“Sinds het uitbreken van de pandemie ben ik terug in mijn geboorteland Duitsland, in de buurt van Stuttgart”, zegt Brandt vanuit zijn kantoor aan huis (wat inmiddels ook de kinderkamer is). Achter hem is door twee grote ramen een beboste heuvel te zien waar het eerste lentegroen zich aandient.

docenten houden vol foto Tobias Brandt
Tobias Brandt op zijn werkkamer met uitzicht op het bos

“Ik kan me geen betere plek voorstellen om te zijn tijdens een pandemie. We proberen elke dag even het bos in te lopen. En om eerlijk te zijn – en misschien zou ik dit niet moeten zeggen – zaten er zeker voordelen aan het feit dat ik het afgelopen jaar thuis moest blijven, aangezien het samenviel met de geboorte van mijn dochter. Voor de pandemie werkte ik drie dagen per week in Rotterdam waar ik verbleef in een appartement, en dan was ik de rest van de week in Duitsland. Nu heb ik niets van haar hoeven missen”, vertelt Brandt, terwijl hij zijn dochtertje Sophie even voor de camera laat zien.

Krankzinnig en intens

Aan de andere kant was zijn werkdruk in het studiejaar 2020 al verdubbeld, omdat de RSM zijn colleges Business Information Management net van het derde jaar naar het eerste jaar had verplaatst. Brandt noemt de periode van de eerste lockdown ‘krankzinnig’ en ‘intens’.

Het enige pluspunt was dat Brandt en zijn collega’s al op het idee waren gekomen om een aantal tutorials via video aan te bieden. Dat kwam goed uit, toen half maart 2020 ineens het doek viel voor live college geven.

Perfectionisme losgelaten

“Het grote nadeel van opgenomen video’s is dat je het perfect wilt doen. Dat betekent dat een video van tien minuten al snel een vol uur kost om op te nemen. Dat perfectionisme heb ik vrij snel losgelaten.

“Ik vind face-to-face lesgeven trouwens ook veel leuker, omdat je in ieder geval enige interactie hebt met de studenten. En als je een fout maakt, kun je die meteen corrigeren. Daar heeft niemand last van.”

Boze e-mails

Wat ook ongelooflijk veel tijd kostte was een nieuwe manier van examineren. Omdat de RSM geen online proctoring gebruikt voor vakken die door veel studenten worden gevolgd (Bedrijfskunde en IBA hebben samen maar liefst 1.400 eerstejaars), stond Brandt voor de schone taak nieuwe strategieën te ontwikkelen om de voortgang van studenten te beoordelen.

“We hadden weinig ondersteuning of richtlijnen om mee te werken. Geen enkele indicatie hoe we dit moesten aanpakken. Ik denk dat we minstens een week bezig zijn geweest met het opzetten van de tentaminering. Als het aan mij had gelegen, hadden we een gehaald/niet-gehaald-systeem gehad, zonder cijfers. Maar dat kwam er niet door.

“Uiteindelijk hebben we gekozen voor een combinatie van toetsvormen: drie groepsopdrachten tijdens de cursus, gecombineerd met een eindopdracht bestaande uit een kort essay en een quiz waarin de studenten een reeks vragen moesten beantwoorden. Ze kregen zeer weinig tijd om te antwoorden, zodat ze niet konden overleggen. De resultaten van de quiz bepaalden 30 procent van hun cijfer.

“Ik kreeg veel boze e-mails van studenten – vooral over die quiz onder tijdsdruk. Sommigen bleven ook écht niet netjes. Ik heb ze allemaal geantwoord dat ik begrijp dat je in the heat of the moment zoiets schrijft, maar heb ze aangeraden voortaan eerst een nachtje te slapen voor ze een boze mail sturen. Bovendien test de quiz je vermogen om snel te zijn en je kennis onder druk toe te passen.”

Zelfde schuitje

Aan onderzoek kwam Brandt helemaal niet toe het eerste halfjaar van de pandemie. “Gelukkig kon ik uitstel krijgen voor veel revisies die ik moest indienen. Redacteuren en de academische gemeenschap in het algemeen waren erg begripvol. Iedereen zat in hetzelfde schuitje.”

Toen het najaar aanbrak en zijn dochter werd geboren, waren de stapels weggewerkt op het bureau, en kon hij een kleine twee maanden vrij nemen. En lekker het bos in.