Eindelijk staat docent Peter Verkoeijen weer in de aula, na twee weken quarantaine door een coronabesmetting. Je zou denken dat studenten na twee online colleges staan te popelen om de collegezaal te vullen. Maar het tegendeel is waar: er zit maar één student in de zaal.
College: Statistiek (dinsdag 13 uur in de Aula). Het is een zogenaamd ‘bijlescollege’ waarin de docent ingaat op de stof waar studenten nog moeite mee hebben. Het vak bestaat uit deze bijlescolleges en onderwijsgroepsbijeenkomsten.
Docent: Peter Verkoeijen (ESSB)
Publiek: Eerstejaars Psychologie en Pedagogische wetenschappen. Eén student zit in de zaal, de rest volgt het live vanuit huis of kijkt later terug.
Reden om te volgen: Het college biedt verdieping en gebruikt actuele gebeurtenissen (coronabesmettingen, niet de dood door haaien) als voorbeeld om lastige concepten tastbaar en herkenbaar te maken.
TED-Talkgevoel
De docent staat op het podium, achter hem een groot scherm met een PowerPointpresentatie. Hij draagt een draadloos microfoontje met een ontvanger veilig in zijn broekzak. De hele setting geeft het gevoel van een TED Talk. Helaas zitten de meeste toeschouwers thuis. Het college wordt live uitgezonden en blijft beschikbaar op Panopto. Ruim vijftig studenten kijken online mee.
Alya (Pedagogische wetenschappen) is de enige in de zaal en begrijpt de keuze van haar medestudenten. Ook zij volgt het college meestal vanuit huis. “Dan ben ik vrijer in mijn planning en dagindeling”, zegt ze. “Maar ik vind het onderwerp van vandaag nog lastig, en hier kan ik geconcentreerder werken en mijn vragen direct stellen.”
‘Ik vind het onderwerp van vandaag lastig, en hier kan ik geconcentreerder werken en mijn vragen direct stellen’
Kansberekening
“We gaan vandaag kansberekening bespreken”, zegt Verkoeijen als het college begint. “Dit gedeelte is lastig, maar heel belangrijk tijdens je onderzoek later.”
In de kansberekening hebben we te maken met random phenomenons, legt de docent uit. Dat wil zeggen dat we de uitkomst niet kunnen voorspellen. Toch volgt de uitkomst een regelmatige verdeling bij een groot aantal herhalingen. “Het gaat dus om hoe vaak iets voorkomt bij heel veel herhalingen”, licht hij toe. “Stel dat we een munt opgooien om te weten hoe vaak een bepaalde kant boven valt. Als we drie of vier keer gooien, dan is de kans groot dat één kant vaker voorkomt. Maar bij een groot aantal herhalingen is de kans dat beide kanten voorkomen ongeveer gelijk.”
Venndiagram

Op de PowerPointpresentatie staan twee venndiagrammen als een eerste oefening. Studenten moeten kansberekeningen oplossen. “Dus hiervoor moet ik de general multiplication rule gebruiken, toch?”, vraagt Alya. “Precies”, antwoordt de docent. “Dat kan je gebruiken, maar je kan het ook oplossen aan de hand van de venndiagrammen.” Alya berekent de kans vervolgens in haar schrift en komt met het juiste antwoord. De docent knikt tevreden en legt daarna uit hoe studenten zonder de formule op het antwoord kunnen komen.
Conditionele situaties
Tijdens de berekening moet je goed kijken of het om een conditionele kans gaat. Dat betekent dat de kans dat A gebeurt, afhangt van gebeurtenis B. “Wat is de kans dat je dood bent als een haai je kop eraf bijt?”, vraagt de docent. “Dat is natuurlijk honderd procent. Dit is een conditionele kans. A (dood) gebeurt als B (je kop eraf door een haai) plaats heeft gevonden. Maar omgekeerd: hoe groot is de kans dat een haai je kop eraf bijt als je dood bent? De kans daarvoor is bijna nul, want A (dood) heeft meestal niks te maken met B (bijtende haai). Hier is dus geen sprake van een conditionele kans.”

Als laatste voorbeeld neemt de docent een pagina uit de krant NRC Handelsblad. Er staan twee groepen stipjes als weergave van het aantal gevaccineerde en ongevaccineerde mensen in Nederland. In het midden is een dik omkaderd rondje dat het aantal mensen weergeeft die positief zijn getest op corona. In het rondje staan ongeveer evenveel gevaccineerde als ongevaccineerde mensen.
“Hier zie je hoe belangrijk het is om naar de juiste conditionele kans te kijken”, licht de docent toe. “Als je alleen kijkt naar mensen die positief zijn getest, dan zou je kunnen zeggen dat vaccinaties niet zo veel uitmaken, want vijftig procent van de positief geteste mensen is gevaccineerd. Maar eigenlijk moet je kijken binnen de groepen. Dus hoeveel mensen positief getest zijn (gebeurtenis A) binnen de groep van gevaccineerde mensen (gebeurtenis B). Hier kun je zien dat de kans kleiner is om positief te testen binnen de groep gevaccineerden dan binnen de ongevaccineerden.”
‘De uitleg van de docent is makkelijk te volgen. Hij gebruikt geen onnodig moeilijke woorden’
Makkelijk te volgen

In het begin vond Alya het vak helemaal niks, vertelt ze in de pauze. “Ik heb geen achtergrond in Statistiek, dus voor mij was het echt bijbenen. Maar nu ik de leerstof begrijp, begin ik het vak leuk te vinden.” En dat komt deels door de uitleg van de docent. “Zijn uitleg is makkelijk te volgen. Hij gebruikt geen onnodig moeilijke woorden. Ook neemt hij de tijd om lastige onderwerpen echt goed te herhalen. Hij jast het er niet doorheen alsof iedereen voorkennis heeft.”
Komt zij volgende keer weer naar het college of blijft ze toch liever thuis? “Ik weet het nog niet”, lacht ze. “Ik hoop wel dat er meer medestudenten naar het college komen. Want als ik zie op de inschrijfpagina dat de opkomst hoog is, dan motiveert het mij ook om naar de campus te komen.”
Redacteur Feba Sukmana en illustrator Pauline Wiersema volgen iedere maand een college. Samen beschrijven en verbeelden ze hoe het onderwijs wordt gegeven, wat er allemaal in de collegezaal gebeurt en wat studenten van het college vinden.
EM is op zoek naar de beste, grappigste of interessantste colleges op de EUR. Moeten we een keer bij jouw docent langs? Tip ons op [email protected]