Het aandeel vrouwelijke hoogleraren stijgt gestaag, maar het glazen plafond is niet verdwenen. Dat is de conclusie van de nieuwe Monitor Vrouwelijke Hoogleraren. Vooral de stap van universitair docent naar universitair hoofddocent is relatief groot, blijkt uit de berekeningen. “Hoewel er een grote slag is geslagen, is er nog veel werk te verzetten”, schrijft het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) Een evenredige man-vrouwverdeling is op vele fronten nog lang niet behaald.

Opmerkelijke groei in Rotterdam

Eind september bleek dat het aandeel vrouwelijke hoogleraren voor het eerst boven de 25 procent uitkwam: een mijlpaal. De nieuwe monitor van het LNVH bevestigt dat.

De Erasmus Universiteit vertoont volgens de monitor voor het tweede jaar op een rij een opmerkelijke groei in het aantal vrouwelijke hoogleraren. De groei (3,5 procent) is hier het grootst en ook het aantal fte is hier het hardst gestegen (7,8). Van de 225 hoogleraren in 2020 is 24,3 procent een vrouw.

Glazenplafondindex

De monitor kijkt verder dan alleen naar het aantal hoogleraren: krijgen vrouwen evenveel kansen op de carrièreladder als mannen? Daarvoor gebruiken de makers de zogeheten ‘glazenplafondindex’: de verhouding tussen het aandeel vrouwen in twee aangrenzende functiegroepen.

De stap van promovendus naar universitair docent – meestal via postdoc-functies – is voor mannen én vrouwen vrijwel gelijk. Daar lijkt geen sprake van een glazen plafond. Dat komt in de functies erna. Vooral de drempel van universitair docent naar hoofdocent is voor vrouwen hoger dan voor mannen. Maar ook bij de doorstroom naar het hoogleraarschap zijn mannen over het algemeen in het voordeel, blijkt uit de index.

Contracten

Opvallend is dat vrouwelijke hoogleraren gemiddeld een iets grotere contractomvang hebben dan hun mannelijke collega’s: 0,87 tegen 0,84 fte: ruim een uur meer. In de functies eronder is het omgekeerd.

Wel werken vrouwen vaker in tijdelijke dienst, met name als universitair docent: 31,6 procent van de vrouwen tegen 26,8 procent van de mannen heeft een einddatum in het UD-contract.