De studentenaantallen nemen sneller toe dan gedacht, blijkt uit de jongste ramingen van het ministerie. De komende acht jaar met minstens 48.000, staat in de nieuwe monitor die Kences, de koepel van studentenhuisvesters, jaarlijks laat maken door onderzoeksbureau ABF Research. Het almaar groeiende aantal internationale studenten is de belangrijkste verklaring, maar er komen ook steeds meer Nederlandse universitaire studenten en die wonen vaker op kamers dan hbo-studenten.
Bijna de helft gaat op aan huur
In Rotterdam is sprake van een ‘zeer krappe woningmarkt voor studenten’, blijkt uit de monitor. Ook de prijzen in Rotterdam zijn hoog. De Rotterdamse studenten betalen gemiddeld 46 procent van het geld dat ze te besteden hebben aan huur, dat komt neer op 540 euro per maand aan woonlasten. Dat is 50 euro meer dan die studenten zouden willen. Alleen in Arnhem, Ede en Utrecht is het verschil tussen de gewenste en reële huurprijs groter.
Nederlandse studenten besteden op dit moment gemiddeld 46 procent van hun inkomen aan huur, drie procentpunt meer dan in 2019. Van de thuiswonende studenten gaat 43 procent niet op kamers omdat de huren te hoog zijn, blijkt uit een enquête die dit voorjaar werd afgenomen.
Urgent
Tot 2025 komen er landelijk netto weliswaar 18.000 studentenwoningen bij, maar zelfs als die voorspelling uitkomt, loopt het tekort fors op.
Ook in Rotterdam wordt bijgebouwd: in de komende drie jaar moeten er ongeveer 1600 wooneenheden voor studenten bijkomen. Maar daardoor zal de druk op de studentenwoningmarkt niet afnemen, zo blijkt uit het rapport. De prognose is dat er in collegejaar ‘28/’29 ongeveer 4500 uitwonende studenten extra in Rotterdam zijn, een groei van zo’n 15 procent.
De oplossing van deze urgente woningnood moet volgens Kences-directeur Jolan de Bie vooral worden gezocht in meer studentenwoningen en een goede afstemming tussen het woningmarkt- en het onderwijsbeleid.
Studio's
Opvallend is volgens Kences dat er naar verhouding steeds meer studio’s komen (een verdubbeling in negen jaar) en minder kamers waar studenten hun voorzieningen delen. Directeur De Bie wijt dat aan de huidige huur- en subsidieregels. “Die zorgen ervoor dat het bouwen van onzelfstandige kamers financieel niet aantrekkelijk is en het bouwen van studio’s juist wel.” Ze vindt dat zeer onwenselijk: voor het welzijn en sociale ontwikkeling van met name jonge studenten is het beter om hun voorzieningen te delen.