Hostel is gezellig, snurkende slaapzaal geen pretje

Eugeen (tweedejaars International Business Administration)

Twee weken in het hostel

Heeft eisen flink bijgesteld, maar houdt hoop

IBA-student Eugeen.
IBA-student Eugeen verblijft noodgedwongen in hostel Ani & Haakien. Beeld door: Wouter Sterrenburg

“Het eerste jaar van mijn studie was natuurlijk volledig online, dus dat heb ik vanuit Kiev gevolgd. Dit jaar heb ik een paar vakken waarbij ik fysiek aanwezig moet zijn. Er was wel een formulier waarmee je kon aanvragen om volledig online het jaar te volgen, maar ik kwalificeerde helaas niet als ‘uitzonderlijk’ geval. Gelukkig wist ik van tevoren hoe lastig het is om een kamer te vinden momenteel, dus ik heb nog niet heel veel stress. Al is het natuurlijk wel vervelend dat ik tot dusver alleen maar afgewezen word als ik op kamers reageer.

“Momenteel zoek ik niet meer specifiek naar een goede kamer. Eerst dacht ik aan een gemeubileerde studio, toen aan een gewone studio, daarna een kamer, maar nu ben ik al blij als ik überhaupt iets vind. De locatie maakt me niet echt uit, 30 minuutjes fietsen kan ik heus wel aan. Ook qua budget heb ik een concessie gedaan en zou ik nu een huur van 800 euro accepteren. Het hostel is duurder vanwege de drukte, dus hier blijven kost me deze maand meer dan dat.

“In een hostel zitten heeft voor- en nadelen. De mensen zijn chill, er zijn gezellige film- en karaoke avondjes en de gratis koffie is lekker. Anderzijds is een snurkende slaapzaal als lichte slaper geen pretje. Ik word elke nacht altijd wel een paar keer wakker, ondanks mijn geluiddempende oordopjes. Laatst was bijvoorbeeld iemand om twee uur ’s nachts met veel volume een appel naar binnen aan het werken. Dat hoort er helaas ook bij. Het liefst zou ik nu in een groepsapp een berichtje voorbij zien komen met: ‘We hebben een kamer over, wie wil bij ons intrekken?’ Maar tot die tijd zit ik hier, uitgaande van hoelang mensen hier gemiddeld blijven, nog zeker wel een week. Hoop ik.”

IBA-student Eugeen.

Lees meer

Nog steeds woningzoekende studenten in hostels

Veel studenten zitten nog noodgedwongen in hostels. Zij hebben ruim een maand na het…

Uit wanhoop in andere steden op zoek

Olive (derdejaars aan de Willem de Kooning Academie)

Twee weken in het hostel

Zoekt al drie maanden, maar heeft nog niets gevonden

WDKA-student Olive.
WDKA-student Olive. Beeld door: Wouter Sterrenburg

“Ik ben net terug uit het Verenigd Koninkrijk, tijdens de pandemie was ik bij mijn moeder die in een risicogroep zit. Daarvoor woonde ik in het Student Hotel. Dat was ontzettend duur en ik werd inwisselbaar behandeld. Voor jou tien anderen, die mentaliteit. Ik zoek nu al bijna drie maanden naar een kamer, op elke mogelijke manier. Kamernet, Facebookgroepen, via-via, zelfs Reddit… Ik hoopte dat als ik in Rotterdam zou zijn, dat ik dan makkelijker een kamer kon vinden. Dat valt flink tegen.

“Het lijkt of het gebrek aan betaalbare kamers erger is geworden ten opzichte van twee jaar terug. Ik ken genoeg mensen die ook kamers zoeken om samen in te trekken, maar de huizen zijn er niet om allerlei redenen. Nog steeds zijn er advertenties waar heel groot ‘DUTCH ONLY’ boven staat, of zoeken ze een werkende student. Ik wil graag werken, maar dat kan niet echt tot ik een plek heb om te wonen. Uit wanhoop kijk ik ondertussen ook naar andere steden en ben ik bereid meer te betalen.

“Mijn studiebegeleider van de WDKA kon alleen maar helpen door een paar websites te sturen, maar die kende ik al. In tegenstelling tot de EUR hebben zij geen eigen huisvesting beschikbaar. Wat me verrast is dat er geen bedrijven zijn waar ik gewoon naar binnen kan lopen en dat zij dan op zoek gaan of met een aanbod komen. Ik zit nu in een enorm gezellig hostel, maar het gebrek aan privacy, de overvolle keuken, de wekkers van iedereen in de slaapzaal… Ik weet niet hoe lang ik dat nog volhoud. Ik hoop snel een plekje te vinden.”

Na maanden proberen plots een plek

Tomas (masterstudent Strategic Management)

Drie weken in het hostel

Zoekt al sinds juni en heeft tijdelijke woonruimte tot eind januari

Masterstudent Tomas in de keuken van hostel Ani & Haakien.
Masterstudent Tomas in de keuken. Beeld door: Wouter Sterrenburg

“Over twee weken kan ik mijn tijdelijke kamer in Noord in, tot die tijd zit ik hier. Het is een enorme opluchting dat ik in ieder geval tot eind januari een kamer gevonden heb. Ik was met twee vrienden sinds juni op zoek: eerst nog online in Portugal, daarna enkele weken in Rotterdam bij een tante van één van de vrienden en vervolgens weer in Portugal. Pas halverwege september hadden we een online informatiesessie van het international office, waar we tips kregen over hoe je een kamer kan vinden. We hoopten eigenlijk dat ze kamers beschikbaar hadden, maar dat bleek niet het geval. Het was een enorm stressvolle tijd, want naast de kamerzoektocht was het natuurlijk ook hard werken voor mijn master.

“Eind september hadden we een tentamen waarvoor we fysiek aanwezig moesten zijn. Toen we twee dagen voor het tentamen terugvlogen naar Nederland kregen we via Facebook een uitnodiging voor een bezichtiging in Noord op de dag voor het tentamen. We hadden een goede klik met de vrouw die het appartement verhuurde en na maanden proberen hadden we plots een plek om te wonen. Een flinke last die van onze schouders viel, waardoor ik het nu niet erg vind om nog even in het hostel te verblijven. Vanwege de herrie om me heen moet ik via de chat communiceren tijdens werkgroepen, maar ook dat went uiteindelijk.

“Omdat de kamer maar tijdelijk beschikbaar is, zal ik nog een keer op zoek moeten naar een nieuw onderkomen voor de tweede helft van het academisch jaar. Maar ik voel me beter voorbereid dan en denk dat het makkelijker zal gaan dan deze eerste keer. Tegen die tijd gaan uitwisselingsstudenten weg en is er hopelijk meer beschikbaar. Ook weet ik dat je honderden reacties moet sturen om een handjevol aanbiedingen te krijgen. Het is wat het is.”