloof ik ook wel in, maar de kansen voor studenten van de Antillen zijn zeker niet gelijk aan die van studenten uit Nederland.”
Ongelijke kansen
Zijn gedachten worden bevestigd door de presentaties. “De toelatingskansen voor studenten met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Caribisch-Nederlandse migratieachtergrond zijn verder afgenomen sinds de invoer van de decentrale selectie”, vertelt Lianne Mulder, socioloog en promovenda bij het Amsterdam UMC. Eigenlijk maken vooral studenten met ouders die behoren tot de rijkste 10 procent van Nederland goede kansen, terwijl iedereen anders zowat buiten de boot valt, blijkt uit haar onderzoek.
Vervolgens krijgen de studenten met een migratieachtergrond die het wel gelukt is om door de selectie te komen, systematisch slechtere beoordelingen dan hun collega’s zonder migratieachtergrond, vertelt Chantal van Andel, psycholoog en projectleider diversiteit en inclusie bij het Erasmus MC.
De studenten die de eindstreep behalen en uiteindelijk echt arts worden, komen dan voor de volgende uitdaging. Internist-nefroloog Mahdi Salih en internist-opleider Adrienne Zandbergen van het Erasmus MC deden onderzoek naar de sollicitatieprocedures voor artsen bij de Interne Geneeskunde. “Artsen met een niet-Westerse migratieachtergrond maken beduidend minder kans op opleidingsplekken voor specialisatie. Zelfs gepromoveerde artsen maken nog minder kans op een opleidingsplek dan witte collega’s die geen promotieonderzoek hebben gedaan.”
Daarnaast geldt dat bij het vaststellen van de behoefte aan specialisten er geen rekening wordt gehouden met het Caribisch deel van het Koninkrijk, ook niet met de drie eilanden die als ‘bijzondere gemeenten’ bij Nederland horen.
Tekort aan medici
“Hoe kunnen we met dit systeem dan wel aan die opleidingsplekken komen?”, vraagt iemand anders. Er wordt gediscussieerd over dubieuze beoordelingen, ongemakkelijke sollicitatiegesprekken, opleiders die vinden dat ‘Curaçaoënaars te relaxed’ zijn en opleiders die artsen niet willen aannemen als zij van plan zijn terug te gaan.
De drang om zich door deze problemen heen te vechten, echoot door de zaal en de reden is ook duidelijk. “Er is gewoon een tekort aan medici op de Antillen”, zegt Syenon Baromeo (32), die vanuit Curaçao verhuisd is naar Nederland om farmacie te studeren. Hij hoopt nu als apotheker-specialist een bijdrage te kunnen leveren. “Patiënten kunnen door die tekorten geen adequate zorg krijgen. Zij verdienen zorgverleners die hun cultuur, taal en leefomgeving begrijpen. En dat zijn personen die zelf van de eilanden komen.”