Gefeliciteerd! Hoe heb je het gevierd?

“Met een hele gezellige borrel, zittend aan tafels, met iets minder mensen dan gepland. Ik heb nog wel getwijfeld om het te verzetten maar meestal komt het er dan toch niet van en ik wilde er graag op die dag bij stilstaan. De borrel was bij Dudok aan de Maas, bij de Cruise Terminal, met uitzicht over de skyline. Daar konden we op afstand toch met elkaar proosten en lekkere hapjes eten.”

Waar heb je onderzoek naar gedaan?

“Ik heb onderzoek gedaan naar hoe je kritisch denken in het hoger onderwijs het beste kunt bevorderen. Er was al wel bekend dat je kritisch denken kunt aanleren, maar het was nog onduidelijk hoe je ervoor kunt zorgen dat studenten dat buiten de onderwijspraktijk kunnen toepassen. Dat is zorgwekkend want je wilt dat studenten niet alleen tijdens lessen kritisch kunnen denken maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld in hun toekomstige baan.”

Wat houdt kritisch denken precies in?

“Het is een breed begrip. Kort gezegd houdt het in dat je redeneert en reflecteert voordat je een standpunt inneemt of een besluit neemt. En dat je weet waarop dat gebaseerd is. Ik heb me met name gefocust op één aspect van kritisch denken: het vermijden van systematische redeneerfouten. Om systematische redeneerfouten te vermijden, moet je onder andere in staat zijn om de regels vanuit waarschijnlijkheidstheorie en logica juist toe te passen. Je moet bijvoorbeeld in staat zijn om te bepalen of een conclusie juist getrokken is. Dat wordt moeilijker als je een bepaalde conclusie leest – bijvoorbeeld in een nieuwsbericht – die niet in lijn is met wat je weet of met je eigen ervaringen. Daar lees je sneller overheen en hier wordt weleens handig gebruik van gemaakt door bijvoorbeeld politici.”

Kun je een voorbeeld geven?

“Is het waarschijnlijker dat iemand overlijdt aan het Coronavirus of dat iemand overlijdt aan het Coronavirus én ouder is dan 70 jaar. Je intuïtieve reactie is misschien dat de tweede optie waarschijnlijker is. Doordat de relatie tussen overlijden aan het coronavirus en het hebben van een hogere leeftijd vaak genoemd wordt, hebben we de neiging om de kans op deze combinatie te overschatten. Toch is de eerste optie waarschijnlijker.
“Een ander voorbeeld: het is waarschijnlijker dat je een meisje bent, dan dat je een meisje bent én hockeyt. Twee aspecten samen zijn altijd onwaarschijnlijker dan een van deze zaken afzonderlijk.
“Snelle denkprocessen zijn heel handig in routinesituaties. Het zou heel inefficiënt zijn als we over alles heel erg lang en kritisch nadenken. Maar ze hebben als gevolg dat we soms te snelle conclusies trekken. Tunnelvisie is daar een goed voorbeeld van. Het is in bepaalde situaties belangrijk dat je je intuïtieve reactie onderdrukt en vervangt door een rationele reactie. Ik beschouwde mezelf van tevoren als een kritisch denker en dacht dat ik hier niet zoveel moeite mee zou hebben, maar je komt er snel achter dat het veel moeilijker is dan het lijkt.”

Hoe heb je het onderzoek uitgevoerd?

“We hebben experimenten uitgevoerd in het klaslokaal onder studenten Integrale Veiligheidskunde, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie, aan de Avans Hogeschool. Deze experimenten hebben we ook nog herhaald aan de Erasmus Universiteit onder psychologiestudenten. We ontwikkelden lessen in kritisch denken die werden aangepast aan situaties binnen het eigen vakgebied van de studenten. Zij kregen eerst instructie over kritisch denken en het vermijden van systematische redeneerfouten en daarna konden ze zelf oefenen. Vooraf en achteraf lieten we studenten een kritisch-denken-test maken, zodat we konden achterhalen hoe effectief de verschillende lessen waren, mede door een controlegroep een iets andere les aan te bieden. In die test zaten opgaven waarmee de studenten geoefend hadden maar ook nieuwe opgaven, die wel waren gebaseerd op de principes uit de taken waarmee ze hadden geoefend maar er iets anders uitzagen. Dit waren nieuwe problemen, waarop ze het geleerde konden toepassen. We noemen dat transfer.”

