Wie gepromoveerd is mag zichzelf daarna doctor noemen en ‘dr.’ voor zijn naam zetten. Sommige mensen doen dat consequent en anderen sporadisch. In de praktijk lijken vrouwen hun titel minder vaak te gebruiken, constateert Mineke Bosch (hoogleraar Moderne geschiedenis aan de RUG), omdat ze nu eenmaal bescheidener zijn over hun verdienste. “Dat is vrij algemeen bekend.” Filosoof Stine Jensen kreeg onlangs op LinkedIn een storm aan reacties kreeg toen ze schreef: “Meestal gebruik ik mijn titel niet. Lijkt niet zo nodig, of opschepperig. Toch hoorde ik ooit een overtuigend pleidooi van prof. dr. Mineke Bosch aan alle vrouwen om het wel te doen. Laat maar zien wat je in huis hebt. Maak je niet klein.”

Ongelijkheid in adressering

Wat betreft Bosch gaat het niet alleen om titels. “Het gaat om enorme ongelijkheid in adressering van vrouwen en mannen. Vrouwen alleen met voornaam, mannen met achternaam. Daar ben ik altijd heel alert op geweest en dat staat me tegen.” Zo kreeg ze binnen de redactie van het Nederlands Biografisch Woordenboek discussie over het feit dat alleen bij vrouwen het onderscheid werd gemaakt op sekse. “Bij mannen stond dan hun titel en bij vrouwen ‘mevrouw’ en hun voornaam. Ik wilde dat toen veranderen maar dat was een groot probleem. Zoiets blijft een enorm ingewikkelde operatie, mensen zijn daar nog steeds niet aan gewend.”

Ze herinnert zich nog haar eigen inspiratiebron, van toen ze zelf student was in Groningen. “Hoogleraar Else Barth, een analytisch filosofe, kwam daar college geven. Zij lette erg op taal en het gebruik ervan. Zij organiseerde meteen een college ‘Seksistisch paradigma in de wijsbegeerte’, waar ik aan meedeed. Aanvankelijk zeiden we ‘je’ en ‘jij’ en ‘Else’, tot ze op een dag binnenkwam en zei: ‘Vanaf nu is het afgelopen en ben ik professor en spreekt iedereen elkaar met ‘u’ aan. Ze had studenten in de bibliotheek horen praten over de filosoof Ger Harmsen, heel eerbiedig, met professor zus en professor zo. Toen viel bij haar het kwartje dat de democratisering niet alleen over de ruggen van vrouwen kan gaan.”

Aanspreekvormen

Het liefst gebruikt ze haar titel zelf trouwens toch zo weinig mogelijk. “Zeker buiten de academische wereld, dat heeft helemaal geen zin. Ik laat me ook geen professor noemen en onderteken alles met mijn voor- en achternaam. Maar als studenten ‘Hai Mineke’ schrijven of zeggen, krijgen ze wel een lesje in aanspreekvormen.”

Bij aankondigingen van lezingen en congressen gebeurt het volgens haar nog steeds heel vaak dat mannen met hun titel worden aangekondigd en vrouwen met hun voornaam. “Het is een goed voorbeeld van hoe vrouwen tot vrouwen worden gemaakt en mannen de universele categorie zijn. Dat is een ingesleten genderpatroon.” De oplossing ligt volgens haar in het voortdurend aan de orde stellen. “En niet alleen door vrouwen.”

In Nederland is geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de verschillen in aanspreekvormen van vrouwelijke en mannelijke wetenschappers. Een Amerikaans onderzoek uit 2017 op medische faculteiten bevestigden dat vrouwen, met name door mannelijke collega’s minder vaak met hun titel worden aangekondigd.

Zichtbaarheid

Talitha Stam promoveerde in september 2018. “Voor werk-gerelateerde zaken gebruik ik sindsdien mijn titel, zoals onderaan mijn e-mail en op LinkedIn, waar ik het bewust in mijn naam heb staan. Ik zie nog te weinig vrouwen van kleur met een doctorstitel, zowel in Nederland als wereldwijd. Sinds mijn promotie krijg ik heel veel reacties van mensen van kleur, dat ze het geweldig vinden dat ik die titel heb en dat ze vinden dat ik daar meer mee naar buiten zou moeten treden.” In het begin twijfelde ze over die zichtbaarheid. “Maar als je het hebt, waarom zou je jezelf dan kleiner maken? Als mensen iets niet zien, denken ze dat het niet bestaat.”

