Hoe leg je op familieverjaardagen uit waar je promotieonderzoek over ging?

“Ik kom niet veel op verjaardagen, ik vind al dat gezeik en geouwehoer verschrikkelijk. Maar naast mijn promotieonderzoek heb ik altijd mijn werk voortgezet bij Dirk van den Broek, als kassamedewerker. Daar vroegen klanten en collega’s vaak wel: ‘Je werkt toch ook ergens anders? Wat doe je daar eigenlijk?’ Dan leg ik uit dat ik een aanstelling heb op de universiteit en dat ik geld heb gekregen om belangrijk onderzoek te doen, naar vrijheden van mensen met of zonder godsdienst. Is een hoofddoek anders dan een vergiet?

“Als ander voorbeeld leg ik vaak de kwestie voor of de overheid een religieuze instelling kan dwingen om een vrouwelijke priester aan het hoofd van een kerkorganisatie te plaatsen, in plaats van een mannelijke. Dat kan niet, omdat dit een kwestie van vrijheid van vereniging is.

“Ik vertel dan dat ik hoop dat als dit proefschrift afgerond is, rechters, beleidsmakers en andere mensen die in hun werk geconfronteerd worden met vragen over godsdienst, beter een oordeel kunnen vellen hoe ze daar mee om kunnen gaan.”

Hoe kwam dit onderwerp op je pad?

“Van jongs af aan wil ik rechter worden. Ik hoop dat ik binnen niet al te lange tijd benoemd word tot rechter-plaatsvervanger. Binnen de studie Rechten vond ik strafrecht het interessantst en daarbinnen vind ik het weer interessant hoe je onder de radar van justitie vandaan kunt blijven. Je hebt strafuitsluitingsgronden, zoals bijvoorbeeld wanneer iemand het lijk van een familielid verbrandt. Volgens de wet is dat lijkschennis, maar als zo iemand voor de rechter verschijnt en uitlegt dat hij dat doet omdat zijn cultuur of religie dat voorschrijft, kan het een ander verhaal worden.

“Ik heb een fascinatie voor normafwijkende praktijken die gerechtvaardigd worden met een beroep op het metafysische. Die fascinatie heeft vorm gekregen in mijn onderzoek naar de verhouding tussen recht en religie, denk hierbij aan kwesties zoals jongensbesnijdenis, hoofddoeken, kruisjes, boerka’s, de SGP, vaccinaties en het inreisverbod van president Trump. Als overheid moet je uiteindelijk beslissingen nemen die niet tot te veel gefronste wenkbrauwen bij andere burgers leiden.”

Is dat niet onmogelijk?

“Je kunt nooit iedereen tevreden houden, dat moet je ook niet willen. Maar het beginsel van gelijkheid moet zoveel mogelijk worden gewaarborgd. Vanuit die optiek is godsdienstvrijheid een problematisch recht. Dat komt omdat maar een deel van de samenleving religieus is. ‘God is bijzonder, dus moeten we godsdienstvrijheid hebben’ zie ik als een sektarische ondermijning van de liberale rechtsstaat.

“Ik zeg niet dat je gelovigen en masse moet belemmeren in het uitoefenen van hun godsdienst, zoals in Myanmar, China of India. Maar in principe zou je binnen de driehoek van vrijheid van geweten, vrijheid van vereniging en vrijheid van meningsuiting hetzelfde resultaat moeten kunnen bereiken, zonder de gefronste wenkbrauwen die je nu hebt bij de bescherming van godsdienst, puur omdat het godsdienst is.

“Een moskee waar je geen vrouw als voorganger kunt hebben, verschilt bijvoorbeeld weinig van het Rotterdamsch Studenten Corps, waar tot de fusie ook geen vrouwen welkom waren. Daar kun je van alles van vinden, maar beide zijn verenigingen waar je volgens het liberale principe zelf je vriendjes mag uitkiezen. En dat vind ik prima.”

Was dat de belangrijkste conclusie?

“Ja, er is geen enkele reden om godsdienst uit te zonderen voor bijzondere bescherming, of bijzondere benadeling. Maar praktisch gezien kun je als liberale rechtsstaat godsdienstvrijheid echter niet afschaffen, omdat je dan een achterstand hebt in je onderhandelingspositie ten opzichte van landen die het niet zo nauw nemen met de rechten van minderheden.”

In je laatste stelling van je verdediging schrijf je dat het voor promovendi goed zou zijn om als kassamedewerker bij de lokale supermarkt te werken. Waarom?

“Wetenschappers zouden zich structureel moeten mengen in de samenleving. De beste vooropleiding om rechter te worden is in een supermarkt werken. Je moet dingen in gewonemensentaal uit kunnen leggen. Je doet enorm veel communicatieve vaardigheden op. Bij mijn verdediging was een hele delegatie van Dirk-mensen, zowel collega’s als klanten: Thea en Gert-Jan.

“Ik heb in mijn leven al veel toffe dingen gedaan, zoals een stage bij de Nederlandse ambassade in Tel Aviv, een stage op het kantoor van Gerard Spong in Amsterdam en ik ben vier jaar buitengriffier geweest bij de rechtbank in Rotterdam. Als ik niet in het buitenland was combineerde ik dat altijd met mijn werk bij de Dirk. Ik hoop dat ik er nog zo lang mogelijk kan blijven werken, al zal ik dat niet kunnen combineren met het werk als rechter. Het kan niet zo zijn dat je een verdachte tegenkomt bij het afrekenen van een pakje boter.”

Waarom heb je gekozen voor deze cover?

Lachend: “Het past bij mijn eigen saaie karakter!” Serieuzer: “Het is symbolisch, het lijkt bijna op een staatsbijbel, met die linnen kaft en gouden letters. Het is eigenlijk een eerbetoon aan mijn noeste arbeid. Mijn artikelen verdienen een businessclass behandeling. Ze zijn alle zes gepubliceerd en daar ben ik onwijs trots op. Vier in Amerikaanse Law Reviews en daar kom je niet zo snel in.”