“Het medicijn zal er over vijf à zes maanden zijn”, verwacht Grosveld. “Voor het ontwikkelen van een medicijn is dit een heel snel traject.” Hij is één van de ontdekkers van het antilichaam. Half maart bracht EM de primeur van de ontdekking van Grosveld en zijn collega’s. De 71-jarige hoogleraar bleef nuchter onder de vondst van het eerste antilichaam tegen het coronavirus. “Voor springen op tafels ben ik te oud”, zei hij toen.

Binnen twee maanden kwam de goedkeuring van vakgenoten en werd het onderzoeksresultaat gepubliceerd in Nature Communications. Dat was een belangrijke stap op weg naar de productie van een medicijn. “We zijn heel blij”, zegt hoofdonderzoeker Berend-Jan Bosch van de afdeling Virologie (faculteit Diergeneeskunde) van de Universiteit Utrecht.

'Het gaat om helpen'

“Het gaat ons er om patiënten te helpen”, zegt Grosveld op Radio 1. “Dat je daarbij toevallig de eerste bent, dat zou mooi zijn, maar is minder belangrijk.” Bosch denkt daar net zo over. “We zijn 24/7 met onderzoek naar de bestrijding van het coronavirus bezig. Eerst dachten we dat het een sprint was, maar uiteindelijk realiseer ik me dat we een marathon lopen op sprintsnelheid”, zei hij eerder tegen EM. “Maar het uiteindelijke doel is mensen helpen, dan creëer je pas écht waarde.”

En die waarde kan groot zijn, denkt Grosveld. Zorgmedewerkers kunnen gemakkelijker hun werk doen, besmettingshaarden kun je voorkomen en volgens Grosveld is er met de komst van een medicijn al een kans dat het virus zal verdwijnen.

Lees één reactie