Op andere sociale media gebruikt ze haar titel niet. “Zoals Facebook, daar heb ik meer persoonlijke gesprekken en staat volgens mij niet eens waar ik werk. Terwijl ik de meeste gesprekken op LinkedIn voer vanuit mijn functie of kennis.” Wat haar betreft is dat vooral een zaak die mensen van kleur aangaat. “Binnen onze generatie zie je, bijvoorbeeld op onze afdeling, juist meer vrouwelijke promovendi dan mannelijke. Als je kijkt naar kleur blijft het aardig stil.”

Gratuite flauwekul

Sinds Sohail Wahedi in november promoveerde gebruikt hij zijn titel nauwelijks. “Niet in de dagelijkse communicatie. Ik ken verhalen van mensen die een kerstkaartje sturen naar anderen en dat dan ondertekenen met doctor. Met dat soort gratuite flauwekul heb ik niets. Ik ben niet gaan promoveren om mijn titel op ansichtkaarten te zetten. Zeker aangezien het zuurverdiende geld van de belastingbetaler is geweest dat voor mijn onderzoek betaald heeft.”

Hij gebruikt zijn titel wel bij aanbevelingsbrieven voor studenten of een enkele keer als hij meedingt naar een plek om zijn onderzoek te presenteren. “En dan enkel op briefpapier van de EUR. Ik doe het ook nadrukkelijk niet in de wetenschappelijke publicaties die na mijn promotie zijn uitgekomen, noch onder mijn e-mail of op LinkedIn. Ik wil mijn titel niet gebruiken om mezelf op die manier te laten kennen als de noeste doctor zus of zo die het allemaal wel weet.” Hij voelt zich ook niet geroepen om als voorbeeld zichtbaar te zijn: als gepromoveerde met een diverse culturele achtergrond. “Ik ben geen Messias, noch een andere heilige der laatste dagen. Wat voor mij heeft gewerkt, hoeft niet voor een ander zo te werken. Ik wil mijzelf profileren en hopelijk ook als voorbeeld dienen voor de medemens op basis van mijn kwaliteiten als wetenschapper en niet op basis van mijn culturele of religieuze achtergrond, of politieke voorkeuren.”

Moeilijke balans

Tina van der Vlies promoveerde tevens in november en paste daarna wel haar e-mailhandtekening aan. “Verder gebruik ik mijn titel niet zoveel, privé sowieso niet, ook op Facebook en LinkedIn niet.” Op het laatste netwerk staat wel dat ze gepromoveerd is. “Maar ik heb niet mijn naam aangepast. Als mensen interesse hebben, kunnen ze op mijn profiel zien dat ik gepromoveerd ben en op welk onderwerp. Ik heb toch schroom om mezelf daar als dr. Tina van der Vlies neer te zetten. Dan heb ik echt het gevoel dat ik het er te dik bovenop leg. Tina, doe niet zo overdreven, denk ik dan. Tegelijkertijd zou ik dat bij anderen eigenlijk niet denken, dus wellicht is het onterecht hoor. Ik vind het een moeilijke balans. Je moet uitkijken dat je niet de enige bent die een titel niet gebruikt, of dat je hem vergeet.”

Werk-gerelateerd gebruikt Van der Vlies haar titel wel. “Bijvoorbeeld als ik zou solliciteren, en ik zet hem op de studiehandleiding als ik een vak geef. Op dit moment ben ik ook druk met het organiseren van de Historicidagen, een grote geschiedenisconferentie die in augustus 2021 in Rotterdam plaats vindt. Daarbij is het wel handig om soms mijn titel te gebruiken, om aan te geven dat ik goed ingelezen ben op een bepaald onderwerp.”

Op de EUR lopen volgens haar genoeg mannen rond die hun titel niet te pas en te onpas gebruiken. “Ik zou het liefste willen dat we het allemaal niet zouden doen. Maar in die wereld leven we niet, dus is het zaak om hem te gebruiken, mits het relevant is.”

Lees één reactie