Wat was je belangrijkste conclusie?

“We zagen continu dat studenten beter presteerden op de kritisch-denken-opgaven waarmee ze oefenden, ze leerden dus. Maar het leek niet uit te maken hoe ze oefenden. Studenten leerden er evenveel van maar werden niet beter in transfer. Het bleek dat studenten de kennis wel hadden maar vooral moeite hebben met het volledig ophalen ervan uit het geheugen en het toepassen in een nieuwe context.”

Klopt dat met de hypothese die je van tevoren had?

“Nee eigenlijk niet. We onderzochten oefenstrategieën die volgens de literatuur wél bijdragen aan transfer, bijvoorbeeld in wiskundeonderwijs. Voor andere materie dan kritisch denken werken deze strategieën vaak wel. Transfer van kritisch denken blijkt dus een hardnekkig probleem. Bij kritisch denken zijn niet alleen de vaardigheden heel belangrijk maar ook de houding die je hebt ten aanzien van kritisch denken. Misschien is er een veel belangrijkere rol voor deze houding weggelegd. Voor het onderwijs betekent dit dat er een bepaalde denkcultuur en sfeer gecreëerd moet worden in de klassen, waarin je fouten mag maken, open tegen elkaar kunt zijn en in debat met elkaar kunt.”

 Hoe is dit onderzoek op je pad gekomen?

“Ik vond onderzoek doen altijd al leuk, dus ik had tijdens mijn studie wel een onderzoeksstage gedaan, maar ik was niet iemand die van tevoren haar zinnen had gezet op promoveren. Deze vacature sprak me meteen aan, vanwege het onderwerp (kritisch denken bevorderen) maar ook omdat het praktijkgericht onderzoek in samenwerking met een hogeschool was. Zo voerde ik het onderzoek tijdens bestaande lessen uit en zat ik een dag in de week op de hogeschool waar ik samenwerkte met docenten en onderzoekers, in plaats van alleen achter mijn computer op de universiteit iets uitvogelen.”

Hoe was het om te promoveren?

“Ontzettend leuk! Van tevoren wist ik nog niet heel veel van promoveren en wat daar allemaal bij komt kijken, zoals naar congressen gaan. Maar daar kwam ik snel genoeg achter door alle andere promovendi op de afdeling. Vooral de eerste drie jaar heb ik het promoveren als een ‘gewone’ baan benaderd, dus geprobeerd van 9 tot 5 te werken en niet in de avonden en weekenden. Dat lukte toen eigenlijk altijd wel, ook omdat ik mensen om me heen had die ook in zo’n ritme zaten. Het laatste jaar werd dat toch anders, omdat ik het af wilde hebben binnen de vier jaar en op een gegeven moment een nieuwe baan als onderwijskundig innovator bij het Erasmus MC had. Uiteindelijk heb ik er vier jaar en één maand over gedaan, dat was mijn insteek en ik ben blij dat dit gelukt is. Dat is mede dankzij het team dat ik om me heen had.
“De promotie voelde een beetje als een overgang tussen studeren en echt werken. Voor mij persoonlijk was het leukste aan promoveren dat ik veel geleerd heb. Ik heb mezelf in vier jaar zien groeien op persoonlijk en professioneel vlak. Daarnaast was het mooi om het onderzoek in de praktijk te kunnen uitvoeren, met docenten en andere betrokkenen die er echt iets mee willen in hun cursussen of modules. Je ziet daardoor direct waarvoor je het doet, in plaats van puur alleen een artikel (soms met veel moeite) publiceren.”

de promotie Noah van Dongen

Lees meer over promoties

Noah van Dongen schreef onbetaald zijn proefschrift: ‘Mijn aanpak strookte niet met de gevestigde orde’

Waarom vinden mensen sommige kunst mooi en andere niet? Noah van Dongen promoveerde…